Audrey Hepburn
Een rondleiding door het Arnhem van Audrey Hepburn
In het boek Dutch Girl beschrijft Robert Matzen de jaren die actrice Audrey Hepburn tijdens de oorlog doorbracht in Arnhem. Omdat er geen officiële Hepburn-wandeling is, maakte de Volkskrant er een voor u.
Aan de Jansbinnensingel 8A in Arnhem is de plaquette weer terug. Hier woonde ooit Audrey Hepburn, toen een tiener met een passie voor ballet, later een van de grootste Hollywoodsterren van haar tijd. Best iets om trots op te zijn, maar toch ontbrak er jarenlang een gedenkteken aan de gevel van het pand.
De oude plaquette werd in 2010 gestolen. Sinds twee maanden hangt er weer een nieuwe. Arnhem, zo blijkt na een rondgang door de stad, probeert haar beroemde inwoner wel te eren: sinds anderhalf jaar is er een plein naar haar vernoemd, en al veel langer siert een borstbeeld van de ster een pleintje (1) naast Park Sonsbeek. Erg flatteus is het beeld niet, maar het staat er keurig bij, in een verzorgd bloemenperk.
Er valt nog wel wat te winnen. Hoewel Hepburn tijdens de Tweede Wereldoorlog op verschillende plekken in Arnhem en omgeving verbleef, is er geen officiële Hepburnroute beschikbaar. Daar is ook niet zo veel vraag naar, vertelt een medewerker van de Arnhemse VVV. Op één man na, die steeds terugkomt, hebben volgens haar weinig mensen behoefte aan een Hepburntocht.
Terwijl het toch zo interessant is, het Nederlandse verleden van Audrey Hepburn, actrice in filmklassiekers als Roman Holiday (1953), Breakfast at Tiffany’s (1961) en My Fair Lady (1964). Ze won een Oscar, was (en bleef) een stijlicoon en werkte jarenlang als ambassadeur voor Unicef. Geboren in Brussel bracht ze een deel van haar jeugd in Engeland door, voordat ze in 1940 naar Nederland verhuisde. In Arnhem, en later in het naastgelegen Velp, woonde ze tot het eind van de Tweede Wereldoorlog.
Het moet gezegd: tot nu toe was er ook niet veel bekend over Hepburns oorlogsjaren. In de talloze boeken en biografieën die er over haar zijn verschenen, kwam die periode er altijd bekaaid vanaf. Ja, er was honger en ellende, er vielen bommen en er was – wellicht – ook nog haar heldhaftige rol in het verzet (zie kader). Veel meer wisten we niet, ook omdat Hepburn er in het openbaar weinig over kwijt wilde.
Een nieuw boek vult dat gat op. De Amerikaanse schrijver Robert Matzen heeft zich op Hepburns Nederlandse periode gestort. In Dutch Girl: Audrey Hepburn and World War II (de Nederlandse vertaling, Het Nederlandse meisje, verschijnt in september) beschrijft Matzen hoe de jonge Audrey in 1940 naar Nederland kwam. Eigenlijk begon haar Nederlandse tijd al eerder, in de villa van haar opa en oma in Oosterbeek, naast Arnhem.
Villa Roestenburg, Oosterbeek (2)
Audrey Hepburn-Ruston, dochter van de Nederlandse barones Ella van Heemstra en de Brit Joseph Hepburn-Ruston, logeert in haar vroege jeugd geregeld bij haar opa en oma in Oosterbeek. Aarnoud baron Van Heemstra, oud-burgemeester van Arnhem en oud-gouverneur van Suriname, woonde in die jaren in Villa Roestenburg, een fraai rietgedekt landhuis aan de Pietersbergseweg 60 (vroeger nummer 44). Omdat haar ouders een slecht huwelijk hadden (ze scheidden toen ze 6 jaar oud was) werd Audrey, door haar Nederlandse familie Adriaantje genoemd, regelmatig in Oosterbeek gestald.
Mooi moet het daar geweest zijn, in dat idyllische dorp vol statige villa’s, in de vooroorlogse jaren. Terwijl Audrey er regelmatig verbleef, verbonden haar ouders zich in Londen aan de British Union of Fascists. Haar moeder Ella schreef enkele artikelen voor de partijkrant The Blackshirt, waarin ze Hitler prees. In 1935 bezocht ze de Reichsparteitag in Neurenberg. Wanneer Ella precies afstand deed van het fascisme, is onzeker; vast staat dat ze in ieder geval in het eerste deel van de Tweede Wereldoorlog omging met Duitse officieren.
Airborne Museum Hartestein, Oosterbeek (3)
Hepburn heeft dat deel van de familiegeschiedenis altijd verzwegen. Pas in 2016, na onderzoek van het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek – vlakbij de Pietersbergseweg – werd de volle omvang van Ella’s fascistische sympathieën duidelijk. Vader Joseph, die zijn vrouw en kind dan al heeft verlaten, brengt de oorlog vanwege zijn gedachtengoed in een Britse gevangenis door. De verzetspublicatie De Oranjekrant zet Hepburns moeder in 1942 op een lijst van mensen die niet te vertrouwen zijn.
Het museum, gevestigd in een villa die tijdens de Slag om Arnhem werd gebruikt als Brits hoofdkwartier, gaat het onderzoek rondom Hepburn in de vaste collectie opnemen. Het bestempelt Hepburns moeder overigens niet als ‘fout’, nuanceert museumdirecteur Sarah Heijse. ‘In die termen denken we allang niet meer. Het is een grijs gebied. Het is goed om te weten dat Ella nooit lid is geweest van de NSB. Ze heeft niemand verraden.’
Huis Zijpendaal, Arnhem (4)
In 1939, na het overlijden van Hepburns oma, verhuist haar grootvader van Oosterbeek naar Arnhem. Hij woont in wat waarschijnlijk het mooiste pand van de stad is: Huis Zijpendaal, gelegen in het grote park Zijpendaal, dat grenst aan Sonsbeek. Wat veel biografen van Audrey Hepburn niet wisten, is dat de baron geen eigenaar was van deze fraaie buitenplaats, maar slechts kamers huurde. Matzen zet het in Dutch Girl recht. Zo rijk was de familie nu ook weer niet. Ook Hepburns tante Meisje, een zus van haar moeder, en oom Otto van Limburg Stirum woonden in Huis Zijpendaal. Hepburn had met hen een goede band.
Het mooie pand is te bezichtigen, zij het alleen in het weekend. Wie doordeweeks aanbelt, treft vriendelijke werknemers van een natuur- en kasteelbeheerorganisatie. ‘Heeft de opa van Audrey Hepburn hier gewoond? Dat wist ik niet.’
Sickeszlaan, Arnhem (5)
Audrey Hepburns eerste Nederlandse adres is een eenvoudige rijtjeswoning aan de Sickeszlaan. Hier woont ze in 1940 met haar moeder en twee oudere halfbroers, Alex en Ian Quarles van Ufford. Het huis is kort geleden voor een flinke prijs van eigenaar gewisseld. Zou het geholpen hebben dat de makelaar het een ‘voormalig woonhuis van Audrey Hepburn’ noemde? Hepburn heeft er maar een paar maanden gewoond.
Jansbinnensingel, Arnhem (6)
Tussen 1940 en 1942 woont Hepburn in het centrum van Arnhem. Ze zit op balletles en ontwikkelt zich, gepusht door haar moeder, tot een lokale beroemdheid, getuige de recensies van haar optredens in de Arnhemsche Courant. Tijdens de eerste oorlogsjaren gaat het normale leven zoveel mogelijk door, maar moeilijker wordt het wel. In 1942 krijgt de familie een zware slag te verwerken: Otto van Limburg Stirum, Hepburns oom, wordt samen met vier andere gijzelaars door de Duitsers gefusilleerd als vergelding voor een verzetsdaad.
Hepburn woonde hier op de tweede en derde etage. Beneden zit nu een kapperszaak met een sanseveria in de etalage.
Villa Beukenhof, Velp (7)
Eind 1942 verlaat Hepburn Arnhem om met haar moeder en broers bij haar opa en tante in te trekken. Zij zijn van Huis Zijpendaal verhuisd naar Villa Beukenhof aan de Rozendaalselaan in Velp.
In dit dorp brengt Hepburn de laatste oorlogsjaren door, een paar kilometer verwijderd van het geweld en de verwoestingen in Arnhem, maar zeker niet volledig beschut. Ook Velp is regelmatig het toneel van gevechten. Bommen vallen er ook, vaak uit geallieerde vliegtuigen die het voorzien hebben op de vele Duitse stellingen in het dorp.
Arthur Seyss-Inquart, rijkscommissaris van de nazi’s, verblijft in een geconfisqueerde villa aan de Parkstraat, en de Sicherheitsdienst gebruikt een bankgebouw in Velp als gevangenis. Tegelijkertijd kent het dorp een uitgebreid verzetsnetwerk. Het Velpse ziekenhuis (8), niet ver van villa Beukenhof, fungeert als knooppunt in het verzorgen en verbergen van Joodse onderduikers en geallieerde soldaten. Hier zou Hepburn klusjes gedaan hebben voor een lokale dokter.
In Velp is niet veel terug te vinden van Hepburns geschiedenis. Op de plek van villa Beukenhof staat nu een bejaardentehuis; het oude ziekenhuis aan de Tramstraat is gesloopt. Wel leeft de oorlog er nog voort, net als in Arnhem, waar jaarlijks grote herdenkingen plaatsvinden. Wie hier in de grond graaft, stuit al gauw op munitie.
Voor Hepburn lagen hier haar levendigste herinneringen aan de oorlog. Ze was net 16 toen Velp werd bevrijd. Ze maakte er de hongerwinter mee, gaf balletlessen aan jongere kinderen, zag lijken op straat liggen. Het heeft haar gevormd, schrijft Matzen in Dutch Girl, en dat kan ook niet anders. Dat ze zich in haar latere leven altijd heeft ingezet voor oorlogsslachtoffers, moet hier – en in haar wonderlijke familiegeschiedenis – zijn wortels hebben.
Robert Matzen – Dutch Girl: Audrey Hepburn and World War II. Goodknight Books, 373 p., € 21,99.
Een Nederlandse vertaling (Het Nederlandse meisje. Audrey Hepburn, haar tijd in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog) verschijnt in september bij uitgeverij The House of Books.
Audrey in het verzet
‘Mythe ontkracht’, kopte de NOS in november 2016. ‘Audrey Hepburn werkte niet voor het verzet.’ Aanleiding van het nieuwsbericht was een onderzoek van het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek, dat in de aanloop naar een tentoonstelling over Audrey Hepburn en haar moeder, Ella van Heemstra, had geprobeerd bewijs te vinden van Hepburns verzetswerk.
Verhalen over haar betrokkenheid bij het verzet deden al decennialang de ronde. Hepburn zou rond 1952 in enkele interviews hebben gezegd dat ze tijdens de oorlog danste op zogenaamde ‘zwarte avonden’, geheime culturele bijeenkomsten waarvan de opbrengst ging naar het verzet. Eén keer sprak ze ook over het rondbrengen van voedsel voor neergeschoten geallieerde piloten en ander koerierswerk. In later jaren kwam ze er nooit meer op terug, maar de verhalen waren al een eigen leven gaan leiden.
Hepburns voornaamste biograaf, Barry Paris, blies haar status als verzetsheldin in 1996 nieuw leven in – overigens zonder bewijs te leveren. Ook Robert Matzen haakt in zijn boek Dutch Girl aan bij de bestaande mythes. Maar hoe zit het dan met het recente onderzoekswerk van het Airborne Museum? Uit Matzens boek blijkt dat hij bij het museum heeft aangeklopt voor hulp en informatie. Maar hoewel hij de nieuwe bevindingen van het museumonderzoek over de nazisympathieën van Hepburns moeder wel overneemt, trekt hij zijn eigen conclusies over haar verzetswerk.
Naast Hepburns koerierswerk en deelname aan de zwarte avonden zou het gezin een soldaat hebben verborgen in de kelder. Hepburn werkte volgens de schrijver in opdracht van een dokter uit Velp, Hendrik Visser ’t Hooft, voor wie ze in 1944 vrijwilligerswerk verrichtte. Dat laatste is Matzen verteld door een dochter van de dokter, die het haar vader had horen vertellen.
Dat Visser ’t Hooft verzetswerk verrichte, staat vast. Als arts maakte hij deel uit van een netwerk dat vanuit het ziekenhuis van Velp onderduikers in de regio onderbracht. Maar als Audrey klusjes verrichte voor de dokter, betekende dat dan ook dat hij haar bij het verzet betrok? Matzen meent stellig van wel.
Bij het Airborne Museum wordt terughoudend gereageerd op Matzens vondst. ‘Het is heel interessant en er zitten mooie aanknopingspunten in’, zegt museumdirecteur Sarah Heijse, die het boek al gelezen heeft. ‘De rol van dokter Visser ’t Hooft in haar leven was bij ons niet bekend. Maar er zijn nog veel vragen. Hoe stuurde hij haar dan precies aan?’
Het museum, zegt Heijse, heeft met haar onderzoek nooit definitief uitsluitsel kunnen geven over de kwestie. Met de nieuwskoppen uit 2016 (‘Audrey Hepburn was geen verzetsheldin’, schreef ook dagblad Trouw) was Heijse dan ook niet blij. ‘Daar kwamen wel een paar boze telefoontjes over’, zegt ze. ‘Het ligt gevoelig hier in Arnhem; Audrey Hepburn is erg geliefd.’ Heijse wil het nog maar eens gezegd hebben: geen concreet bewijs vinden, is iets anders dan stellen dat het nooit gebeurd kan zijn.
‘Wij wilden de mythes rondom haar staven’, legt Heijse uit. ‘Daarvoor hebben we in heel veel archieven gezocht en gekeken wat er aan primair bronmateriaal is. We hebben helaas niks gevonden. Helaas, want natuurlijk wilden wij heel graag als eerste museum ter wereld hét bewijs neerleggen dat zij in het verzet heeft gezeten.’
Met mondelinge bronnen blijft bewijsvoering lastig, legt museumconservator Tim Streefkerk uit. Zeker als zij de geschiedenis niet uit de eerste hand vertellen. Streefkerk verrichte zelf, samen met een stagiair, het Hepburn-onderzoek van het museum. ‘Het boek van Matzen is geen academische geschiedenis, daar zit het grote verschil’, zegt hij. ‘Herinneringen worden natuurlijk gekleurd door wat je om je heen hoort, en zeker bij een beroemdheid als Audrey Hepburn is dat ingewikkeld. Aan de andere kant: je moet nooit een bron diskwalificeren.’
Verzetsheldin of niet – daar laat het Airborne Museum zich niet over uit. ‘Ik geloof wel dat Hepburn gedaan heeft wat in het boek staat’, besluit Heijse. ‘Maar het zou mooi zijn als er ooit nog direct bewijs opduikt. En vergeet ook niet: wat zij deed, deden vele anderen ook.’
Slag om Arnhem
De Slag om Arnhem, die plaatsvond van 17 tot 25 september 1944, maakte deel uit van Operatie Market Garden, de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een tot dan toe voorspoedige geallieerde opmars in Frankrijk en België leidt tot het ambitieuze plan om achter de Duitse linies, met behulp van parachutisten, enkele bruggen in te nemen, om zo de grote rivieren over te steken en de Duitsers vanuit Arnhem te verslaan. Films als A Bridge too Far (1977) hebben de slag vereeuwigd; jaarlijks vinden grote herdenkingen met veteranen plaats. Dit jaar, tijdens de 75ste herdenking, zal er extra veel te doen zijn in Arnhem en omgeving.
Hepburn in Brussel
Niet alleen in Arnhem en omgeving is men trots op Audrey Hepburn. In Brussel gaan ze er prat op dat de filmster daar geboren is. Negentig jaar geleden om precies te zijn; om dat te vieren, is in het Vanderborght-gebouw in het centrum van Brussel de tentoonstelling Intimate Audrey te zien, mede ingericht door haar zoon Sean Hepburn Ferrer. Foto’s, kledingstukken, tekeningen en andere memorabilia tonen het leven van Hepburn buiten de schijnwerpers. De tentoonstelling is nog te zien tot eind augustus.