THEATERRECENSIEFLORIAN MYJER
Florian Myjer toont een moed en overgave die je zelden in het theater ziet ★★★★☆
De jonge theatermaker beweegt in Yves Saint Laurent subtiel van biografisch theater naar egodocument.
Gespannen loopt Florian Myjer rondjes, als een bokser voor een gevecht. Hij slaat zich met beide handen hard op de borst, tuft op de grond, en roept: ‘Je suis Yves Saint Laurent!’ Steeds luider en strijdlustiger klinkt het, de warming-up voor een duel. ‘Ik ben een imperium!’ ‘Ik heb een logo!’ Maar het strijdperk blijkt de seksualiteit, en deze Yves Saint Laurent is de verliezer. In een tergend lange, eerst behoorlijk geestige maar gaandeweg buitengewoon ongemakkelijke scène ontdoet Myjer zich van zijn mooie pak en loopt – naakt, geil en gefrustreerd – letterlijk tegen de muren op.
Hij vingert en likt het stopcontact, tongt hartstochtelijk zijn spiegelbeeld, neukt een rol tapijt, om dat alles woedend weer op te geven. ‘Kom op!’ Het is een schitterende scène, waarin Myjer een moed en overgave toont die je zelden in het theater ziet. Hij is een even innemend als ongrijpbaar talent, krachtig en kwetsbaar tegelijk. Onverbiddelijk sleurt hij de toeschouwer mee in dit uitputtende publieke exorcisme. De behoefte aan bevrediging moet worden uitgebannen. En dat duurt zolang als het duurt.
Want seksuele frustratie is voor dit personage een bron van creativiteit, zo verkondigt hij – het mooie pak weer aan – in een verbeten lofzang op de onthouding. ‘Ingelost verlangen is een eindstation’, schreeuwt hij. En: ‘onthouding geeft je vleugels’. Steeds weer herhaalt hij dezelfde argumenten, rijgt ze aaneen tot een boze cirkelredenering die uiteindelijk vooral bedoeld lijkt om zichzelf van de noodzaak van zijn erotische isolement te overtuigen.
Florian Myjer, een van de interessantste jonge theatermakers van nu, vermomt zich in de solo Yves Saint Laurent als de grote modeontwerper om het over zichzelf te hebben – hoewel de grens tussen performer en personage aangenaam vaag blijft. Eerst spéélt hij Saint Laurent, in een monoloog geïnspireerd op diens biografie. Maar vervolgens daalt hij steeds dieper af in de materie, tot die plots over hemzelf gaat.
Weg is dan de opgefokte toon, het geëxalteerde spel. Klein, haast binnensmonds en met gebogen hoofd doet Myjer bedeesd een reeks (ogenschijnlijke) persoonlijke bekentenissen over erotische fantasieën, porno en masturbatie, met onder dat plastische oppervlak een sluimerend gevoel van eenzaamheid. Al pratend sublimeert hij zijn persoonlijke worsteling tot een oeroud existentieel kunstenaarsdilemma: sluiten kunst en leven elkaar uit?
Zo beweegt Myjer subtiel van biografisch theater naar egodocument, terwijl hij de materie onderweg ook nog van een universele relevantie voorziet. Het maakt zijn performance groot en klein tegelijk, theoretisch en menselijk, intellectueel èn ontroerend.
En net als je denkt dat hij uitkomt op dat onvermijdelijke cliché, de noodzaak van eenzaamheid bij het creëren van grote kunst, laat hij een andere mogelijkheid toe: namelijk dat die kunst wordt gebruikt als rechtvaardiging voor een groot persoonlijk gemis. Dat is moedig, en pijnlijk, en heel erg mooi.
Yves Saint Laurent
★★★★☆
Theater
Florian Myjer i.s.m. Frascati Producties en de Warme Winkel.
18/12, Frascati, Amsterdam. Aldaar t/m 11/1.