FilmrecensieFin de siglo
Fin de siglo laat herinneringen, vergeten wensen en nagejaagde dromen fijnzinnig samenvallen ★★★★☆
Twee mannen, om elkaar heen draaiend op een verder verlaten strand: wat zou hun toekomst kunnen worden? Of wat had hun geschiedenis kunnen zijn? Zulke vragen vormen de kern van Fin de siglo, een film die herinneringen, vergeten wensen en nagejaagde dromen fijnzinnig laat samenvallen. En dat tegen de achtergrond van een zomers, nagenoeg uitgestorven Barcelona.
De vakantie vierende veertiger Ocho (Juan Barbeni) is pas gearriveerd in de stad, wanneer hij naar het strand gaat en een knappe vreemdeling (Ramon Pujol) achterna zwemt. De versierpoging loopt op niets uit, maar dat wil in de wendbare werkelijkheid van Fin de siglo (‘Einde van de eeuw’) weinig zeggen. Even later wandelt de man aan Ocho’s Airbnb-appartement voorbij, gestoken in een Kiss-shirt dat in de film een belangrijke rol blijft spelen. Ocho nodigt hem uit om naar boven te komen en ‘Kiss’, die eigenlijk Javi heet, hapt toe.
Geleidelijk vouwt de Argentijnse regisseur Lucio Castro zijn debuutfilm open. Op een onpersoonlijke maar ontspannen vrijpartij volgt een spontane avondpicknick; de dialoogloze eerste dertien minuten van de film maken plaats voor een lang, volkomen natuurlijk gesprek waarin Ocho en Javi over hun levens en verlangens vertellen. ‘Ik heb het gevoel dat we elkaar al eens eerder hebben ontmoet’, zegt Ocho. ‘Dat is ook zo’, zijn de wonderlijke woorden waarmee Javi de scène afsluit.
Wanneer Ocho vervolgens opnieuw in Barcelona arriveert, ditmaal om te gaan logeren bij goede vriendin Sonia (Mía Maestro), lijkt Fin de siglo zichzelf te resetten: alsof we een parallelle wereld binnenglippen waarin Ocho worstelt met zijn homoseksuele verlangens en opnieuw – of voor het eerst – kennismaakt met Javi. Onmerkbaar is de film twintig jaar terug in de tijd gegaan, naar een ontmoeting die Ocho is vergeten.
Castro verdoezelt doelbewust dat je naar een flashback kijkt. De film behoudt dezelfde, droog observerende stijl en de acteurs zijn niet jonger gemaakt, bewegen hoogstens wat slungeliger en losser. Die aanpak benadrukt de weemoedige strekking van het steeds weer in tijd en realiteit verspringende Fin de siglo: dat we in de loop der jaren verschillende levens leiden, die deels in elkaar overlopen maar ook begrensd blijven. Het leven van een ander, beseft Ocho, had ook zomaar het zijne kunnen zijn.
De twee hoofdrolspelers bewegen soepel mee met de veranderlijke verhaallijn, Bernat Mestres’ dromerig desolate beelden van Barcelona doen de rest. Knap, hoe Castro met beperkte middelen zo’n rijke, gelaagde film wist te maken.
Fin de siglo
Drama
★★★★☆
Regie Lucio Castro.
Met Juan Barbeni, Ramon Pujol, Mía Maestro.
84 min., te zien in 12 zalen en op Picl.