Een symbolische transformatie

Sommige kunst maakt nieuwsgierig naar de kopers ervan. Deze week: de secretaire van Stien Wendelaar en Jan Bijker, verbrand door Maarten Baas....

Harmen Bockma Beeld Joost van den Broek

Stien Wendelaar (61) en Jan Bijker (62) zijn echte kunstmensen. Neem alleen al hun huis. De in hoekige Nieuwe Bouwen-stijl ontworpen villa uit de jaren dertig is een opvallende verschijning tussen de grote herenboerderijen in het dorpje Noordbroek in Oost-Groningen. Stien, begeleidster van verstandelijk gehandicapten, en Jan, financiële man in de zorg, hebben hem een paar jaar geleden gekocht om er samen een nieuwe start te maken. In het strakke interieur hangt aan elke muur wel een schilderij. Op de vloer staan een paar Rietveld-meubels, door Jan getimmerd op basis van tekeningen.

Maar hun kostbaarste bezit is een zwartgeblakerde secretaire, met gaten op de plekken waar het hout is weggevreten door het vuur.

Drie jaar geleden werd het antieke kastje, dat Stien in 1994 erfde van haar vader, met een busje opgehaald door vormgever Maarten Baas en naar Brabant gebracht om daar in brand te worden gestoken. De vlammen waren meters hoog, zagen ze later op de foto’s die Baas had gemaakt. Een paar maanden later haalden ze de kast op. Een emotioneel moment. ‘Hij was nog veel mooier geworden dan ik had verwacht’, zegt Stien. Nu staat het meubel, met zijn houtskoolachtige uiterlijk, te pronken in de woonkamer. En dat terwijl de eerste keer dat ze het werk van Baas zagen, verwondering overheerste.

‘Maarten had voor een tentoonstelling in 2004 in het Groninger Museum meubels uit het depot verbrand en neergezet’, vertelt Jan, in zijn vrije tijd penningmeester van de vriendenvereniging van het museum. ‘Ik vond dat schokkend, zeker als Rietveld-liefhebber. Maar het verhaal dat hij erbij vertelde, zette ons aan het denken. Dat je iets ogenschijnlijk kunt vernietigen, maar toch herkenbaar en bruikbaar kunt houden. Die transformatie is heel symbolisch.’

En dat raakte aan hun eigen leven. Jan, weduwnaar, en Stien, gescheiden, kregen toen ze gingen samenwonen van veel kanten te horen hoe fijn het wel niet was dat ze ‘een nieuwe start’ konden maken. Maar, vinden ze, dat is maar ten dele waar. ‘Je draagt je verleden altijd met je mee’, zegt Stien. ‘En tegelijkertijd wil je het achter je laten. Dat heb ik ook zeker gedaan. Er is een container vol met spullen naar de vuilnis gegaan. Ik was als het ware al mijn schepen achter me aan het verbranden. Maartens werk sloot daar heel goed bij aan. Toen we hem een mailtje stuurden met het verzoek de secretaire te behandelen, vond hij het direct een voltreffer. Nu de kast hier staat, doet hij me er elke dag aan denken: aan het verleden, maar ook aan het nieuwe begin.’

Het was het enige meubelstuk dat ze wilde hebben na de dood van haar vader, maar ze heeft zich niet druk gemaakt over de vraag of hij het wel goed zou hebben gevonden. ‘Geen moment. Mijn vader hing niet aan materiële zaken.’ In de kast ligt een gebroken lamp, van het schip waar haar moeder op werd geboren. ‘Daar heb ik me wel even afgevraagd, wat ze daarvan zou hebben gezegd.’

Al willen ze niet zeggen hoeveel het heeft gekost, een meubelstuk door Maarten Baas onderhanden laten nemen is niet goedkoop. ‘We hadden dat jaar geen vakantiegeld meer over’, zegt Stien. Maar geld verbranden? Nee, dat is het zeker niet geweest, bezweert Jan. ‘Juist niet. De kast is voor ons des te waardevoller geworden.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden