Elektronica-branche profiteert van snelle opmars breedbeeld-tv's
Na twee jaar van duidelijk dalende verkopen, hebben elektronicafabrikanten in 1996 een bijna stabiele omzet gedraaid van 5,25 miljard gulden in de Benelux....
Van onze verslaggever
AMSTERDAM
Eén op de tien verkochte tv's was in 1996 een breedbeeldtelevisie. Omdat deze veel duurder zijn dan gewone televisies, kwam maar liefst een kwart van de inkomsten van alle tv-verkopen uit dit nieuwe type televisie. De totale tv-opbrengsten stegen daarmee vijf procent.
De breedbeeld-tv is zijn opmars vorig jaar pas goed begonnen. Dat was net op tijd om de instortende omzetten van video- en audio-producten te compenseren. Weliswaar werden er in 1996 evenveel videospelers verkocht als in 1995, maar de prijs per stuk daalde met gemiddeld 10 procent, ondanks de toename van toeters en bellen op die artikelen.
Bij geluidsapparatuur, in grootte de belangrijkste sector van de consumentenelektronica, was de situatie eveneens somber. In aantallen werd er 4 procent minder verkocht, in geld gemeten was de daling 8 procent. Dat was grotendeels te wijten aan de ingezakte prijzen voor autoradio's en auto-cd-spelers.
Na audio, tv en video volgt de vierde belangrijke productgroep van camcorders waar de zaken iets beter gingen. Er werd 4 procent meer van deze video-opname apparatuur verkocht. De omzetstijging bleef beperkt tot 2 procent, omdat ook hier de verkoopprijzen onder druk stonden. Om de in geld gemeten omzetten op peil te houden, bieden producenten ook hier steeds meer technologie voor dezelfde prijs.
Het aantal verkochte breedbeeld tv's zou volgens de FIAR groter zijn geweest als er meer uitzendingen in breedbeeld waren geweest. Voor de organisatie staat het als een paal boven water dat dit type de toekomst heeft. 'Fabrikanten en detaillisten zullen hier in de toekomst de vruchten van plukken. Ook de digitale camrecorder zal zijn opmars voortzetten.'