Het land van de verbrande gezichten
De schrijfster woonde met haar man van 1968-1970 op de pas opgestarte suikerplantage Metahara in Ethiopie. Keizer Haile Selassie was er nog, de revolutie en de verschrikkingen waren nog niet begonnen. Het leven voor een 'vrouw-van' op een Nederlandse suikerplantage was een luizenleventje, zij het een leven met luizen. We lezen over de aankomst, de zwangerschap, de bedienden, de vieze koffie, de ritjes naar de slager in Addis, Sinterklaas op de onderneming enzovoort. Alles opgeschreven als in brieven aan het thuisfront, babbelend en spreektaal ('op zich is daar niets mis mee').