Henry van Loon: 'Je kunt in het leven alleen maar je best doen, lief zijn voor anderen, het leuk hebben. Meer niet'
Cabaretier Henry van Loon trekt volle zalen, maar in de publiciteit staan gaat hem niet altijd even makkelijk af. 'Mensen schrikken vaak: O, hij is helemaal anders dan op het podium.'
Henry van Loon denkt na - hij denkt veel na.
'Kom ik weer over als een piekeraar?', vraagt hij aan het einde van het gesprek, op zijn tijdelijke etage in Amsterdam. 'Eigenlijk gaat het goed. Moet ik dan zeggen dat het heel goed gaat? Nee, want dat is ook zo obvious. Ik ben gewoon eerlijk. Het is iets van deze tijd dat iedereen net doet alsof het alleen maar geweldig gaat. Maar toch vertik ik het. Daar help je mensen ook niet mee. Kijk, misschien hebben anderen iets aan mijn verhaal.'
Het is toch ook niet alleen maar gepieker? Je gaat je verjaardag vieren, vertelde je.
'De laatste keer dat ik mijn verjaardag vierde was ik 19. Ik had zo extreem boodschappen gedaan, zo gezorgd dat alles er was. Mijn perfectionisme. Of faalangst. Witte wijn en rooie wijn en bier en port en ook nog een borreltje. Om 9 uur dacht ik: ik neem alvast een biertje, ze zullen zo wel komen. Er kwam steeds maar niemand. Tegen twaalven, toen was er iemand. Toen lag ik inmiddels al op bed. Toen had ik van de zenuwen zoveel bier gedronken en was ik zo kapot van de dag, dat het feest zonder mij begon.'
Mooie anekdote.
'Stom he?'
Maar nu denk je...
'Nu ben ik niet bang meer dat mensen niet komen. Want ik weet dat ze er zullen zijn. Ik ben niet bang dat ik geen leuk feest kan geven. Want ik weet dat ik een leuk feest kan geven.' Glimlach. 'Ik ga mijn verjaardag vieren. Goeie titel.' Hij slikt een vitaminepil uit het potje voor hem op de grote tafel, ingeklemd tussen verhuisdozen en een wasrek vol net gewassen kleren.
2017 was een jaar waarin 'alles tegelijk gebeurde', met cabaretier en acteur Henry van Loon, intussen beter bekend als Volkert, de ondoorgrondelijke conciërge uit de recente tv-hit De Luizenmoeder. Een donker jaar, met ook nog wat zon. Zijn moeder werd ziek, vriendin Jennifer Hoffman (de moeder van Floor in De Luizenmoeder) verbrak na zes jaar hun relatie, hij moest verhuizen uit haar woning, raakte overspannen, volgde een therapie die hem hielp de pijn van een doorwoekerend jeugdtrauma te verzachten en ontmoette een nieuwe liefde. Die hij nog net kon voorstellen aan zijn moeder - voordat ze overleed, op 30 december.
Vanaf het balkon, rokend, over de tijd dat hij overspannen was: 'Ik kon nog wel functioneren, maar op het podium moest ik bètablokkers slikken. Ik kreeg mijn hoofd niet meer stil. Ik kon ook niet meer plannen. Turbo: o, ik moet dit doen en ik moet dat doen en hoe laat ben ik er als ik nu op de fiets naar de parkeergarage ga om mijn auto op te halen? Heel vaag allemaal. Wel eng.'
De bel gaat. De komiek rent de trap af, op die lange elastische benen waarmee hij zo aanstekelijk op en neer veert, tijdens optredens. Een pakketje van de bloemenwinkel. 'Cadeau van de producent. Omdat we nu 4,2 miljoen kijkers hebben met terugkijken erbij. Idioot.'
Je was verrast, door het succes van De Luizenmoeder?
Meteen: 'Ja. Ik wist dat het tof was, maar het is een hype geworden. Net als die fidget spinners, of de lolobal of de hoelahoep.'
In hoeverre komt dat omdat er in de serie dingen worden gezegd die je niet meer mag zeggen? Die lucht geven aan verboden gevoelens van kijkers?
