Filmfestival RotterdamTips

Gaat / komt dat zien op IFFR

Berend Jan BocktingPauline KleijerFloortje Smit en Kevin Toma
The Blue Danube  Beeld
The Blue Danube

Bestaat er een filmfestival waarbij men méér heeft ondernomen om filmmakers tijdens het pandemiejaar een platform te bieden? Of verder is gegaan om bezoekers (al dan niet digitaal) toch te bedienen met prikkelende cinema? Vast niet.

Vanja Kaludjercic schoof begin 2020 achter haar bureau op het ­Rotterdamse hoofdkantoor van het International Film Festival Rotterdam. De nieuwe directeur had al een ongewone festivaleditie in het vooruitzicht: het vijftigste IFFR diende opgetuigd te worden met allerlei evenementen en bijzondere gasten. En toen ging de wereld op slot.

Wat eind 2020 een meesterzet leek van Kaludjercic: het festival opdelen in een winter en zomerdeel, zodat de geplande feestelijkheden in juni alsnog zouden kunnen plaatsvinden mét fysiek publiek, draaide uit op een race tegen de vaccinatie-klok.

De bioscopen wel open, of niet. Of toch weer wel. Of nét niet. Waarop de festivalleiding een allerlaatste troef inzette: IFFR werd met goedkeuring van de gemeente omgetoverd tot een heus testevenement. Zo kunnen de festivalbezoekers vanaf woensdag 2 juni toch al de zalen in. Mits ze een gratis te verkrijgen en maximaal veertig uur vantevoren afgenomen negatieve test meebrengen.

Zul je altijd zien: pal ná die aankondiging, haalde de overheid de voor 9 juni beloofde Grote Heropening van de bioscopen een half weekje naar voren. Die vindt nu dus plaats mídden tijdens het vijfdaagse zomer-IFFR, dat halverwege van ‘testevenement’ overgaat in een ‘gewoon’ en zonder test toegankelijk evenement.

‘Voor wie een festival runt is dit vermoedelijk de meest abnormale week denkbaar’, constateert Kaludjercic, droogjes. Maar dát de films in Rotterdam op groot doek kunnen worden vertoond met publiek in de zaal, noemt ze ‘ronduit fantastisch’.

En dat er vanaf zaterdag geen tests meer nodig zijn, helpt ook. ‘Vaste ­bezoekers waren al aan het rekenen geslagen: met drie keer testen waren ze er, dan konden ze gedurende vijf dagen zoveel mogelijk zien. Maar nu lukt dat dus met twee testen.’

IFFR telt voor deze editie vijf Rotterdamse festivallocaties: ­Cinerama, Kino, Lantarenvenster, Pathé Schouwburgplein en Worm. Wel vooraf kaartjes boeken. Het programma bestaat uit meer dan honderd in de zalen vertoonde films, diverse nagesprekken met filmmakers en verschillende VR-projecten. Mondkapjes zijn verplicht op alle locaties, maar mogen af tijdens de voorstellingen. Wie toch liever thuis kijkt, hoeft niks te missen. Alle films en ­gesprekken met de filmmakers zijn ook online te zien.

De Volkskrant-filmredactie tip alvast zes films die u of online of gewoon ouderwets in de zaal kunt gaan zien. Check de festivalsite voor alle informatie.

The Blue Danube

Ikeda Akira (Japan, 105 min.)

Een oorlog volgens kantoortijd, waarbij iedereen is vergeten waarom precies wordt gevochten: dat is de absurde situatie waarin twee Japanse rivierdorpjes al decennia met elkaar verwikkeld zijn. Iedere dag gaat alles exact hetzelfde, van het in- en uitklokken tot de lunch en het mechanisch geschiet aan de rivieroever. Ikeda Akira, die eerder met Anatomy of a Paperclip een Tiger Award won in Rotterdam, schroeft de doelloosheid van het geheel heerlijk op met gortdroge humor en een gedisciplineerde regiestijl. Misschien zal soldaat Tsuyuki de impasse doorbreken, nadat hij door de militaire kapel is ingelijfd: langs het water oefenend met zijn trompet, krijgt hij opeens een muzikaal antwoord vanaf de overkant. Nooit gedacht dat Johan Strauss’ wals An der schönen blauen Donau zo melancholiek kon klinken. KT

Berg Beeld
Berg

Berg

Joke Olthaar (Nederland, 79 min.)

De woorden van de bergbeklimmers in het Sloveense Triglav National Park aan het begin en eind van Berg, het door de makers in kapitalen geschreven debuut-op-bioscooplengte van Joke Olthaar, gaan over ultieme verbinding met het landschap, over de magische momenten waarop hoogte en diepte samenvallen tot één geheel. Gefilmd in imposant zwart-wit door André Schreuders en ondersteund door de dromerige soundtrack onder aanvoering van ambienttovenaar Machinefabriek, laat de Nederlandse theater- en documentairemaker haar publiek voelen wat die woorden betekenen. Joke Olthaar was eerder op het IFFR met de korte docu Hier is Harry Merry, een ­portret van de Rotterdamse singer-song­writer. De klimmers op de voice-over van Berg zijn vervolgens hooguit te zien als stipjes tussen de rotspartijen, in een film die tot in het kleinste detail de overdonderende almacht van de natuur verbeeldt. BJB

Poupelle of Chimney Town

Yusuke Hirota (Japan, 100 min.)

De slotfilm van het festival is een prachtig vormgegeven animatiefilm, gebaseerd op een kinderboek dat in Japan een enorme bestseller was. Het verhaal is even simpel als raadselachtig: in een sterk vervuilde stad, waar de hemel door dikke lagen rook nooit zichtbaar is, raakt een vuilnisman (bestaand uit oude rommel) bevriend met een jongetje dat schoorstenen veegt. Samen onthullen ze het rookgordijn dat de stadsbestuurders voor de bewoners optrekken. Poupelle of Chimney Town is een echte familiefilm; de liedjes zijn wat kinderlijk, maar verder valt er voor alle leeftijden genoeg te genieten. Anime-studio 4C maakte eerder het ook op het IFFR vertoonde Children of the Sea. PK

The Day Is Over

Qi Rui (China, 108 min.)

De door hun ouders afgedankte tienerheldinnen uit The Day Is Over hebben alleen elkaar, in een armzalig Zuid-Chinees bergdorp waar vrijwel niemand iets om hen geeft. Wanneer Zhang Jiaxing (12) naar metropool Shenzhen wil reizen om haar vader te zien, besluiten de andere twee mee te gaan. Maar lukt het ze om te ontsnappen aan dit troosteloze gat? Debutant Qi Rui volgt de meisjes op de voet terwijl ze door de omgeving en over de bergpaadjes dwalen. Du Juan, het piepjonge zusje van een van hen, wijkt evenmin van hun zijde: steeds scharrelt ze op de achtergrond in haar eigen wereldje rond, het mooiste detail van dit tedere, beeldschoon gefotografeerde en stil schrijnende drama. KT

The Story of Southern Islet

Chong Keat Aun (Maleisië, 105 min.)

Dit bijzondere Maleisische plattelandsdrama speelt zich af in de jaren tachtig en is gebaseerd op jeugdherinneringen van de filmmaker. De vader van een jong gezin krijgt een mysterieuze ziekte. Hij is ervan overtuigd dat er een vloek op hem rust, omdat hij, per ongeluk, een Maleisische godheid heeft beledigd. Zijn vrouw, afkomstig uit een andere regio, gelooft daar niet zo in; zij zoekt de remedie liever bij de dokters in het ziekenhuis dan bij godenoffers en sjamanisme. Maar beter wordt de vader niet. Spiritualiteit en nuchter realisme gaan hand in hand in deze kalmpjes betoverende film, net zolang tot iedere mogelijke verklaring even logisch lijkt. De slotscènes zijn magisch. PK

Poly Styrene: I Am A Cliché Beeld
Poly Styrene: I Am A Cliché

Poly Styrene: I Am A Cliché

Celeste Bell en Paul Sng (Verenigd Koninkrijk, 96 min.)

Zelfs in de Britse punkscene van de jaren zeventig was Poly Styrene een opvallende verschijning. De zangeres van het Britse X-Ray Spex was én vrouw én van kleur én ze droeg de meest eigenzinnige zelfontworpen kleding én ze schreef gelaagde teksten over identiteit en seksisme, die nog steeds actueel zijn. In Poly Styrene: I Am A Cliché vertelt haar dochter Celeste Bell het tragische levensverhaal van dit met zichzelf worstelende, onbegrepen, hypersensitieve popicoon, dat eerst in een psychiatrische inrichting belandde en later bij de hare krisjna. Volgens haar dochter was Poly Styrene een multitalent, maar een rommelige moeder. Daardoor is het een liefdevolle maar ook kritische ode, en tegelijkertijd een fijne schets van de Britse punkbeweging, met relevante sprekers en heerlijk archiefmateriaal. FS

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden