Het poldermodel in een Amerikaanse spiegel

WANNEER IN een debat de term 'Amerikaanse toestanden' valt, wordt daarmee zelden iets fraais of nastrevenswaardigs bedoeld. De term is in feite een pejoratief geworden....

Paul Brill

Toch zijn allerlei elementen van de American way of life onze kant opgekomen en volgt Nederland, bewust dan wel onbewust, tal van ontwikkelingen die zich eerder in de Verenigde Staten hebben voorgedaan. In die zin is het curieus dat Amerikaanse toestanden in zo'n kwade reuk staan. Zou het kunnen zijn dat we onszelf een beetje voor de mal houden, c.q. spookbeelden koesteren die met de werkelijkheid niet veel uitstaande hebben?

Maarten Huygen, oud-correspondent van NRC Handelsblad in de Verenigde Staten en tegenwoordig televisiecriticus, heeft een boek geschreven waarin de spookbeelden zijn vervangen door testbeelden. In Amerikaanse toestanden observeert hij de Amerikaanse maatschappij zonder dat er op voorhand alarmbellen gaan rinkelen, en hij analyseert zonder gehinderd te worden door het sentiment dat het klokje nergens tikt zoals het thuis tikt.

Het resultaat is 'zowel een aanklacht tegen als een loftuiting voor Amerikaanse toestanden'. Inderdaad zijn er Amerikaanse trends die we beter niet kunnen volgen. De standaardisering die de markt aan de Amerikanen opdringt, is geen wenkend perspectief. Essentiële voorzieningen moeten worden beschermd tegen onmatige efficiëntiezucht. De schaarse ruimte noopt tot meer ordening dan in de VS de gewoonte is. Maar soms zien we vervaarlijke toestanden waar die niet zijn. Ook gebeurt het nogal eens dat een Amerikaanse benadering wordt gekopieerd zonder de voorzorgen die in de VS in acht worden genomen (zoals bij privatisering).

En jawel, er zijn bepaalde dingen die in de Verenigde Staten beter functioneren dan bij ons. De Amerikaanse overheid is een alertere en beter toegeruste toezichthouder op het bedrijfsleven dan de Nederlandse. De opkomst bij verkiezingen moge matig zijn, maar de participatie aan het politieke leven is groot en het publieke debat verveelt zelden.

Het boek is niet geschreven om in de behoefte aan een vergelijkend warenonderzoek te voorzien. De ondertitel verraadt de programmatische inslag: Hoe het poldermodel verdwijnt. Amerikaanse toestanden vormen de spiegel waarmee Huygen de 'gezellige samenklontering' van machten en verantwoordelijkheden aan een kritisch onderzoek onderwerpt. Dat onderzoek valt niet gunstig uit voor wat hij raillerend 'de politiek van de minste overlast' noemt. Globalisering zet het poldermodel steeds meer onder druk.

Huygens indirecte benadering verruimt het blikveld, maar er kleeft ook een nadeel aan. Een omvattende beschrijving en definitie van het poldermodel blijft achterwege. Daardoor heeft de kritiek soms iets onbestemds. Zo hekelt Huygen het feit dat er in Nederland wordt gesjoemeld met de werkloosheidscijfers, die kunstmatig laag worden gehouden. Hij betitelt dit als een van de 'polderficties'.

De vraag is echter of deze fictie inherent is aan of kenmerkend voor het poldermodel. Nederland heeft wel vaker de neiging zich rijker te rekenen dan het is - variërend van ons gewicht op het wereldtoneel tot de slagkracht van ons nationale voetbalteam.

In het meest brisante hoofdstuk van het boek wordt het Nederlandse immigratie- en asielbeleid afgezet tegen dat van de VS. Anders dan Nederland is Amerika vanouds een immigratieland, maar de instroom is er relatief kleiner en veel strakker gereglementeerd. Voor de nieuwkomers pakt dat over het algemeen beter uit dan het Nederlandse openeindbeleid. De wachtttijden zijn aanzienlijk korter, immigranten hebben betere kansen op de arbeidsmarkt, er is minder segregatie. En bovenal: reële problemen en belangentegenstellingen worden niet weggemoffeld.

Huygen trekt op dit punt de lijn van Paul Scheffer nog wat verder door. Immigratiequota behoren niet te worden beschouwd als heiligschennis. In elk geval zou een misplaatst schuldgevoel niet langer de leidraad van het immigratiebeleid (of het ontbreken daarvan) moeten vormen. Zoals het dichtstbevolkte land ter wereld ook zou moeten breken met de 'unieke ongeschreven regel dat er niet in het openbaar over volheid mag worden nagedacht'.

Voor het nadenken over deze en andere heikele zaken draagt Huygen veel waardevol materiaal aan. Hopelijk valt het boek niet ten prooi aan twee Nederlandse toestanden: desinteresse en zelfgenoegzaamheid.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden