Drama

Hable con ella

Verliefd op een coma-patiënt

Pauline Kleijer

'Eenzaamheid, denk ik', antwoordt de wereldvreemde Benigno op de vraag van een psychiater wat zijn probleem is. Het geldt voor wel meer personages in de laatste film van Pedro Almodóvar. Volgens de regisseur zou 'Eenzaamheid, denk ik' ook een goede titel zijn geweest, of anders 'De man die huilt' - maar die was al eens gebruikt.

Het werd uiteindelijk Hable con ella: praat met haar. De eenzame Benigno zegt het tegen Marco, de man die huilt. Ze ontmoeten elkaar in een privé-kliniek, waar de vrouwen die zij liefhebben allebei in een coma liggen. Volgens Benigno heeft het zin tegen comapatiënten te praten, ook al kunnen zij niets terugzeggen en misschien wel niets verstaan.


Marco huilt zodra hij iets moois ziet of hoort, omdat hij het plezier niet meer kan delen met zijn ex-vrouw. Het liefdesverdriet slijt wanneer hij Lydia ontmoet, een stierenvechtster die zelf ook net bekomen is van een vastgelopen liefde. Ze zijn nog maar kort samen als Lydia door een stier op de horens wordt genomen en in coma raakt.


Benigno heeft zijn hele leven niets anders gedaan dan aan het bed van vrouwen zitten. Eerst was het zijn zieke moeder, daarna werd hij de persoonlijk verpleger van de mooie, jonge Alicia, op wie hij hopeloos verliefd is. Hij wast haar haren, lakt haar nagels, kleedt haar aan en uit, en vertelt over de films en dansvoorstellingen die hij speciaal voor haar is gaan zien.


Net als in Todo sobre mi madre (All About My Mother, 1999), Almodóvars vorige, veelbekroonde film, raken in Hable con ella verschillende verhaallijnen met elkaar verknoopt. Vluchtige bijrollen kent het universum van Almodóvar niet: ieder personage heeft een uitgebreide geschiedenis en een tot in de details uitgewerkt karakter. Alles is even belangrijk, en niets is toevallig.


Het maakt dat zijn films zich moeilijk in een paar zinnen laten navertellen, maar de Spaanse regisseur weet als geen ander hoe hij van een mengelmoes aan ideeën, emoties en karakters een coherente film kan smeden. Vroeger stelde hij die kwaliteit in dienst van komedies vol kitscherige decors, scabreuze seks en bizarre plotverwikkelingen. Maar sinds Carne trémula (Live Flesh, 1997) is Almodóvar serieuzer geworden.


Nog altijd zijn zijn verhalen bepaald niet alledaags. Op papier is zijn nieuwste film zelfs extravagant als vanouds; de gebeurtenissen lijken ontleend aan de kolommen van een roddelblad. 'Vijfentwintigjarige homoseksuele maagd misbruikt comapatiënte'.


Die schijn bedriegt. Hable con ella is een ingetogen, ontroerende vertelling over intense liefde en vriendschap. Benigno mag dan obsessief verliefd zijn, op het gevaarlijke af, hij is ook een trouw verpleger en een aandoenlijke vriend. Marco, de man die zo snel een brok in zijn keel krijgt, is in vergelijking met Benigno een stuk normaler. Maar wat is eigenlijk normaal?


Het is maar één van de vele vragen die Almodóvar oproept, zonder dwingend of belerend te zijn. Als hij zijn publiek met Hable con ella iets wil bijbrengen, is het meer oog te hebben voor schoonheid. Hij stopt zijn film vol met de dingen die hij mooi vindt: fragmenten moderne dans van Pina Bausch, de zoetgevooisde zang van Caetano Veloso. Ieder boek dat ergens in de film op een nachtkastje ligt, is een favoriet van de regisseur.


Dat zou pedant kunnen zijn, maar werkt eerder aanstekelijk. En gelukkig heeft Almodóvar zijn speelse kant niet helemaal afgeschud, zoals blijkt uit het zeven minuten durende intermezzo waarin hij een zogenaamde jaren-twintigfilm voorschotelt, met alweer zo'n raak gekozen titel: Amante menguante, 'De Krimpende Minnaar'. Een briljante fantasie, schrijnend en hilarisch tegelijk.


Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden