interviewYorick Goldewijk
‘Het is niet goed om kinderen overal voor te behoeden’
Wat zijn dit voor vragen? Naar aanleiding van zijn jeugdroman Duizend & ik, acht dilemma’s voor schrijver, muzikant en componist Yorick Goldewijk (43).
Irene Moors of Carlo Boszhard?
‘Ik ga voor Irene Moors. Ik vond haar vroeger erg leuk in Telekids en dat programma is voor mij echt jeugdsentiment, iets van vroeger. Samen waren ze altijd grappig, als typetjes, maar Irene Moors spreekt me het meest aan.
‘Eind vorig jaar stond ze hier voor de deur om de Gouden Griffel voor Films die nergens draaien uit te reiken, met een camera en een grote taart. Het was een compleet circus. Van de uitgever had ik gehoord dat ik die dag thuis moest blijven. Ik durfde nergens op te hopen, maar op een gegeven moment begon ik er toch rekening mee te houden dat ik de Griffel zou krijgen.
‘Die dag heb ik in een soort mist beleefd, ik was er niet helemaal bij. Emile Op de Coul van uitgeverij Ploegsma had verderop in de straat een half uur staan wachten met champagne en bloemen. Ik voelde me zelfs een beetje bezwaard en vroeg me af of ik wel enthousiast genoeg was. Het was te overdonderend. Een dag later kwam het goed, met een diner in Amsterdam en een groot feest. Het was een fantastische avond. Toen was ik er wel helemaal bij en heb ik alles intens beleefd.
‘Nu ben ik er vooral trots op. Een Gouden Griffel is een belangrijke bekroning en een vorm van erkenning. Aan de ene kant schrijf ik voor mezelf, ik wil iets vertellen. Maar aan de andere kant is het geweldig om te merken dat een boek veel mensen aanspreekt en veel wordt gelezen. Films die nergens draaien kwam in de bestseller-Top-60 terecht en bleef daar negen weken in staan. Dat was heel tof, een werk van mij dat aansluiting vond bij zo veel mensen; een soort wonder eigenlijk.’
De tune van de Ster-radioreclame of de leader van VPRO’s Tegenlicht?
‘Bij ons bedrijf SonicPicnic is al ons werk een gezamenlijk product, we gooien alles op een hoop. De leader van Tegenlicht die vijftien jaar lang bij het programma hoorde, is voor een groot deel gemaakt door de een, de pingel voor de Ster is dan weer vooral ontwikkeld door een ander.
‘SonicPicnic bestaat al twintig jaar. We maken audio voor games, musea, podcasts, films en media. Het is best een bijzonder verhaal. We zijn begonnen als vier studenten aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en waren huisgenoten in Hilversum. Inmiddels zijn we met z’n vijven. We zijn bijna familie van elkaar geworden. We gunnen elkaar dingen. En het bedrijf draait goed.
‘Door het succes van Films die nergens draaien kon ik het me veroorloven om een dag minder te gaan werken. Die extra dag heb ik ook echt nodig, voor bezoeken aan scholen en bibliotheken bijvoorbeeld.’
Schrijver of componist?
‘Lastig. Taal is ook muzikaal, het heeft klank en ritme. Het zijn allebei dynamische kunstvormen waarin tijd een rol speelt, en die anders kunnen beginnen dan ze eindigen. Ook als schrijver ben ik altijd bezig met de cadans. Hoe klinkt het, hoe ritmisch is het?
‘Voor het schrijven heb ik niemand anders nodig. Aan een computer of een pen heb ik genoeg. Ik maak al lang muziek, maar bijna altijd in opdracht. Het schrijven komt uit mezelf, mijn boeken zijn helemaal van mij.
‘Als ik schrijf, heb ik altijd muziek aan staan. Voor elk boek maak ik een aparte playlist. En die muziek moet ik horen tijdens het schrijven. Dus het activeert elkaar ook nog eens heel erg.’
Bach of The Beatles?
‘Tijdens het schrijven van mijn nieuwste boek, Duizend & ik, stonden ze allebei op de playlist; van Bach orgelwerken en van The Beatles Julia en Norwegian Wood. De nummers op de playlist zijn heel verschillend. Het laatste album van Nick Cave staat er ook op en de soundtrack van de laatste Blade Runner-film en nummers van Thom Yorke en werk van Pergolesi. Solitude van Billie Holiday speelt zelfs een belangrijke rol in het verhaal.
‘Tja, wat deze muziek met elkaar gemeen heeft? Dat vraag ik me nu ook af. Op de een of andere manier raakt het elkaar ergens. Duizend & ik is een universum met veel verschillende lagen. Ik wil er niet al te veel over verklappen, maar het heeft ook een sciencefiction-kant. Tegenover de kilte van een grote stad staat de gevoelswereld van Acht, de hoofdpersoon, en haar heimwee.
‘De muziek op de playlist roept het gewenste gevoel bij me op. En de oudere nummers hebben met mijn eigen heimwee naar vroeger te maken. Het totale pakket is net zo gelaagd als Duizend & ik. Tijdens het schrijven werd ik er enorm door geholpen, ik zat als een magneet vast aan het verhaal.’
De Grote Vriendelijke Reus of Sjakie en de Chocoladefabriek van Roald Dahl?
‘De Grote Vriendelijke Reus is nog net iets brutaler en lekkerder dan Sjakie en de Chocoladefabriek. Het is een van mijn lievelingsboeken van vroeger. Ik ben het toevallig aan het voorlezen aan mijn kinderen. Ik herinnerde me nog heel goed de scène dat Sofie in het weeshuis in haar kamer ligt en de reus buiten rondloopt. De sfeer van het boek is me altijd bijgebleven; die voelt als een film.
‘Ik begrijp dat sommige begrippen in de boeken van Dahl worden herschreven; ouderwets taalgebruik bijvoorbeeld. En ik snap ook heel goed dat de vader van Pippi Langkous niet meer negerkoning wordt genoemd en dat de herkomst van de Oempa Loempa’s in Sjakie en de Chocoladefabriek is aangepast. Daar zaten, onbedoeld misschien, racistische kanten aan.
‘Dat aanpassen doet niets af aan het verhaal. Maar verder moet het volgens mij niet gaan. Het moet niet ten koste gaan van de zeggingskracht van een verhaal. Bovendien is niet goed om kinderen overal voor te behoeden. Want de wereld is niet alleen maar lief en zachtaardig.’
Heerhugowaard of Alkmaar?
‘Ik heb er een superfijne jeugd gehad, maar ik verlang niet terug naar Heerhugowaard. Het is toch in de eerste plaats een verzameling wijken. We hadden ook nooit het plan om in Alkmaar te gaan wonen, maar mijn vrouw (illustrator Yvonne Lacet) en ik hadden nauwelijks geld en hier in het centrum bij het station konden we een betaalbaar huis vinden. Impulsief hebben we het gekocht.
‘Het was een gok, maar een hele goede. De buurt is ontzettend fijn, vooral omdat er zo veel verschillende soorten mensen wonen. Alkmaar is maar klein, maar heeft een leuke binnenstad en we kunnen op de fiets naar het strand. De kinderen vinden het hier fantastisch.’
Familie of fictie?
‘Ik kan het als schrijver nauwelijks vermijden om mijn eigen familie in mijn verhalen te betrekken. Want zij kleuren een belangrijk deel van mijn leven, zij bepalen voor een deel wie ik ben. Onbewust misschien gebruik ik hun karakters in mijn personages. Ze voeden me met inspiratie.
‘Toen in 2010 onze zoon werd geboren, Dexter, heb ik een klein verhaaltje voor hem geschreven. Dat was achteraf mijn eerste stap in de wereld van de kinderboeken. Ik vond het zo geweldig om te doen dat het een boek werd, Billy Extra Plankgas, mijn debuut. Dat was pas jaren later, in 2019, ik heb er lang aan gewerkt. De hoofdpersoon heet ook Dexter.
‘In het tweede deel van Billy Extra Plankgas zit ook veel van onze dochter, Billie. In het boek heet ze Franka. Toen het verscheen was Dexter al negen. In het boek vind je terug hoe ze met elkaar omgaan; dat Dexter het irritant vindt dat Billie alles beter denkt te weten, maar ook denkt dat ze misschien toch wel gelijk heeft. Zo gaat het er hier thuis aan toe.
‘De kinderen vinden het heel cool. Ze lezen mijn boeken, ja. Films die nergens draaien vinden ze mijn mooiste boek, terwijl ze in dat verhaal geen rol spelen. Soms krijg ik concreet hulp van ze. Die ruimtekonijnen met de lasers waar je wratten van krijgt, uit het tweede deel van Billy Extra Plankgas, zijn verzonnen door mijn dochter.’
Met lego spelen of pianospelen?
‘Allebei. Ik componeer, soms zit ik hier uren op de piano te pingelen. Lego was vroeger echt een obsessie van me. Als op de middelbare school andere kinderen met elkaar rondhingen of naar een winkelcentrum gingen, speelde ik met lego. Soms ging ik naar de speelgoedwinkel, om de dozen met de afbeeldingen te bekijken. Als ik thuiskwam, probeerde ik die na te bouwen. Ik zie nog steeds een blauw ruimteschip voor me.
‘Als ik iets gebouwd had, keek ik er lang naar, ook naar de binnenkant. Het is nog steeds een tik van me, maar het intense gevoel van vroeger is er niet meer. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd, maar ik bouw nog steeds. Het is een mooie manier om je fantasie aan te spreken. Ik droom erbij weg en ik zie er een bepaalde schoonheid in. Eigenlijk is het simpele manier om orde te scheppen. Want dat lukt je natuurlijk in de rest van je leven veel minder goed.’
Yorick Goldewijk: Duizend & ik. Voor lezers vanaf 13 jaar. Met illustraties van Yvonne Lacet. Uitgeverij Ploegsma, € 17,99.
Yorick Goldewijk
1979 Op 21 juli geboren in Alkmaar
1991 - 1997 Middelbare school Atheneum OSG Huygenwaard in Heerhugowaard
1997 - 2001 Studie muziekcompositie en toegepaste muziek aan de HKU
2019 Debuut, Billy Extra Plankgas
2020 Vervolg op Billy Extra Plankgas: Door de bodem van het heelal
2020 Prentenboek Hier zijn draken, samen met zijn vrouw Yvonne Lacet
2022 Zilveren en Gouden Griffel voor Films die nergens draaien
2023 Duizend & ik
Yorick Goldewijk is getrouwd met kunstenaar en illustrator Yvonne Lacet. Ze hebben twee kinderen en wonen in Alkmaar.