'Dat politiek incorrecte, af en toe met de botte bijl, is wel een element. Maar zover gaan die grappen nou ook weer niet. Iedereen wil tegenwoordig alles verklaren en iedereen heeft een mening en kan die ook ventileren. Terwijl: pffff. Een hype, probeer die maar eens te ontleden, dat is beyond. We hebben gewoon iets leuks gemaakt. Het is toch een afspiegeling, om maar een stom woord te gebruiken. Kijkers herkennen de onmacht van de directeur die niet goed weet hoe hij met racisme moet omgaan. Of die eigenlijk racistisch is, zonder dat-ie het in de gaten heeft.
'En de doelgroep is erg groot. Ouders met schoolgaande kinderen. Mensen die veel thuis zijn en veel televisie kijken omdat ze vaak thuis zijn. Het is het koffieautomaatgesprek de volgende dag. Je moet het gezien hebben, anders kun je niet meepraten.'
Later, aarzelend: 'Ik durf nog niet zo goed allerlei grote uitspraken te doen. Ik ben nog in de opbouwfase van mijn carrière. Ik ben nog zieltjes aan het winnen. Toch wel bang voor de publieke opinie, of zo. Ik sta nog niet zo sterk in mijn schoenen. Ik kan een ding goed: grapjes maken. En acteren.'
En zingen.
Oprecht, bijna verrast: 'Dankjewel.'
In de rol van Volkert de conciërge roep je een onderhuidse spanning op: de man met een geheim, iemand van wie anderen slecht hoogte krijgen. Het is een rol die dicht bij je lijkt te staan.
'Ik heb het ook van mezelf, ja. Ik kan een beetje afstandelijk overkomen in het normale leven. Ik heb er dus weinig last van dat ik op straat word aangesproken - dat heb ik gewoon niet. Ik zie mensen wel stiekem kijken, dan draaien die ogen zo helemaal in hun schedel. Het heeft te maken met mijn uitstraling, mijn zware wenkbrauwen, mijn deadpan-gezicht. En deels komt die afstandelijkheid ook door... Net als nu: kan ik je vertrouwen?'
Zijn laatste voorstelling Sleutelmoment werd zo goed ontvangen dat hij er opnieuw mee door Nederland trekt, in uitverkochte zalen. Een gekke, razendsnelle show met stand-up, typetjes, liedjes en een bijzondere eigen, soms onnavolgbare vorm van humor. In de krant werd hij eind 2016 uitgeroepen tot een van de meest getalenteerde komieken van Nederland.
En toen gebeurde er dus opeens van alles tegelijk. Zelfs optreden vond hij niet meer leuk, omdat hij te veel dingen naast elkaar deed. 'Werk, familie, liefde, huis: de vier pijlers van mijn leven stonden onder druk of eronder vandaan geslagen. Ik dacht de hele tijd: straks ga ik op vakantie, dan komt het allemaal wel goed. Tot mijn manager ingreep: je moet hier nu echt iets aan doen.'
Hij kreeg het telefoonnummer van een psycholoog en ging met haar op stilteretraite - even helemaal niets. 'Toen heb ik een paar dagen zitten janken en ben eh...' Aarzelende lach: 'Heel veel aangegaan, om het zo maar te zeggen.'
Lang verhaal kort: hij kreeg EMDR, Eye Movement Desensitization and Reprocessing, een populaire, snelwerkende therapie voor mensen die last houden van een ingrijpende ervaring. Als behandeling tegen zijn jeugdtrauma, waarover hij het niet wil hebben. 'Ze vragen je die herinnering naar boven te halen en leiden je daarna af met piepjes in je oren of een bewegende vinger. Zo wordt de herinnering anders opgeslagen. Dat heeft me erg geholpen. Bizar hè? Mijn psycholoog zei ook: ik weet niet hoe het werkt, maar het werkt. Dat is fijn.'
Tekst gaat verder onder de foto.
CV Henry van Loon
1982 Geboren op 8 april in Oirschot
Opleiding
2001-2003 Toneelschool en Kleinkunstacademie Amsterdam.
Carrière
2004 Lid van Comedytrain
Vanaf 2004 Speelt in Kopspijkers, Koppensnellers, Comedy Live.
2010 Filmrol New Kids Turbo.
2011 Cabaretvoorstelling De Henry van Loon Entertainment Show.
2012 Cabaretvoorstelling Electropis.
2013 Filmrol Bro's before Ho's.
2014 Cabaretvoorstelling Sluimer.
2015 Filmrol De Boskampi's.
2016 Cabaretvoorstelling Sleutelmoment.
2017 Rol in tv-serie Van God Los.
2018 Conciërge Volkert in De Luizenmoeder.
Henry van Loon woont in Amsterdam.
Want je zat er erg mee?
'Nee.'
Maar het zat er wel.
'Kennelijk. De psycholoog had een goeie analogie met een computer. Ze zei: 'Met je hardware is niks mis. De software kun je schoonmaken, waardoor het allemaal soepeler loopt.' Het heeft me, vooral op het podium, een enorm zelfvertrouwen gegeven. En het besef: ik mag er zijn.'
Je staat nu ontspannener op het podium?
'Ja. Ik ga er niet meer vanuit dat toeschouwers me willen aanvallen, maar dat ze gewoon willen lachen.'
Dat moet moeilijk zijn geweest, met die vrees een zaal binnengaan.
'Heel moeilijk. Vooral in mijn eerste jaren, toen ik er bijna geld moest bijleggen omdat er weinig publiek kwam, omdat het steeds maar niet aansloeg. De hele tijd dacht ik: ben ik wel goed? Kennelijk is het niet leuk genoeg. Terwijl: ik was begonnen in de crisisjaren, in een tijd dat het toch al niet makkelijk was mensen naar het theater te krijgen. Op verkeerde momenten zaten er twintig man in de zaal. En als je dan toch al niet lekker in je vel zit... Tuurlijk ga je twijfelen aan jezelf.'
Later: 'Voor mijn eerste show had ik paniekaanvallen, door de druk die erop lag. Daarna werd ik angstiger. Er waren allemaal dingetjes... Mijn broer, die de techniek doet, merkte het in de kleedkamer. Ik had een bepaalde manier om mezelf aan te kleden, voor ik opging. Eerst alles uit, behalve mijn onderbroek. Dan de zenderband om. Dan het shirt aan. Dan de broek. Dan de jas.'
Dwangneuroses?
'Nee, nou niet... Ja. Een soort controle: dan moet ik mijn tanden poetsen en dan neem ik nog een kauwgumpje en dat spuug ik uit en dán ga ik op. Dat heb ik nu allemaal niet meer. Ik doe wat aan, en pfft, ik loop gewoon op.'
Veel artiesten hebben rituelen voorafgaand aan een optreden.
'Maar ik wou er altijd vanaf. En toen mijn manager ingreep, besefte ik: ik denk wel dat ik mijn angsten in de hand heb, maar het is niet zo.'
Je broer zei dat jullie geen praters waren, thuis, in het Brabantse Oirschot.
'Niet per se, nee. Volgens mij is dat ook meer de generatie van mijn ouders. En Brabantse nuchterheid. Het was niet zoals tegenwoordig: 'Hoe voel je je?' Ik vind het ook wel charmant, dat we aan weinig woorden genoeg hadden. Mijn moeder en ik begrepen elkaar heel goed. En we hadden elkaar erg lief. Ik ben mijn maatje kwijt, in het gezin.'
Hoe was het om op te treden toen zij ziek werd?
Verontschuldigende lach om de sterke reactie die de vraag bij hem oproept. 'Als je erover begint, moet ik alweer bijna huilen. Stom. Nee, logisch. Maar dat had ik niet verwacht. De laatste week heb ik het er zo moeilijk mee, shit. Het verdriet kost energie. Het is een fundamentele pijn, die ik voel. Echt pijn. Hartenpijn.'
Dan: 'Ik kon wel de knop omzetten. Iets van twee weken voor ze overleed heb ik The Roast of Giel Beelen nog gedaan. Dus dat kon ik.'
Hij vraagt: 'Stroopwafel?' Steekt nog een sigaret op, op het balkon.
Het onthutsende verhaal van zijn moeder vertelt hij in grote lijnen. Ze kreeg kanker, maar het leek goed behandelbaar. De tumor werd bijna helemaal weggehaald; chemo moest de laatste restjes vernietigen. De artsen zouden dat meten aan de hand van een stofje in haar bloed. Alleen: bij zijn moeder ontbrak dat stofje. Dus zagen de dokters niet dat de tumor resistent was geworden tegen de chemo en alweer aan het groeien was. 'Ik verwacht niks geks', zei de oncoloog, die de uitslag van een laatste scan zou doorbellen. Dat telefoontje bleek een kogel. 'Komt u toch maar even langs, want het is niet goed.' Vader van Loon, die boodschappen deed, trof haar bij thuiskomst totaal overstuur aan: 'Ik ga dood. Ik ga dood!'
Slok gezond sap: 'Dat hoorde ik van mijn vader en ik vond het fijn dat hij het vertelde. Moeders houden altijd dingen weg bij hun kinderen. Zo is mijn moeder altijd geweest, tot op het laatst. Dat ze er echt voor ons was. Och man, ik kan je dingen vertellen... Djiezus.'
Gewriemel aan zijn onderbeen. 'Vorig jaar heb ik een tatoeage genomen. Mijn moeder was daar fel op tegen. Ze had een goeie oneliner.' Plat Brabants, de imitator die hij van jongs af is: 'En dan hebbu de mensen de naam van hun kiendje op hun onderarm geschreven. Ge kunt toch gggodverdomme de naam van uw eigen kind wel onthouwe?'
Ze had een punt.
'Zeker. Goeie grap, ja.'
Jij bewaart alle gekte voor op het podium. In het gewone leven ben je erg serieus.
'Niet zozeer serieus, maar rustig. Ik heb een observerend karakter. Als ik twee mensen met elkaar zie praten, kijk ik vooral naar de manier waarop ze praten, hoe ze erbij staan, hoe ze bewegen. En vooral ook: hoe dingen níet werken. Daar zit ik bovenop. Eerder dan dat ik me in een gesprek meng. Dat had ik vroeger misschien wel meer dan nu. Het maakt je ook zelfbewust - dat je weet hoe jezelf erbij staat in een gesprek. Waardoor je dus ook niet het achterste van je tong laat zien. Dat ben ik dus aan het aanpassen.'
Want eigenlijk moet je denken: donder allemaal maar op, ik ben wie ik ben.
'Wat ik dus steeds meer doe. Schijt hebben. Schijt aan de mensen hebben. Sinds mijn moeder dood is, heb ik ook het gevoel dat ik minder te verliezen heb. Dat het leven kort is en dat je maar een keer leeft. Weer allemaal van die clichés, maar totaal waar. Koffie?'
Vanuit de keuken klinkt gefluit. Henry van Loon kan bijzonder fluit-zingen, laat hij horen in zijn laatste voorstelling. Zingen en fluiten tegelijk. Tamelijk uniek.
'Vind je het leuk met me te praten?', vraagt hij vanuit de keuken.
Ja.
'Oké.'
Als hij terugkomt: 'Ik voel me altijd een beetje opgelaten. En ik kan lang van stof zijn, alle kanten opgaan. Wat heb ik nou gezegd, denk ik dan. Ik heb er ook niet om gevraagd, om in de publiciteit te staan. Ik wilde cabaret maken. Het hoeft natuurlijk ook niet: ik kan ook alleen maar shows maken. Maar het is wel zo dat ik al acht jaar bezig ben. En sinds het succes van The Roast en De Luizenmoeder zitten mijn zalen vol. Het is nu ineens aan de hand, of zo.'
Je broer vertelde dat je niet vaak meegaat naar de foyer. Hij zei: 'Dan zit Henry in zijn eentje aan de bar te drinken en ik loop de boel te entertainen.'
'Als een directeur vraagt om nog wat mee te gaan drinken, ga ik echt wel mee. Maar als het niet hoeft, dan niet. Vaak is het een beetje ongemakkelijk, omdat je voelt dat mensen schrikken: O, hij is heel anders dan net op het podium. Wat je hebt in de foyer is...' Hij schiet in zijn imitatierol.
'Hee, leuke show man!'
'Dank je.'
'Dus eh... Je kan ervan rondkomen?'
'Ja nou, ik doe dit al acht jaar en...'
'Eh zo weer terug naar Amsterdam eh?'
'Ja.'
Concluderend: 'Dus daar heb ik niet zoveel aan.'
En daar ben je ook niet goed in.
'Ben ik ook niet goed in. Ik heb het publiek al gegeven wat ik wilde geven.'
Waarom wilde je eigenlijk zo graag komiek worden?
'Dat wilde ik altijd al.'
Maar waarom?
'Tja. Ik zou kunnen antwoorden dat ik mijn vader vroeger op het podium zag zingen met z'n amateurband; hij deed dan ook weleens gek. Maar ik weet het niet. Ik keek naar Tommy Cooper en Jerry Lewis met zijn elastieken gezicht en mijn vader lachte daarom, net als later om Theo Maassen en Hans Teeuwen. Ik dacht: dat wil ik ook. Dat kan ik ook. Ik wist al vrij vroeg dat ik het kon. Maar ik dacht: dat kan iedereen. Ik moet er alleen de beste in worden. Als ik vanuit het niets iemand imiteer, denken anderen: hoe doet-ie dat? Terwijl: voor mij is dat volstrekt natuurlijk. Dat doe ik al zo lang als ik leef. Ik zat altijd gekke bekken te trekken in de klas. Of ik deed van die slapstickdingetjes: ineens iets laten vallen, zoals Tommy Cooper.'
Denkt na: 'Ik ben lang alleen maar met mezelf bezig geweest. Alleen maar: 'Ik ben comedian. Ik ben bezig met mijn vák.' Ik merk dat ik een ouwe lul begin te worden. Als ik nu een 22-jarige zie, denk ik: waar ben je mee bezig?, met je kleren en je scooter en je harde praten. Hallo, je bent niet alleen op de wereld. Maar zo was ik vroeger ook.'
Was het ingewikkeld om met Jennifer Hoffman samen te werken in De Luizenmoeder?
'Dat was niet makkelijk, nee. De opnamen waren vorige zomer. Toen waren we al uit elkaar, sinds maart. Het was niet mijn keuze. Het liep niet meer, laten we het daar maar op houden. Op zich neem je je verlies en ga je door met je leven. Maar als je elkaar weer tegenkomt op de set, wordt de wond opengekrabd.'
Onverwacht vertelt hij over een nieuwe vriendin. Ze heeft zijn moeder nog ontmoet, in haar laatste fase. 'Eigenlijk was het een valse start: we werden meteen in het diepe gegooid. Maar het was ook bijzonder.'
Negen dagen na het gesprek stuurt hij een treurige sms: het is uit. Of haar naam uit het interview mag.
Wat een jaar.
'Behoorlijk, ja. Een maand voor mijn moeder overleed, riep ze het gezin bij elkaar, met zijn viertjes. Ons pap had een bultje in zijn lies, vertelde ze. Non-Hodgkin. Als het allemaal goed gaat, is het een chronische ziekte en niet levensbedreigend. Maar er ging wel een schakelaartje om in mijn hoofd. Van: je hebt er niks over te zeggen. Totaal niks over te zeggen. Weer iets erbij, uit het niets. Het komt zoals het komt. Dat geeft een vrij gevoel, als je het positief zou willen interpreteren. Je kunt in het leven alleen maar je best doen, een beetje lief zijn voor anderen, en het leuk hebben. Meer kun je niet doen.'
Hij rolt zijn broekspijp op: een mandalatatoeage, een boeddhistisch symbool, op zijn onderbeen. 'Zonde', zei mijn moeder toen ik 'm liet zien, vorig jaar. 'Maar als jij het wilt, moet jij dat doen.' Dat vond ik al heel wat.'
Haalt adem: 'Het is enorm snel gegaan met haar. 'U moet in maanden denken, niet in jaren', zei de oncoloog na de uitslag van de scan. Ze leefde nog twee maanden. Ik kreeg haar trouwring, een mooi aandenken. En toen gaf ze mijn broer en mij een envelop met 100 euro. Ze zei tegen mij: 'Ik weet niet wat een tatoeage kost, maar...'
Korte stilte. 'Dat is toch fantastisch? Echt liefde. Ze had ook kunnen zeggen: 'Beloof me dat je er geen meer laat zetten. Want ik haat ze.' Maar ze maakte duidelijk: Hier, leef je leven. Dat is toch... Dat vind ik van een niveau... Ongelooflijk. Tering, wat is dat leerzaam.'
Eindelijk weekend
Tot twee jaar geleden kon Henry van Loon niet ontspannen. Nu wel
Het weekend is begonnen. Cabaretier en acteur Henry van Loon (35) schudt de week van zich af in zijn favoriete motorzaak. (+)