Het kinderboek is kleurrijker, mooier, grappiger en spannender

1. De graphic novel rukt op

Eigenlijk is de Kinderboekenweek een beetje te laat met het griezelthema, want er prijkt al een tijdje een heel andere trend op de lijst met honderd meest verkochte boeken van het jaar: de graphic novel. Series als Het leven van een loser en De waanzinnige boomhut houden het midden tussen krantencartoons en proza. Ze hebben veel humor, weinig diepgang en krijgen jongens enthousiast. Rijzende ster in het genre is Julius Zebra. Deze sul van de savanne wordt samen met zijn vriend Cornelius het wrattenzwijn gevangengenomen voor een optreden in het circus maximus en beleeft dolle avonturen in het Romeinse Rijk.

2. Het kinderboek wordt steeds mooier

Prentenboeken worden steeds mooier. Een tijd lang hadden bekroonde illustratoren de neiging somber en kunstzinnig te werk te gaan, niet iets waar kleuters op zitten te wachten. Vrolijkheid, kleur en eindeloos veel detail zijn helemaal terug bij opkomende illustratoren als Floor Rieder (1985), Wouter Tulp (1979), Loes Riphagen (1983), Martijn van der Linden (1979) en Leo Timmers (1970). Van der Linden won vorige week zijn eerste Gouden Penseel voor het prachtige Tangramkat (Lemniscaat). Van Timmers is Een huis voor Harry, over een bange kater die verdwaalt als hij met een vlinder speelt en overal nieuwe vrienden maakt. De tekeningen hebben zoveel diepte, dat je de verleiding voelt voorwerpen aan te raken en achter deuren te kijken.

3. Voortreffelijke non-fictie

Dat informatieve boeken mooi geschreven, onderhoudend én ontspannend kunnen zijn bewijzen voormalig reclamemaker Jan Paul Schutten (Het raadsel van alles dat leeft, Gottmer), zijn vrouw Bibi Dumon Tak (Mee met de dierenambulance, Querido) en journalist Joukje Akveld (Wij waren hier eerst, Gottmer). Voor wie wel een beetje klaar is met die dieren: kijk eens naar De zweetvoetenman. Rechtszaken saai? Hier niet. De schrijvers bespreken spannende en grappige rechtszaken en passen hun kennis in elk detail van het boek toe.

4. De opgeknapte klassiekers

In de voorleesboekenkast zijn het vertrouwde namen die regeren. Bij de honderd bestverkochte boeken van het jaar vinden we bijna altijd Annie M.G. Schmidt en Roald Dahl. Papa's en mama's, opa's en oma's pakken voor hun kroost kennelijk wat ze zelf vroeger mooi vonden. Imme Dros maakte een swingende nieuwe selectie uit de verhalen van duizend-en-een-nacht: En toen, Sheherazade, en toen? Prachtig (en hier en daar pikant) geïllustreerd door Annemarie van Haeringen.

5. De kinderroman die pijn doet

In de geest van protestschrijver Guus Kuijer, die niet alleen knappe zinnen wilde maken maar ook hedendaagse kinderproblemen aan de kaak stellen, verwennen Simon van der Geest (1978), Anna Woltz (1981), Emiel de Wild (1978) en Gideon Samson (1985) groep acht en brugklas met verhalen vol prachtig opgetekende observaties, spannende verwikkelingen en rake klappen. Samson pakt in De hemel kan wachten (Leopold) weer lekker uit. Patiënt Belle is, zoals van Samson te verwachten valt, geen lieverdje. Het gemeenst is ze tegen haar kleine kamergenoot Jan, die ze aan het huilen brengt door steeds weer over de dood te beginnen. Toch ontstaat er tussen hen een band. Niemand schrijft zo soepel als Samson.