Fascinerend boek over kosmologie vraagt voorkennis en doorzettingsvermogen

Zwartegatengoeroe Stephen Hawking hoorde ooit van zijn uitgever dat elke formule in een boek de verkoopcijfers halveert. Als dat klopt, ziet het er slecht uit voor het nieuwste boek van Jim Peebles, die vorig jaar de Nobelprijs voor Natuurkunde won voor zijn bijdragen aan de kosmologie. Maar misschien klopt het niet. Want wie echt wil weten hoe wetenschappers in de afgelopen eeuw tot het huidige beeld van oerknal en uitdijend heelal zijn gekomen, hoort dat natuurlijk het liefst van de meester zelf, en je kunt best om de formules heen lezen.

In Cosmology’s Century laat Peebles goed zien hoe wetenschap vaak van toevalligheden aan elkaar hangt en legt de vinger op de zere plek: we kunnen tegenwoordig goed rekenen aan het heelal, maar we hebben eigenlijk geen idee waar we het over hebben, want de ware aard van ruimte, tijd, donkere materie en donkere energie is nog steeds een raadsel. Het dikke boek (ruim 400 pagina’s) vergt flink wat doorzettingsvermogen en is bepaald geen bedlectuur. Liefhebbers van het onderwerp met onvoldoende voorkennis kunnen beter beginnen met The Little Book of Cosmology van Peebles’ Princeton-collega Lyman Page. (Govert Schilling)