ColumnAaf Brandt Corstius
Er wil nooit iemand op die klapstoel zitten, en daarom is het mijn lifehack, vooral in een volle trein
Ik ben altijd gelukkig als ik in de trein zit, want als je in de trein zit, ben je in beweging maar doe je tegelijkertijd niks. De ideale combinatie.
Gelukkig mag ik twee keer per week met de trein, en daar geniet ik van, en ik heb een lifehack gevonden. Of een ‘trainhack’. De hack is: het klapstoeltje in het tussengedeelte.
Het is dat klapstoeltje meteen in het halletje waar je instapt, in het voorgeborchte van de coupé, het minst begeerlijke deel van de trein op het eerste gezicht. De wc zit er vaak, en de irritantste mensen houden zich er vaak op – mensen met te veel koffers, mensen met een heel grote fiets, mensen die denken dat je stiekem even kunt roken als je in het voorgeborchte staat.
Daarom wil er nooit iemand op die klapstoel zitten, en daarom is het mijn lifehack, vooral in een volle trein, om meteen die klapstoel te pakken. Ik heb dan al gezien dat de gewone coupé zo vol zit dat ik naast iemand moet zitten, en op de een of andere manier is naast iemand zitten in een bioscoop prima – hoewel, niet superfijn – maar in de trein voelt naast elkaar zitten als een niveau van intimiteit dat je maar met weinig mensen wilt bereiken.
De klapstoel hangt in het viezige halletje en is minder comfortabel dan de gewone stoelen, en daarom neemt niemand hem. Maar: je hebt er vrijheid, want vaak kan er op zo’n stoeltje niemand naast je komen zitten. Als je vaak naar de wc moet, zoals ik, is de wc ultiem dichtbij. Goed, soms klapt de wc-deur midden in de reis open en zie je ineens een pot vol remsporen en nat papier: dat is de prijs die je betaalt voor je privé-klapstoel in je privé-hal.
Een ander weinig belicht voordeel van dit toch al onderbelichte stoeltje is de enorme prullenbakken die er in de halletjes hangen. Stel, je nuttigt tijdens de reis een sandwich van de Kiosk, dan is er geen mogelijkheid dat je de restanten daarvan ooit in zo’n prullenbakje in de gewone coupé zult kunnen krijgen. In het piepkleine prullenbakje in de gewone coupé past alleen een oud stukje kauwgom, en er zit altijd mayonaise aan de klep. Maar die prullenbakken in de hal hebben echt een goed formaat, je treinafval gooi je er zo in, vanuit de zithouding op je klapstoel. Bam.
En dan is er nog het speciale contact met de conducteur, als je in het voorste halletje zit, bij de woning van de conducteur. (Ik weet dat hij er niet woont. Hij heeft er wel een eigen deur.) Die conducteur komt tijdens de reis als eerste bij jou en dan zegt hij ‘Smakelijk eten’ tegen jou en je broodje. Dat zegt hij verder tegen niemand.