RecensieDe gebroeders Leeuwenhart
Het is heel moeilijk jezelf niet te verliezen in de fantasiewereld van De gebroeders Leeuwenhart ★★★★☆
De voorstelling wordt alleen maar meeslepender door de muziek van Viktor Griffioen.
‘Het is allemaal niet echt, hè’, fluistert een moeder tegen haar ontroerde tienerdochter tijdens de theaterversie van De Gebroeders Leeuwenhart. En ze heeft natuurlijk gelijk: wat er op het podium gebeurt, en dat is een hoop, is allemaal ontsproten aan de breinen van de broers Jonathan en Karel Leeuw.
Als de broertjes Leeuwenhart belandt het tweetal in het mythische rijk Nangijala. Daar trekken ze ten strijde tegen de boosaardige Tengil, die met harde hand heerst over het Bramendal. Ze staan oog in oog met hardvochtige soldaten, een gemene verrader en de bloeddorstige draak Katla. Er vallen doden en er zijn wolven, geheime paden, verzetsleiders. Alles.
Pure fantasy dus. Niet echt. Verzonnen om rauwe werkelijkheid te maskeren of kleur te geven. Want die is veel verdrietiger. Kruimel (Karels bijnaam) ligt namelijk al heel lang doodziek op bed. Hij heeft iets aan zijn luchtwegen. Zijn alleenstaande moeder heeft net te horen gekregen dat hij zeker zal sterven voordat hij 10 wordt. De bleke, verlegen Kruimel krijgt er op veel te jonge leeftijd een reële angst bij: de dood. Samen met zijn broer Jonathan, die een levendige fantasie bezit, verzinnen ze een spannend avontuur, waarin Kruimel leert wat heldhaftigheid is. Tegelijk staat die mythische strijd symbool voor Kruimels doodsstrijd.
Geen lichte thema’s voor een kinderverhaal. Toch was Astrid Lindgrens De gebroeders Leeuwenhart een groot succes vanaf het moment van verschijnen in 1973. Troostend, zo wordt het genoemd door de vele mensen die dit nog steeds het mooiste kinderboek ooit vinden. Onder hen bevindt zich regisseur Casper Vandeputte, die deze geslaagde jeugdtheaterbewerking (voor 8 jaar en ouder) maakte bij het Haagse HNTJong, de jeugdafdeling van Het Nationale Theater. Hij gebruikt hiervoor een toneelbewerking uit de jaren tachtig van het Zweedse duo Marie Lalander en Mats Huddén. Afgelopen zaterdag was de première, die tevens de opening was van De betovering, een internationaal kunstenfestival voor kinderen tot en met 12 jaar.
De bewerking is geslaagd, omdat het kinderspel centraal staat. Wat Vandeputte laat zien is het plezier, de vindingrijkheid en de ongebreidelde fantasie van de broers. In het begin staat er enkel een gigantisch, ouderwets, houten bed op het podium, een sterfbed. Maar al snel, als het avontuur begint, wordt dit onding afgetakeld. De achterwand wordt omver getrapt. Kussens en lakens vormen grotten, stenen, een toegangspoort. Kleding uit moeders kast doet, met kleine aanpassingen, dienst als riddertenue. Een mop met twee knijpers (oren) erop en een deken erover is opeens een paard.
Wie een niveau hoger kijkt, ziet nog veel meer spelplezier. Namelijk bij de acteurs, die zichtbaar lol hebben in deze houtje-touwtjemanier van theatermaken. De hoofdrollen zijn voor Teun Luijkx (Kruimel) en Rick Paul van Mulligen (Jonathan). Die laatste is een perfecte gangmaker, met steeds een schalkse oogopslag als hij zowel broer Kruimel als het publiek het verhaal intrekt. Erg grappig is hoe het lijkt alsof hij bizarre namen voor het rijk ‘Nangijala’ en de draak ‘Katla’ ter plekke verzint. Luijkx is als Kruimel een bang, maar niet laf jongetje, dat in zijn pyjama zijn mannetje staat. Hij maakt het heel moeilijk niet met hem mee te leven.
De vele, leuke bijrollen zijn voor Hannah van Lunteren, Ayisha Siddiqi en Viktor Griffioen. Griffioen maakte ook een handvol liedjes. Eerst een beetje treurig op alleen gitaar en later, tijdens het heetst van de strijd, vol op het drumstel. De voorstelling wordt er alleen maar meeslepender van.
‘Misschien is de dood je beste vriend’, zingt hij op het einde. Zo’n zin hakt erin, zeker in een jeugdvoorstelling. Maar, psst, het is allemaal niet echt, hè.
Theater
De Gebroeders Leeuwenhart, naar Astrid Lindgren, van Het Nationale Theater en HNTJong. Regie: Casper Vandeputte. Met: Teun Luijkx, Rick Paul van Mulligen, Hannah van Lunteren, Ayisha Siddiqi en Viktor Griffioen. Gezien: Theater a/h Spui, Den Haag, 19 oktober. Tournee t/m 15 december.
Astrid Lindgren in het theater
Het werk van de Zweedse Astrid Lindgren (1907-2002) (Pippi Langkous, De gebroeders Leeuwenhart, Ronja de Roversdochter) is wereldberoemd. Ook in het theater. Leeuwenhart was al vaker te zien. Zo speelde Theater Terra in 2012 een poppenmusicalversie van het boek. Ook het Friese Tryater uit Leeuwarden maakte al eens een bewerking. Diezelfde groep komt nu in december met Lindgrens Karlsson van het dak (8+), een familievoorstelling over het gewone jongetje Erik Erikson, die het rare, dikke ventje Karlsson ontmoet, die op het dak woont.
Fans van Pippi kunnen nog op de valreep naar Heidi Pippi Sissi Ronnie Barbie, een regie van Eva Line de Boer, eveneens van HNTjong. De Volkskrant roemde actrice Jessie Wilms als hedendaagse Pippi: ‘Ze krijgt misschien de erven van Astrid Lindgren achter haar broek, maar echt, actrice Jessie Wilms zou à la minute online moeten gaan met de vlogs van haar alter ego P-P-P-Presenting Pippi.’