Reportage
Exotiek in de designblender, biologisch afbreekbare meubels: 5 trends op de Milan Design Week
Op de designbeurs in Milaan (7-12 juni) tekenden zich vijf trends af.
De Milan Design Week is het belangrijkste evenement op de designkalender, maar toch moesten we er drie jaar op wachten – de halfbakken corona-editie van vorig jaar september niet meegerekend. Wat exact zestig jaar geleden in een zakelijk beursgebouw begon als de driedaagse meubelbeurs Salone del Mobile, is uitgegroeid tot een week durende parade van honderden interieurlabels en meubelontwerpers, autofabrikanten, modemerken en steeds meer techbedrijven, verspreid over alle uithoeken van Milaan.
Wat vooral opviel aan de 60ste editie van de Milan Design Week, van 7 tot en met 12 juni, waren de tegenstellingen. Enerzijds trekken merken met diepe zakken als Ikea en Lexus de aandacht met peperdure presentaties in stadspaleizen en blinkende showrooms. Dat doen ze met vrolijke en stijlvolle spullen die van het huis een troostrijke plek maken. Anderzijds zijn er de innovatieve duurzaamheid en inclusieve statements van jonge ontwerpers en avontuurlijke designlabels in oude pakhuizen aan de randen van Milaan. Alsof ze letterlijk op de puinhopen van de ‘oude economie’ zoeken naar een duurzaam en inclusief alternatief.
Ondanks deze bipolaire sfeer tekenden zich in Milaan niettemin vijf duidelijke trends af.
1 Versmelting van digitaal en analoog
Het is even wennen dat de bezoekers van de showroom van het Nederlandse designlabel Moooi niet naar de bontgekleurde en weelderig gevormde meubels kijken, maar naar hun smartphone. Met een app zien ze de meubels afgebeeld in een digitale omgeving. Een roze stoel, vervaardigd van duizenden kunststof bloemblaadjes, zweeft opeens boven een paars landschap; een ranke papierlamp wordt met een caleidoscopisch effect eindeloos vermenigvuldigd.
Met deze augmented reality laat het designlabel van ontwerper Marcel Wanders zien dat het klaar is voor de designbeurs van de toekomst waarin fysieke en digitale presentaties steeds meer door elkaar lopen.
2 Industrieel recyclen
Bij recyclen wordt veelal gekeken wat er nog bruikbaar is van een product aan het einde van de levenscyclus. Opvallend is dat steeds meer designlabels al in de fabriek op zoek gaan naar (her)bruikbare materialen. Zo presenteert het nieuwe designlabel Re-gained een tuinstoel en een picknicktafel-met-zonnescherm met wol van Nederlandse schapen. Wol die anders wordt verbrand, omdat deze te grof is.
Het duurzame label Studio Wae neemt tapijt- en linoleumtegels met een kleine afwijking af van de drie grote vloerproducenten Interface, Desso en Forbo. De ‘foutjes’ worden eraf afgesneden, waarna de ‘goede’ tegeldelen met een ingenieus kliksysteem in geometrische patronen worden gekoppeld. Recyclen is hiermee opgeschaald naar een industrieel productieproces.
3 Het zonnetje in huis
Luxemerken als Louis Vuitton en Hermès zijn niet meer weg te denken op de Milan Design Week. De verrassende nieuwkomer is Dolce & Gabbana; hun volwaardige Home Collection sluit naadloos aan bij de hysterische kleding van het Italiaanse modehuis. Allerhande exotische invloeden zijn in de designblender gestopt: van Mexicaanse kleurtjes en Indiase patronen tot cartooneske zonnen en kitscherige kandelaars.
Het wringt en het schuurt aan alle kanten; een afbeelding van 17de-eeuwse ridders op Sicilië zou door de Mexicaanse referenties zomaar verward kunnen worden met Spaanse kolonisten. Maar de aanstekelijke levenslust strijkt het allemaal glad. Dolce & Gabbana laat de zon weer schijnen in huis.
4 Niet-westers vakmanschap
Af en toe weten ‘exotische’ ontwerpers en designlabels de weg naar Milaan te vinden, bijvoorbeeld uit Zuid-Korea of Brazilië. Niettemin is de Salone del Mobile een westers feestje gebleven. Met hulp van de non-profitorganisatie Ethical Fashion Initiative worden nu prachtige meubels gepresenteerd die zijn gemaakt én ontworpen in Centraal-Aziatische landen.
Uit elke regio is gekozen voor lokale materialen en technieken. Kussens uit Kirgizië zijn vervaardigd van stugge kamelenwol en hebben prachtige diepbruine patronen. Hiervoor de wol is eerst op natuurlijke kleur gesorteerd en vervolgens geweven. Uit Turkmenistan komen lampen met prachtig houtsnijwerk. Te vaak worden deze producten aangeduid als ambacht, terwijl de makers ook de patronen, kleuren en zelfs de productontwikkeling voor hun rekening nemen. Met dit initiatief van de Unesco krijgen ze eindelijk de erkenning voor wat ze daadwerkelijk zijn, namelijk ontwerpers.
5 Democratisch hout
Op deze Milan Design Week blijven tussen de overdaad aan luxe en de digitale snufjes ook eerlijke materialen en vormen onveranderd in trek, denk aan poefjes van ruwe wol of lampen van vulkaansteen. In navolging van de bouwwereld is vooral hout (her)ontdekt als het duurzame alternatief. Het nieuwe Finse designlabel Vaarnii maakt uitsluitend meubels van massief vurenhout en beweert daarmee zelfs het eerste CO2-positieve designlabel te zijn; bomen zetten immers stikstof om zuurstof.
De collectie is bovendien honderd procent recyclebaar en biologisch afbreekbaar. Ook niet onbelangrijk: de meubels passen met hun toegankelijke uitstraling in de Scandinavische traditie van democratisch design. En waar veel meubelfabrikanten kampen met tekorten aan hout en andere grondstoffen, zit Vaarnii dicht bij de bron. Een label om in de gaten te houden dus.
Snikheet
Ondanks de terugkeer na de afgelopen coronajaren had de Milan Design Week dit jaar toch nog tijd nodig om op gang komen. Aziatische en Amerikaanse bezoekers en deelnemers waren schaars, waardoor er nergens rijen stonden. En in plaats van een frisse voorjaarszon was het bovendien snikheet, wat de lome sfeer versterkte. Naar verluidt wordt de editie van 2023 weer als vanouds gehouden in april.