Lezen&schrijvenTom Hofman
Harry Potter leerde mij lezen én schrijven
Lezen is goed. Dus is het jammer dat jongeren zo weinig lezen. Wij vragen jonge schrijvers welk boek hen aan het lezen kreeg. Vandaag Tom Hofland (27) over Harry Potter.
Wanneer ik vroeger lego cadeau kreeg was ik vaak teleurgesteld. Er zaten namelijk altijd zoveel blokjes bij. En blokjes: die konden me gestolen worden. Ik wilde wel lego, maar dan uitsluitend de poppetjes. Die kleine gele mannetjes gebruikte ik namelijk om mijn zelfbedachte verhalen mee uit te spelen. Aangezien die verhalen steeds groter en complexer werden, had ik al gauw een tekort aan figuranten. Mijn zus had redelijk wat barbies, maar die konden geen zwaarden vasthouden. Mijn plastic soldaatjes zaten vast in één pose, dus daar viel ook niets mee te beginnen. Nee, legomannetjes waren absoluut superieur: ze konden pruikjes op, andere broeken aan, en zo elke rol aannemen die je maar wilde. Bovendien kon je een plastic zwaardje precies tussen benen en torso steken, dus dat kwam goed van pas tijdens veldslagen.
In die tijd las ik weinig. Ik weet dat er veel werd voorgelezen, maar het zelf lezen interesseerde me nog niet. Veel liever zat ik te fantaseren en met poppetjes te spelen. In mijn beleving kon geen boek daar tegenop.
Tot er op een dag een nieuw boek in alle kinderkamers van Apeldoorn verscheen: Harry Potter en de steen der wijzen. Het boek was even dik als mijn vuist. Ik hoorde dat christelijke scholen het wilden verbieden: ik móést het lezen.
Tom Hofland ( 27 ) debuteerde in 2017 met Lyssa (uitgeverij Querido), een roman in de vorm van een 19de-eeuws kostuumdrama. De Volkskrant riep hem uit tot het literaire talent van 2018.
Toen ik op een middag met koorts op de bank lag was het moment daar. Ik vroeg mijn moeder of ze Harry Potter wilde voorlezen. Alohomora! Daar vlogen de sloten van mijn hersenpan open. Misschien kwam het door de koorts, maar ik lag zelf in dat wiegje aan de Ligusterlaan in Klein Zanikem. Ik werd door de reusachtige Hagrid op een vliegende motor getild en zo kwam ik, na een korte stop op de Wegisweg en een akkefietje in Goudgreep, op Zweinstein aan.
En het mooiste was: alle avonturen die Harry, Ron en Hermelien beleefden op de tovernaarsschool waren nog veel spannender dan ik zelf ooit had kunnen bedenken. En wanneer je een boek vindt dat je eigen verbeelding overtreft: dat is het beste wat je kan overkomen. Het gebeurt niet vaak, maar zo’n ervaring verrijkt je wereld, vooral op jonge leeftijd, als geen ander.
Ik wil niet zeggen dat het direct daarna gebeurde, maar de legopoppetjes verdwenen langzaam in de kist. Het voorlezen hoefde niet meer. Voor het eerst nam ik boeken zelf mee naar mijn kamer, las ze in bed, en viel er mee in slaap. Ik verdronk me niet meer uitsluitend in mijn eigen fantasieën, maar nu ook in die van anderen.
Dat jaar schreef ik op school mijn eerste korte verhaaltje: Timmy Joker en het Magische Zwembad. Een veel duidelijkere Harry Potter-rip-off had het niet kunnen zijn, maar het lezen van Harry had iets in mij losgemaakt. Ik werd verliefd op het idee dat je verhalen niet alleen uit kon spelen, maar ze op kon schrijven. Harry Potter maakte van mij dus niet alleen een lezer, maar ook een schrijver. En dat is ergens, met veel fantasie, ook een soort van tovenaar.