De eetbiografieTjalf Sparnaay

Het gebakken ei van Tjalf Sparnaay is een metafoor voor van alles

Tjalf Sparnaay in zijn keuken. Beeld Renate Beense
Tjalf Sparnaay in zijn keuken.Beeld Renate Beense

Voedsel speelt een grote rol in ons leven. In een serie artikelen onderzoekt Nell Westerlaken in hoeverre eten een deel is van onze identiteit. Beeldend kunstenaar Tjalf Sparnaay is dagelijks bezig met voedsel, maar ‘ik heb helemaal niks met koken’.

Nell Westerlaken

Voor een man die het gebakken ei internationale allure heeft gegeven, ontbijt Tjalf Sparnaay (65) opvallend sober. Crackertje, glas verse jus, soms een bakje yoghurt met muesli – vooral geen cholesterolrijke gerechten uit een vette koekenpan. Is hij als beeldend kunstenaar vaak intensief bezig met voedsel, zijn maaltijden houdt hij naar eigen zeggen ‘buitengewoon overzichtelijk’. De dag van dit interview bijvoorbeeld, is een maandag: vaste kipdag. ‘Ik heb niks met koken. Ik gebruik ook veel van die kruidenmixen in zakjes. Heel handig.’

Toch staat hij vaak achter het fornuis. Sparnaay bereidt zelf het voedsel dat hij vastlegt op grote, hyperrealistische schilderijen die wereldwijd worden verkocht. Op het doek brengt hij hamburgers tot leven met ingrediënten die smeuïg uit elkaar lijken te zakken waar je bij staat.

Hij verbeeldt de vergankelijkheid in een aangekoekt randje van een ketchupfles. Beroemd zijn z’n gebakken eieren waarvan hij er tientallen schilderde, met half-transparante dooiers en een bruin Maillardrandje. ‘Je kunt zo’n ei zien als een metafoor voor van alles, maar ik laat dat beeld graag voor zichzelf spreken.’

null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense

Voor zo’n werk bakt hij in één sessie een heel doosje eieren in zijn keukentje in Hilversum dat omgekeerd evenredig klein is aan de grote studio achter zijn huis. Hij fotografeert ze en shopt uit de foto’s een schets voor een ideaal gebakken ei bij elkaar. En ja, als hij dan toch bezig is met die eieren en het is rond lunchtijd, dan wil hij er weleens een boterham mee beleggen.

Eind jaren negentig begon Sparnaay taferelen met fastfood te schilderen, een soort hedendaagse pronkstillevens. ‘Het is een herkenbaar onderwerp dat veel mensen aanspreekt. Het gekke is: als ik aan het werk ben, heb ik totaal niet het idee dat ik bezig ben met voedsel, en dat terwijl ik zo’n hamburger als het ware wórd als ik hem schilder. Maar dan heb ik het over de materie; daar moet je heel diep induiken. Je moet zo’n hamburger een ziel geven.’

null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense
null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense

Draadjesvlees

Wat hij meekreeg uit de keuken van zijn Rotterdamse jeugd, was een calvinistische opvatting over voeding en een levenslange fascinatie voor draadjesvlees. ‘We aten simpele, gezonde Hollandse kost.’ Het enige grote eetritueel was rondom de kerstkalkoen die vader kreeg als relatiegeschenk. ‘Ik zag alleen een griezelig dier in een doos, maar dan kwam oma om hem klaar te maken. Was ze dagen mee bezig. Ik had het met haar zo geregeld dat ik alleen stukjes filet kreeg.’

Vader had als stuurman op de grote vaart exotische keukens leren kennen, ‘maar die vond hij vreselijk’. ‘Ik heb dat ook een beetje. Binnenkort ga ik naar Japan en ik denk nu al: hoe kom ik daar aan normaal eten.’ Vader sneed het vlees op zondag, draadjesvlees. ‘Er zaten van die vetrandjes aan. Ik móést het opeten, al ging ik er bijna van over m’n nek, anders werd ik naar m’n kamer gestuurd. Mocht ik pas terugkomen als mijn bord leeg was. Ik sneed die vetjes er af en propte ze in luciferdoosjes die ik vanuit mijn slaapkamer de tuin in flikkerde. Mijn ouders kwamen erachter, waarna vader mijn vlees voortaan in kleine stukjes sneed, met dat vet eráán. Moest ik het toch opeten.’

Haring in roomsaus

Voordat hij op kamers ging als student aan de sportacademie leerde zijn moeder hem in een halfuurtje hoe hij aardappels moest koken. Hij stampte appelmoes door zijn aardappels ‘en dat was het’. ‘Nu eet ik evenwichtig, maar hoe ik toen aan de juiste voedingswaarden kwam, weet ik ook niet.’

Later, toen hij als autodidact aan het schilderen was geslagen, woonde hij aan de Amsterdamse Oudezijds boven een Frans restaurant. ‘Ik mocht er een keer gratis eten, omdat ik wat voor ze had getekend en bestelde haring in roomsaus. Erg lekker. Dat maakte wel iets in me wakker. Ik bleek het ook na te kunnen maken, op m’n gevoel. Ik kan gek genoeg veel eten op m’n gevoel nakoken. Soms speel ik met de theorie dat ik een uitzonderlijk goede smaak heb en dat veel dingen gewoon echt niet lekker zijn. Dat kan natuurlijk ook komen doordat ik mijn smaak nooit goed heb ontwikkeld.’

null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense

Signature dish

Hij blijft een kieskeurige eter. ‘Mijn schoonvader zei in restaurants weleens tegen zijn vrouw: Bep, lust ik dit? Zo ben ik ook een beetje. Mijn vrouw scant vaak de kaart. Als ze zegt: er zit niets voor je tussen, gaan we gewoon naar een ander restaurant.’ Alleen over wijn hoeven ze hem niets wijs te maken, zegt hij, terwijl hij opstaat. ‘Wil je een glas? Ik heb een lekkere sauvignon. Ik hou ook van gris uit de Provence. En in Loirewijnen heb ik me zelfs een beetje gespecialiseerd.’

Zijn vrouw en hij koken om de beurt ‘iets gewoons’. De oven gaat zelden aan, de magnetron wacht al jaren op een gerecht. ‘Vrienden die komen eten, brengen vaak gerechten mee. Vinden ze leuk. Mijn vrouw en ik maken dan het voorgerecht.’ Toch heeft hij een speciale pan, voor een speciaal gerecht. ‘Ik heb een foto van mijn oude vader in een rolstoel in museum De Fundatie te Zwolle, kijkend naar mijn schilderij van draadjesvlees. Hij was toen dement en snapte er weinig meer van.’

Het schilderij was niet eens een zoete wraak op de vetrandjes van vroeger. Sparnaay heeft van dat ooit versmade vlees zijn signature dish gemaakt, zijn enige. ‘Kruidnagel erbij, azijn, laurier, wat soepgroenten: pure smaken. Dat vind ik heerlijk.’

Smaakgevoel

Gek op: ‘Oude Hollandse kaas.’

Lust geen: ‘Mosselen en oesters. Dat mondgevoel alleen al: gadverdamme.’

Japan, na de reis: ‘Het traditionele Japanse eten vond ik afschuwelijk. Het ontbijt is nog erger, die vissen. Maar nergens at ik zulke goeie hamburgers.’

Eigen restaurant: ‘Op het menu zou eten staan dat ik schilder. Frites maison bijvoorbeeld, zelfgemaakte mayonaise.’

Tafelen: ‘Met veel mensen aan de tafel hier in het atelier. En dan een goede cateraar laten komen.’

Tot en met 1 maart is in Museum JAN (voorheen Museum Jan van der Togt) in Amstelveen de expositie Delicious Paintings te zien, van Tjalf Sparnaay.

Ei op Bord  van Tjalf Sparnaay, 1999. Beeld Tjalf Sparnaay
Ei op Bord van Tjalf Sparnaay, 1999.Beeld Tjalf Sparnaay

Gebakken ei om te schilderen

Benodigdheden

1 vrije uitloop ei

Scheutje olie

Neem een oude koekenpan met bolle bodem en verhit de olie iets te lang. Tik het ei kapot op de rand en knijp er vervolgens hard in. De dooier zal stukgaan en er valt wat schil in de pan. Het eierstruif gaat sissen. De randen krijgen onmiddellijk een flinterdunne, bruin-witte krakelingachtige structuur met grote blauw rokende bellen erin. Het ei laat zich hierna niet soepel op een bord glijden en blijft gedeeltelijk in de pan hangen. Als het meezit, ontstaat er een prachtige mislukking, ook qua geur.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden