DagboekJacob van Lennep (1802-1868)
Het hele planetenstelsel past in een huiskamer
Erik van den Berg deelt dagelijks een opmerkelijk fragment uit zijn verzameling historische dagboeken.
Franeker, 9 juni 1823
Enige grachten verder gingen wij de eenvoudige woning van de wolkammer Eise Eisinga binnen. Hij kwam naar ons toe met een voorschoot om en leidde ons in een klein kamertje, waar wij boven ons hoofd het hele planetenstelsel zagen. Alle planeten die hierop afgebeeld staan, bewegen zich werkelijk zoals in de natuur en voltooien hun omloop in de zelfde tijd, net als hun manen.
Vier andere platen laten de op- en ondergang van de zon en maan zien. Op andere ziet men weer de schijnbare beweging van de zon, de lichtgestalte van de maan, de afstand van de aarde tot de zon, van de maan tot de Noord- en Zuidpolen, de dagen van de maand, de week, het uur, de minuten en seconden, ook het jaartal, de noord- en zuiddeclinatie enzovoort.
Dit alles wordt door een slinger in werking gezet. De raderen en pennen zijn allemaal van hout en nemen niet meer plaats in dan de zoldering boven het kamertje, die anderhalve voet hoog is.
De maker toonde mij alles alsof hij in een kermisspel was, zonder dat hij er iets vanaf leek te weten. Wij wisten niet wat wij meer moesten bewonderen: de durf van de onderneming, de voortreffelijkheid en precisie van de uitvoering of de onbegrijpelijke eenvoud van de maker.
Jacob van Lennep (1802-1868), schrijver en rijksadvocaat. Uit: De zomer van 1823 – Het dagboek van zijn voetreis door Nederland (red. Geert Mak, Marita Mathijssen). Atlas Contact, 2018.