ProfielEllen Thorbecke
Ellen Thorbecke had in de jaren dertig een unieke kijk op China, nu is haar werk te zien in Rotterdam
Met haar Rolleiflex-camera maakte Ellen Thorbecke (1902-1973) in de jaren dertig een uniek tijdsdocument van China. In het Nederlands Fotomuseum kan iedereen nu zelf zien waarom haar werk zo goed is.
Voorzichtig slaat de witgehandschoende Martijn van den Broek het fotoboek open. Daarvan bestaat op de wereld maar één exemplaar, een proefversie die ongepubliceerd bleef. Wat dit werkstuk nog unieker maakt: het bevat foto’s die in 1932 en 1933 in China zijn genomen, door een vrouw, die daarbij speelse en invoelende teksten schreef en korte tijd later wél fotoboeken uitgegeven zou krijgen – nogal bijzondere.
Al bladerend toont Van den Broek, hoofd collecties van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, hoe modern de 88 jaar oude dummy aandoet. Daarin wordt een blik geboden op het toenmalige leven in China aan de hand van twee verzonnen figuren: Mr. Wu, een corpulente Chinees, gidst een graatmagere Engelsman, Mr. Pim, door zijn land. Hun mijmeringen over oosterse tradities en westerse innovaties worden geïllustreerd met foto’s en (originele) cartoonachtige tekeningen. China, Please Smile!, zoals het Engelstalige proefboek heet, is het werk van de journalist annex fotograaf Ellen Catleen en de illustrator Friedrich Schiff.
Ellen Catleen werd in 1902 nabij Berlijn geboren als Ellen Kolban. Haar Oostenrijkse moeder was een operazangeres, haar Duitse vader een grootgrondbezitter. Ze trouwde een advocaat, kreeg een kind met hem, maar het huwelijk zou niet standhouden. Ze moest in haar eigen onderhoud en dat van haar dochtertje voorzien en schreef als freelancer over theater en muziek voor kranten. In 1930 ontmoette ze op een diplomatenontvangst in Berlijn de Nederlander Willem Thorbecke, een kleinzoon van de beroemde staatsman. Hij was getrouwd, maar de vonk sloeg over. Zij kregen een dochter, haar tweede.
In 1931 werd Thorbecke benoemd tot gezant van Nederland in China. Een jaar later reisde Catleen hem achterna. Ze woonde in Beijing apart van hem; hij was daar met zijn vrouw, hun scheiding werd pas later uitgesproken. Ze ging over China schrijven voor Duitse kranten en tijdschriften. De foto’s die bij haar artikelen werden verlangd, nam ze zelf – een jaar voor haar emigratie had ze een Rolleiflex-camera gekocht. In 1935 trouwde ze met Thorbecke, nadat hij ontslag had genomen, het ministerie van Buitenlandse Zaken maakte bezwaar tegen een huwelijk met een zo zondige voorgeschiedenis.
Het Nederlands Fotomuseum laat nu in de tentoonstelling Ellen Thorbeckes China haar gepubliceerde fotoboeken zien, alsmede een selectie van haar fotografisch oeuvre dat de instelling in 2008 van haar familie in beheer kreeg. Ook zijn een aantal objecten voor het eerst door publiek te aanschouwen, zoals de dummy China, Please Smile!, die speciaal voor de expositie zijn uitgeleend door nazaten van Ellen Thorbecke.
De tentoonstelling is een idee van Ruben Lundgren, een Nederlandse fotograaf en curator die sinds 2007 in China woont. Gedurende acht jaar werkte hij met Martin Parr, zijn beroemde Engelse collega, aan een publicatie over de belangrijkste fotoboeken die sinds 1900 in of over China zijn uitgegeven. Hun vuistdikke standaardwerk, The Chinese Photobook, verscheen in 2015. Tijdens hun onderzoek, zo vertelt Lundgren vanuit Beijing via een videoverbinding, werd hij getipt over de fotoboeken van Thorbecke. Parr en hij raakten zo overtuigd van de kwaliteit daarvan dat ze vier van haar boeken opnamen in hun overzichtswerk, een eer die verder alleen een beroemde Chinese fotograaf ten deel viel.
Lundgren: ‘Toen ik erachter kwam dat haar archief in het Nederlands Fotomuseum ligt, zei ik tegen de toenmalige directeur: daar moet je wat mee doen, het is echt steengoed. Als je een tentoonstelling maakt, kun je die misschien ook in China laten zien.’ Haar werk wint daar gestaag aan populariteit. Ten bewijze daarvan laat Lundgren twee Chineestalige roofdrukken zien, reproducties van Thorbeckes oorspronkelijke boeken.
