Wakkerlandsjan Kuitenbrouwer
Genderneutraal opvoeden begint met een genderneutrale naam
Meepraten voor beginners: Jan Kuitenbrouwer schrijft het woordenboek van de verbale burgeroorlog die we het ‘openbaar debat’ noemen. Deze week, onder de G: genderneutraal.
Frankrijk begon er een paar jaar geleden mee en ook in Nederlandse speelgoedwinkels vervaagt de grens tussen de jongens- en de meisjesafdeling. Barbie staat naast Bob de Bouwer en heeft inmiddels een naamloos —> nonbinair soortgenootje, met een androgyn lijf en een garderobe van —> uniseks kledingstukjes.
Als —> gender aangeleerd gedrag is, kun je proberen dat leerproces te doorbreken door een kind —> genderneutraal op te voeden. Dat zou volledige controle vereisen over alle gendergevoelige prikkels die een kind ontvangt, en dat is een illusie. Dan moet het voor elke keer dat het roze ziet iets lichtblauws zien, voor elke rok een broek, voor elke gereedschapskist een verbandtrommel, enzovoorts.
Maar je kunt beginnen met een genderneutrale naam. Daar zijn er vrij veel van, in alle taalgebieden, ook in Nederland. Anne, Bo, Cor, Danny, Eef, Floor, Gerry, Henny, Iemke, Joop, Kees, Lieve, Maxim, Nico, Ot, Pascal, Quirijn, Robin, Sacha, Tracy, Uri, Vic, Willy, Xanne, Yael, Zoey – keuze genoeg.
‘Willy’ was lange tijd de populairste Nederlandse uniseks voornaam, momenteel staat die op de derde plaats, ‘Anne’ is nummer één, gevolgd door ‘Robin’. Ongeveer 6 procent van de Nederlandse kinderen krijgt zo’n voornaam. Gezien de gendertrend zou je een toename verwachten, maar dat percentage is al twintig jaar stabiel. Toch kan die statistiek een vertekend beeld geven. Diezelfde gendertrend leidt immers ook tot meer gendertransities, waarbij iemands geboortenaam plaatsmaakt voor een wedergeboortenaam, zogezegd. Van die namen zijn geen statistieken.
Oldskool transseksuelen hebben een voorkeur voor klassiek vrouwelijke voornamen. Op TransgenderNamehelp.tumbler staat een lijst ‘Old fashioned male-to-female names’, zoals Charlotte, Florence, Mabel, Rose en Victoria.
Ook namen eindigend op -lyn doen het goed bij transvrouwen, Marilyn, Evelyn, en natuurlijk Caitlyn, door Caitlyn-voorheen-Bruce Jenner, de oud-atleet, vader, pardon, —> niet-geboorteouder van de gezusters Kardashian en Amerika’s beroemdste transvrouw.
Transmannen hebben een voorkeur voor de uitgang -den. Aiden, Brayden, Cayden en Jaiden, allemaal populair.
De ouderwetse mannennaam, Karel, Henk, Herman, Bob, zijn bij transmannen niet erg in trek, waarschijnlijk omdat vrouwen vaak onzekerder zijn of zij —> passen (van to pass, ‘doorgaan als’) als man dan andersom. Dat is wat Little Britain parodieert met het typetje Emily Howard.
Toch zijn er ook veel transvrouwen (ex-mannen dus) die voor een genderneutrale transnaam kiezen. Ook als transnaam is ‘Anne’ populair. ‘Mijn mannelijke naam begon ook met een A’, vertelt een transvrouw op een internetforum. ‘Ik vind het fijn dat Anne tevens een jongensnaam is, dus ook weer een beetje genderneutraal.’ Een transman (ex-vrouw) vertelt op datzelfde forum dat wanneer hij een jongen geweest was, zijn ouders hem Daniël zouden hebben genoemd, en toen hij alsnog een jongen werd, werd het alsnog Daniël. Jasmijn is er nog niet uit wat haar mannennaam moet worden. Iemand suggereert ‘Jesse’, ook omdat het ‘redelijk uniseks’ is.
Ja, het noemen van de geboortenaam van een transpersoon, —> deadnaming, geldt in transkringen als krenkend, maar in een journalistieke context moet het kunnen, vindt Wakkerlands. Uit angst voor deadnaming wordt de Amerikaanse soldaat die in 2010 via WikiLeaks honderdduizenden vertrouwelijke ambassaderapporten onthulde in de kranten braaf Chelsea Manning genoemd, zodat de lezer die zich herinnert dat ene Bradley Manning ooit ook zoiets deed, zich afvraagt of het lekken van staatsgeheimen de Mannings misschien in het bloed zit.
Binnenkort komen de voornaamstatistieken van 2021. Wakkerlands is benieuwd of er inmiddels misschien toch beweging zit in die 6 procent.