InterviewLaia Abril
Fotograaf Laia Abril verdiepte zich in verkrachting ‘Door weg te kijken, houden we seksueel geweld in stand’
Toen het Spaanse recht tekortschoot in een verkrachtingszaak, had fotograaf Laia Abril het gevoel dat ze iets moest doen. Voor haar onderzoeksproject On Rape verdiepte ze zich twee jaar lang in de maatschappelijke context van seksueel geweld.
Het multimediale project On Rape begon met een lokaal nieuwsbericht. In 2018 werden vijf mannen die een 18-jarige vrouw hadden omsingeld en verkracht, op borgtocht vrijgelaten. Volgens de Spaanse wetgeving kon er alleen van verkrachting worden gesproken als er zichtbaar verzet was geweest, wat in deze zaak, ondanks veel andere aanwijzingen dat het daadwerkelijk om verkrachting ging, niet aantoonbaar was.
Het leidde tot massale protesten in Spanje en uiteindelijk tot een herziening van de Spaanse wet. En voor de Spaanse fotograaf Laia Abril (34) leidde het tot een langdurig onderzoeksproject. Twee jaar lang verdiepte ze zich naar aanleiding van deze zaak in de institutionele kant van verkrachting. ‘Ik was woedend en verdrietig’, zegt Abril. ‘Het was het zoveelste voorbeeld van hoe het recht tekortschiet als het gaat om seksueel geweld tegen vrouwen. En de beste manier om mezelf te kalmeren was gek genoeg om helemaal in het onderwerp verkrachting te duiken.’
Het resultaat is On Rape, een visueel onderzoek naar de manier waarop er door de eeuwen heen in verschillende culturen met verkrachting is omgegaan. De vastberadenheid om in dit heftige onderwerp tot de bodem uit te zoeken, is duidelijk terug te zien in Abrils grondige aanpak. In sterk uitgelichte, bijna forensisch aandoende zwart-witfoto’s laat Abril voorwerpen zien die te maken hebben met de manieren waarop verkrachting door de eeuwen heen berecht en bestreden is, van detectoren die aan de penis worden vastgemaakt om pedofilie of seksueel afwijkende voorkeuren te ontmaskeren, tot antiverkrachtingscondooms die vrouwen preventief kunnen inbrengen. Citaten van politici en rechters illustreren hoe hardnekkig victim blaming is, ook in de rechtszaal.
Aangrijpend zijn de kledingstukken die in de eerste zaal hangen, waaronder een trouwjurk, een habijt, een camouflagepak en een kinderjurkje. Ze zijn van bovenaf gefotografeerd, in zwart-wit, als bewijsstukken in een rechtszaak. Erboven hangen persoonlijke verhalen van vrouwen die verkracht zijn. In korte teksten vertellen ze wat er met ze is gebeurd. ‘Het voelt alsof het gisteren is gebeurd’, staat er in het korte statement van de Zuid-Afrikaanse Tumi, die in 2009 verkracht werd.
On Rape is het tweede hoofdstuk in een doorlopend project waaraan Laia Abril al een aantal jaar werkt onder de titel A History of Misogyny: een geschiedenis van vrouwenhaat. In verschillende hoofdstukken wil Abril laten zien hoe diep vrouwenhaat verankerd zit in wetten, structuren en cultuur. Hoofdstuk 1 was het boek On Abortion, over de gevaren en de schade als gevolg van het feit dat vrouwen geen legale, veilige of gratis toegang tot abortus hebben. Het won in 2018 de prestigieuze prijs voor het beste fotoboek, die jaarlijks wordt uitgereikt door fotobeurs Paris Photo en uitgever Aperture.
Naast een tentoonstelling wordt On Rape ook een boek, waaraan Abril op dit moment werkt. ‘De combinatie van in lockdown zitten en een boek maken over verkrachting blijkt niet de allerbeste’, zegt Abril aan de telefoon vanuit Barcelona. Toch klinkt ze opvallend opgewekt voor iemand die zich al zo lang in zulke zware materie verdiept; ze maakt luchtige grapjes en laat regelmatig haar gulle, klaterende lach horen.
Over één ding is ze bloedserieus en dat is de boodschap van de tentoonstelling. Seksueel geweld is geen individueel probleem maar een institutioneel probleem, zegt Abril: ‘Als we het over verkrachting hebben, wordt er zo vaak ingezoomd op de individuele pijn van slachtoffers. De kledingstukken die ik laat zien, en de persoonlijke verhalen erbij, verwijzen niet alleen maar naar die specifieke personen, maar ook naar maatschappelijke contexten waarin seksueel geweld veel voorkomt: in het leger, in de gevangenis, in de kerk en ook binnen het huwelijk.’
Abril verlegt de aandacht van individuele verhalen naar de maatschappelijke structuren daaromheen. Die zouden vrouwen in theorie moeten beschermen, maar in de praktijk dragen ze vaak bij aan het normaliseren van seksueel geweld. In sommige gevallen zelfs door het aan te moedigen, of de schuld bij slachtoffers neer te leggen.
Een van de oudste voorwerpen die Abril laat zien is een kleitablet waarin een plattegrond is getekend. Het verwijst naar de oudste verkrachtingswetten die Abril in haar onderzoek tegenkwam, waarin er een onderscheid werd gemaakt tussen verkrachting binnen of buiten de stadsmuren. Als een vrouw binnen de stadsmuren verkracht werd en niemand hoorde haar gillen, dan werden zowel de vrouw als de verkrachter gestenigd. Want, zo was de gedachte: als ze had tegengestribbeld en om hulp geschreeuwd zou iemand het moeten hebben kunnen horen. Zo’n voorbeeld laat zien dat de wetten er vooral op gericht waren om de eer van de families te bewaken, in plaats van de veiligheid van vrouwen.
De zakelijke manier waarop Abril de voorwerpen presenteert – in zwart-witfoto’s met verduidelijkende teksten erbij – geeft het project een wetenschappelijke uitstraling, maar Abril wil graag benadrukken dat ze geen antropoloog of onderzoeksjournalist is. ‘Dit is een diep persoonlijk project. De voorwerpen, verhalen en citaten die ik laat zien, zijn de dingen die ik tegenkwam en die er voor mij persoonlijk uitsprongen.’
De trouwjurk die Abril levensgroot fotografeerde, hoort bijvoorbeeld bij het verhaal van de Kirgizische Alina. Tegen haar wil moest ze trouwen met de man die haar kidnapte, voor Abril een voorbeeld van verkrachting binnen het huwelijk. ‘Natuurlijk is het ingewikkeld om daar uitspraken over te doen’, zegt Abril, ‘want ik ken niet de hele culturele context van Kirgizië, waar bruidroof geaccepteerd is.’ Tegelijkertijd, vindt de fotograaf, is het ook riskant om er geen uitspraken over te doen. ‘Juist door weg te kijken, houden we seksueel geweld in stand.’
Laia Abril: On Rape: A History of Misogyny, Chapter Two. In Foam, Amsterdam, zodra de musea weer open gaan.
Paul Huf Award
Laia Abril won in 2020 de Paul Huf Award, de internationale fotografieprijs van Foam voor talent jonger dan 35 jaar. Uit 95 fotografen uit 27 landen koos de jury Abrils inzending, die bestond uit haar de eerste twee delen van haar History of Misogyny, namelijk On Abortion en On Rape. De tentoonstelling in Foam vindt in dit kader plaats. Naast een solotentoonstelling in Foam won de fotograaf een geldbedrag van 20 duizend euro.