Het kwam nog niet tot een expositie. Toen Lundgren later meer tijd kreeg en Birgit Donker was aangetreden als directeur, werd wel overeenstemming bereikt. ‘Fotoboeken krijgen nu meer aandacht dan vroeger’, constateert hij, ‘en dat geldt ook voor het werk van vrouwelijke fotografen. Bovendien is de rol van China natuurlijk veranderd, dat is in de wereld aan kop komen te staan.’
De tentoonstelling en bijbehorende catalogus, Ellen Thorbecke – Van Peking tot Parijs (zij en Willem Thorbecke verbleven na hun huwelijk enkele maanden in de Franse hoofdstad), steunen voor een belangrijk deel op de verrichtingen van Rik Suermondt, docent kunst- en fotografiegeschiedenis. Hij was een boek van haar tegengekomen en ontdekte dat een dochter in Amsterdam negatieven bezat. In 1999 organiseerde hij een tentoonstelling met vijftig nieuwe afdrukken en schreef hij een lang artikel over Thorbecke. Dankzij Suermondt overhandigde de familie later een houten kistje aan het Nederlands Fotomuseum met 638 negatieven en 637 contactafdrukken, door Thorbecke zelf geselecteerd.
Lundgren achtte de kennis en connecties van Suermondt onontbeerlijk. Zij sloegen de handen ineen; Lundgren stelde de tentoonstelling en catalogus samen, Suermondt breidde ten behoeve van de catalogus zijn artikel over Thorbecke uit en gaf advies. ‘Suermondt heeft ook twintig jaar contact gehouden met haar familie’, zegt Lundgren. ‘Ik sta echt op zijn schouders.’
Ellen Thorbecke was niet de enige westerse vrouw die in de jaren dertig in China fotografeerde, een landgenoot van haar, Hedda Morrison (geboren als Hedwig Hammer) deed dat ook. Maar die publiceerde haar werk pas een halve eeuw later. Thorbecke onderscheidt zich volgens Lundgren op nog een vlak van de buitenlandse fotografen in China. Die maakten veelal folkloristische beelden, omdat hun werk was bedoeld voor westerse afzetmarkten. Thorbecke had een meer open en sociologische blik.
Voor haar tweede publicatie, People in China, schoot ze portretten van 32 Chinezen – van een riksjakoelie tot een rijke tapijtfabrikant – en tekende daarbij kort en geanonimiseerd hun levensverhaal op. Ze had daarbij oog voor de ‘nieuwe orde’, maar ook voor stokoude tradities. Zo staat in ‘de schoondochter’ een jonge vrouw centraal die al voor haar geboorte was uitgehuwelijkt en op haar 16de trouwde. Scholing achtte haar schoonmoeder overbodig. ‘Haar taak in het leven was koken, de was doen en leren dat een vrouw is geboren om te gehoorzamen, eerst haar ouders en dan haar man en zijn moeder.’
Lundgren: ‘Thorbeckes teksten zijn nog steeds heel leesbaar. Er klinkt kritiek in door, terwijl dat toentertijd helemaal niet gebruikelijk was. Ze wordt hier in China aangeduid als de ‘vrouw van de ambassadeur die ook foto’s maakte’, maar dat is absurd. Ze was haar tijd ver vooruit.’
Opvallend is ook hoe Thorbecke haar opnamen bewerkte. Niet zelden zijn die in haar boeken fors ingezoomd, zie de foto die zij maakte van ‘de industrieel’. Van zijn traditionele Chinese kledij is in People in China geen spoor meer te bekennen; ze toont in het boek alleen zijn gezicht. Dat levert een modern en indringend portret op. ‘We laten in de tentoonstelling zien welke enorme uitsneden ze maakte. Bij ‘de industrieel’ gaat het om een negatief waarvan ze eentiende gebruikte. Ze had maling aan de stelregel dat je de hele opname moest laten zien.’
Eveneens bijzonder: haar samenwerking met de schilder en illustrator Friedrich Schiff (1908-1968). Deze avontuurlijke Oostenrijker was op 22-jarige leeftijd naar Shanghai getrokken en had daar een bestaan opgebouwd als cartoonist. Het waren roerige tijden: in China woedde strijd tussen de troepen van regeringsleider Chiang Kai-shek en de communisten van Mao Zedong en het land werd ook nog eens belaagd door Japan. In 1935 keerde Schiff terug naar Wenen omdat zijn vader stervende was. Drie jaar later annexeerden de nazi’s Oostenrijk en liep de Joodse illustrator gevaar. Hij wist met zijn moeder naar Shanghai te ontkomen, net als 20 duizend andere Joden. In 1947 verruilde hij China, waar de burgeroorlog weer was opgelaaid, voor Argentinië. Daar vergaarde hij met zijn werk nationale roem.
Thorbecke en hij wisten gezamenlijk vijf fotoboeken uitgegeven te krijgen (plus nog eens vijf kinderboeken), waarvan de eerste de op toeristen gerichte Peking Studies was. Het is een vervolg op China, Please Smile! Mr. Wu en Mr. Pim treden weer aan, Schiff tekent hen in vlotte lijnen te midden van typisch Chinese taferelen. Ook in de latere boeken valt de synergie op tussen de schrijver en fotograaf en de illustrator.
Lundgren: ‘Ik denk dat ze elkaar in toon heel goed konden vinden. Het was een hechte samenwerking, hij tekende soms zelfs op de afdrukken van haar foto’s. Zijn cartooneske stijl is minder diepgaand dan de teksten van Thorbecke, die echt de Chinese samenleving doorzag. Maar als je naar het eindproduct kijkt, zit het op veel niveaus mooi in elkaar.’
Toen de Thorbeckes in 1941 China verlieten en zich in Zuid-Afrika vestigden, stopte de samenwerking. Drie jaar later maakte Ellen Thorbecke, die eveneens Joods was (maar niet praktiserend), een fotoreportage over Palestina en de aanstaande oprichting van Israël. Het optimistische boek dat ze daarover samenstelde, Promised Land, werd geprezen door niemand minder dan de beroemde natuurkundige Albert Einstein.
Ze werkte daarna nog aan een publicatie over Libanon, maar die zou nooit het licht zien. Kort na de Tweede Wereldoorlog verhuisden de Thorbeckes naar de VS. Daar stopte zij met fotograferen. Ellen Thorbecke overleed in 1973 in Den Haag, vijftien jaar voor de man met wie ze haar leven zo’n bijzondere wending had gegeven.
Ellen Thorbeckes China, Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, t/m 3/10.
Onverwachte aankoop
Het Nederlands Fotomuseum had geen afdrukken van het werk van Ellen Thorbecke in bezit, alleen negatieven en contactafdrukken. Onverwacht wist het museum vintage prints aan zijn collectie toe te voegen. Kort voor de opening van de tentoonstelling over Thorbecke werden zes afdrukken van opnamen van haar op Sri Lanka uit circa 1935 te koop aangeboden op de veilingsite Catawiki. Het museum wist die te verwerven. Enkele daarvan zijn in de expositie te zien.
Een overzicht van Ellen Thorbeckes werk
Peking Studies (1934)
Voor het vervolg op de nooit gepubliceerde dummy China, Please Smile! werd wel een uitgever gevonden. Peking Studies, dat politiek gezien wat gematigder is dan het eerdere proefboek, werd zelfs gesponsord door het cameramerk Rolleiflex. Op speelse wijze doen Ellen Thorbecke en Friedrich Schiff suggesties over wat er allemaal in China te zien is.
People in China (1935)
Dit is een van de hoogtepunten in het oeuvre van Thorbecke, vanwege haar krachtige portretten van een keur aan Chinezen en de betrokken en sociologische teksten die ze over hen schreef. People in China, met een voorwoord van Willem Thorbecke, is vermoedelijk geïnspireerd op een boek van een beroemde Duitse fotograaf, August Sander.
Het geheimzinnige China / Mysterious China (1937)
In 1935 reisden Ellen en Willem Thorbecke naar Nederland met een boot van de Java-China-Japan Lijn. Voor deze scheepvaartmaatschappij maakte ze een tweetalig boek met foto’s van de reis en van China, dat aan alle passagiers werd uitgereikt.
Hong Kong (1939) en Shanghai (1941)
Ellen Thorbecke woonde met haar gezin enige tijd in Hong Kong en Shanghai. Zij en Friedrich Schiff maakten over elk van deze steden een luchtig boek voor toeristen en expats. Haar foto’s en zijn aquarellen vormen voorlopers van het genre dat nu als city marketing wordt aangeduid.
Promised Land (1947)
Dit is het enige boek dat Thorbecke maakte zonder Schiff. Zij was gevraagd een reportage te maken van de oprichting Israël en woonde een jaar met haar gezin in Jeruzalem. Haar verslag, met opnieuw een voorwoord van Willem Thorbecke, werd uitgegeven in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.