Gelikt links tegen het geld
De kinderen van Noam Chomsky en MTV worden ze genoemd, de Amerikaanse regisseurs die op het documentairefestival IDFA hun pijlen richten op de kapitalistische krachtpatserij van de VS....
In 1998 werd een groep Amerikaanse ouders gevraagd om gedurende enkele weken elke keer dat hun kinderen ergens om zeurden een aantekening te maken. Ook werden de vaders en moeders geïnstrueerd om te noteren welke aankopen ze deden als gevolg van het gejengel. Wat er niet bij werd verteld, was het doel van deze research: het moest reclamemakers leren kinderen zo effectief mogelijk aan het zeuren te krijgen. 'Bouw die relatie op wanneer ze jonger zijn, en je hébt ze als volwassenen' - triomfantelijk enthousiasme straalt van het gezicht van de vice-directeur van het reclamebureau dat het onderzoek liet uitvoeren.
Dit verhaal, afkomstig uit The Corporation van Jennifer Abbot, Mark Achbar en Joel Bakan, typeert de films van een nieuwe generatie Noord-Amerikaanse documentairemakers. Maatschappijkritiek is terug, en de films die op het IDFA zijn verzameld in het programma-onderdeel USA Today tonen een wereld waar handel en de vrije markt alle andere aspecten van de maatschappij hebben overwoekerd. Een wereld waar een AOL Time Warner-dochter de rechten op het liedje Happy Birthday bezit, Bolivianen van een multinational met een monopolie op drinkwater geen regen mogen opvangen, en waar mensen alleen nog een relatie kunnen opbouwen met een sekspop van vijfduizend dollar. Overal zijn bedrijfslogo's te zien.
In The Corporation wordt het karakter geschetst dat die wereld regeert. Via snel gemonteerde gesprekken, archiefbeelden en anekdotes wordt in tweeëneenhalf uur zorgvuldig het beeld opgebouwd van hét bedrijf, dé multinational als de overheersende macht in onze maatschappij. Een macht waarvoor, benadrukken verschillende geïnterviewden, wettelijk is bepaald dat winst het enige doel in het bestaan is. Hoewel voormalig Shell-topman Mark Moody-Stuart en vrije markt-econoom Milton Friedman het bedrijfsleven mogen verdedigen, overheersen in de film de aanklachten. Schrijfster Naomi Klein en regisseur Michael Moore spreken zich uit, maar het best komt de kritiek naar voren in de interviews met taalwetenschapper en activist Noam Chomsky.
Chomsky's visie op Amerika vormt een van de meest nadrukkelijke verbindingen tussen de films in het USA Today-programma. Hij komt in verschillende van de documentaires aan het woord. Vrij uitgebreid in The Corporation; kort in Brothers and Others, over de positie van moslims in de oorlog tegen het terrorisme; heel kort in The Opportunity Crisis, een kaleidoscopisch portret van Amerika. Waarom is Chomsky zo populair? 'Als mensen zich aangetrokken voelen tot míjn persoonlijkheid, dan zit de wereld diep in de problemen', zegt hij in Noam Chomsky: Rebel without a Pause. Uit de documentaire die Will Pascoe van hem maakte, komt de bejaarde Chomsky inderdaad niet als een charismatisch idool tevoorschijn. In een te grote slobbertrui staat hij gebogen achter de microfoon, en bespreekt politiek zonder opsmuk en retorische trucs. Wat hij wel biedt: een grote feitenkennis en heldere morele posities.
Er is, volgens Chomsky, weinig verdienste in verontwaardiging over gebeurtenissen waarop geen invloed kan worden uitgeoefend, zoals de Sovjet-inval in Afghanistan of de misdaden van Attila de Hun. Hij heeft het liever over de eigen samenleving en de daden van de eigen regering. De filmmakers in het USA Today-programma volgen het voorbeeld. Ze richten hun camera op de School of the Americas in Georgia, waar de doodseskaders van Latijns Amerika worden getraind (Hidden in Plain Sight van John Smihula). Op de discriminatie van minderheden in de VS na de aanslagen van 11 september 2001 (Lest We Forget van Jason DaSilva), consumptiedrift (Surplus - Terrorized into Being Consumers van Eric Gandini), of het Amerikaanse leger (Army of One van Sarah Goodman).
Oorlog en commercie. Dat zijn de grote onderwerpen, en dat de thema's verwant zijn wordt soms expliciet gezegd. President Bush roept tijdens een in meerdere films gebruikte toespraak de Amerikaanse consumenten op het vertrouwen in de economie niet door terreur te laten ondermijnen. 'Neem dat vliegtuig naar Disneyland!' Een Amerikaanse commando die wordt gevolgd in Home of the Brave - Land of the Free van John Sullivan, over de verovering van Afghanistan, ziet weinig toekomstperspectieven voor de mensen die hij ontmoet in de omgeving van Kabul. Want: 'geld is niet het leidende principe in hun leven'.
Maar zulke uitspraken zijn uitzondering. Vooral creëren de filmmakers via montage een beeld van de nieuwe wereldorde en 'het systeem'. De protestgeneratie van de jaren zestig werd door Jean-Luc Godard voorzien van het etiket 'de kinderen van Marx en Coca-Cola'. Op dezelfde manier kunnen de filmmakers in het USA Today-programma worden omschreven als de kinderen van Noam Chomsky en MTV. De betogen zijn links, de bijbehorende stijl is vlot en gestroomlijnd. Overvol zijn films als The Fourth World War van Rick Rowley en Jacqueline Soohen, over het verzet tegen globalisering. Er is geen shot zonder muzikale begeleiding, en de opnames zijn regelmatig digitaal bewerkt.
In The Corporation wordt elke opmerking, elk interview onderstreept met een pakkend shot. Als een geïnterviewde een multinational met een roofvogel vergelijkt, volgt een shot van een cirkelende arend, wanneer een ander er meer een familie in ziet, tonen de regisseurs direct oude beelden van een jaren vijftig-gezin. Het levert regelmatig een te gemakkelijk soort steno op, en zonder moeite valt uit de films een serie typische beelden te destilleren die de boodschap samenvatten. Wolkenkrabbers, rokende schoorstenen, logo's, anti-globaliseringsdemonstranten, Bill Gates. Een vervuilde rivier, vrolijke mensen in een reclame, en tenslotte het onvermijdelijke symbool van het kwaad: Ronald McDonald. Daar ligt een zwakte van veel van de documentaires; ze presenteren de voortschrijdende commercialisering als een blind, oncontroleerbaar proces, en maken van de toeschouwer een passieve buitenstaander.
'De reclamespot is het machtigste communicatiemiddel dat de mens heeft bedacht', zegt Kalle Lasn, initiator van de anti-reclame beweging Adbusters in Surplus. Die film kiest dan ook herhaaldelijk voor gelikte beeldmanipulaties en korte soundbites. Een stijl die aanslaat, en tegelijk twijfels oproept; uiteindelijk blijft de film deel uitmaken van de wereld waartegen de regisseur zich verzet. Als ook kritische filmmakers de vorm van de commercial - bij uitstek het symbool van vervlakking en consumptiedrift - accepteren en tot norm verheffen, lijkt de strijd bij voorbaat verloren verklaard.