Het perfecte drumstel volgens Cesar Zuiderwijk

‘Een compleet drumstel bestaat uit zeker vijf drums, plus bekkens. Een bassdrum, eventueel twee. Die bespeel je met je rechtervoet. Een snaredrum, die samen met de bassdrum het belangrijkst is voor je ritme. Een hihat, die bespeel je met je linkervoet. Een of twee toms. Een slagbekken. En een of meer crashbekkens, cymbals, voor de hardere accenten.

‘Drummers vernieuwen steeds onderdelen van hun drumstel: een nieuw bekkentje hier, een nieuw velletje daar. Als muzikant ben je constant in ontwikkeling. Het is nooit af of perfect.

‘Per genre wisselt welke drums ideaal zijn. Voor rock en pop heb je harde trommels nodig, en ook hardere bekkens die door de muziek heen prikken. Voor jazz moet je subtieler kunnen spelen, dat is veel zachtere muziek dan rock.

‘Voor mij is ook belangrijk dat een drumstel er te gek uitziet: drummen is toch ook gewoon theater. Ik heb altijd een symmetrisch drumstel. Ik ben linkshandig, maar speel met beide handen evenveel. Kijk: uiteindelijk ben je zo sterk als je zwakste hand. Daarom heb ik mezelf getraind om met beide handen even sterk te zijn.

‘Ik ben altijd op zoek geweest naar nieuwe dingen. Zo heb ik een grote ring bij mijn drumstel gehad waar alles aan hing wat ik nodig had. Daarna had ik een soort kooi waarin mijn drumstel hing. Zo was ik alle standaards kwijt, alles komt naar je toe. Ik heb achter beide schouders grote trommels, waarop ik zittend achter me kan spelen.

‘Elektrische drumstellen zijn fantastisch. Je kunt er zo lang op spelen als je wilt, want ze maken geen lawaai en de buren klagen niet over de herrie. Wat heel belangrijk is: je hebt er een koptelefoon bij op waarop je je eigen muziek kunt afspelen, zodat je leert mee te drummen met een band. Dat is essentieel: dat je kunt meespelen met andere muzikanten.

‘Ik heb mijn eerste drumstel van augurkenblikken gebouwd. Er was geen geld en ik wilde per se drummen. Maar dat maakt niet uit, als je het drummen maar onder de knie krijgt. Ik keek altijd naar Ringo Starr, Charlie Watts en Keith Moon: dat waren mijn grote voorbeelden. Mijn eerste drumstel was een Ludwig Blue Oyster, hetzelfde merk als Ringo Starr gebruikte. Later luisterde ik naar jazzdrummers als Buddy Rich en onze eigen John Engels.

‘Als je iets wilt bereiken, zul je ervoor moeten gaan! In principe kan een kind beginnen met drummen wanneer het met de voetjes bij de pedalen van de bassdrum kan. Maar in werkelijkheid kun je pas leren drummen als je het uit jezelf kunt opbrengen elke dag urenlang te oefenen. Daar heb je geen drumstel voor nodig. Dat kun je met je handen op tafel, of op je knieën. Als je als jonge jongen zelf een drumstel moet kopen, dan zou ik zeggen: hard werken, veel bijbaantjes nemen, totdat je een behoorlijk drumstel kunt kopen. Ik ga geen raad geven over welk merk je moet kopen: een slechte drummer op een goed drumstel kan beroerd klinken.’