Interview
Een kikker als heldentenor: Mathilde Wantenaar (27) maakte een kinderopera van een dierenverhaal van Toon Tellegen
Een lied voor de maan gaat zondag om 16 uur online in première bij De Nationale Opera.
Donderdag begint de vijfde editie van het Opera Forward Festival, volledig online dit keer. De Nationale Opera geeft met dit festival een nieuwe generatie kunstenaars de kans om de toekomst van de opera te onderzoeken.
Componist Mathilde Wantenaar (27) schreef voor het festival de kinderopera Een lied voor de maan, die eigenlijk vorig jaar al in première zou gaan, maar zondagmiddag alsnog te zien is. Het werk duurt ruim drie kwartier en is gecomponeerd op het gelijknamige verhaal van Toon Tellegen.
Hoe kwam u aan deze tekst?
‘Iemand uit het team las het voor aan haar kinderen en gaf me de tip. Mijn ouders lazen me vroeger ook voor uit Toon Tellegen. Ik houd nog er nog steeds van. Het verhaal gaat over een verlegen mol die een lied schrijft voor de maan. Muizen en een kikker voeren het onder leiding van de sprinkhaan uit. Maar de maan vindt het niet mooi. Het is te somber, zegt de wijze krekel. Hij helpt de mol een nieuwe versie van het lied te schrijven. Ondanks hun onzekerheid, lukt het de dieren nu wel om de maan te laten stralen.
‘Ik had Tellegen gevraagd om zelf het libretto (de tekst van de opera, red.) te schrijven, maar daar voelde hij niet veel voor. Wel mochten we het verhaal gebruiken. Ik hoop hem nog eens te ontmoeten. Vanwege corona ging dat vorig jaar niet.’
Hoe componeer je voor kinderen?
‘Voor mijn gevoel heb ik het niet anders aangepakt dan normaal. Je hoeft het niet te vereenvoudigen. Kinderen zijn gevoelig en open, juist voor het poëtische. Ze hoeven ook niet per se alles te begrijpen. Er zijn allerlei dingen waardoor hun interesse wordt gewekt. De open verwondering, alles tussen fantasie en realiteit in; daar wilde ik een warme wereld van creëren.
Lachend: ‘Misschien wordt het een enorme flop, maar ik heb me er eigenlijk niet druk om gemaakt of het wel begrijpelijk genoeg is. Het verhaal is al zo duidelijk. De taal van Tellegen is tegelijkertijd poëtisch en direct. Het duurt vijf keer zo lang om iets te zingen dan om iets te zeggen. Hij kan met zo weinig zo veel zeggen. Dat is in mijn ogen ideaal voor een operalibretto.’
Hoe vertaalt zich dat vervolgens in uw muziek?
‘Ik heb de tekst hardop gelezen en gezongen. De melodieën komen dan vanzelf. Het zijn zulke duidelijke karakters voor mij. Het kinderlijke van de mol heeft een introspectieve, dromerige klank. Terwijl de kikker juist een soort heldentenor is, hij zingt Puccini, vindt zichzelf geweldig. De sprinkhaan is de maestro, de grote dirigent, maar na de eerste flop is hij van zijn stuk en bindt hij in, hij wordt zachter.
‘De eenzaamheid van de mol is een melodie zonder woorden, die komt telkens terug. Soms, als de mol alleen is op het podium, zingen de andere vier zangers zijn gedachten vierstemmig, als een soort koraal.
‘In het zeskoppige orkestje zitten een fluitist en een klarinettist. Die bespelen onder andere ook de altfluit en bassethoorn. Met lage blazers wilde ik de warmte van het ondergrondse en de nachtelijke sfeer laten klinken. De bassethoorn heb ik gebruikt voor het thema van de eenzaamheid, terwijl hij ook mooi klinkt in de jazzy stukjes. Ik heb allerlei stijlen en genres gebruikt en zelfs geciteerd, van Beethoven tot het liedje Pretty Woman.’
De première is nu zonder publiek in de zaal, maar online. Moest er veel worden aangepast?
‘Muzikaal niet, maar er is als een derde laag nog een echte cameraregie op losgelaten. Toen liep er dus nóg een team rond dat er van alles van vond. Ik heb me nergens mee bemoeid. Dat vond ik wel moeilijk, maar ik ben gaan zitten breien om rustig te blijven en was blij dat ik er gewoon bij was, móchten er vragen rijzen.’
Een lied voor de maan is op 21/3 om 16.00 uur gratis na registratie te zien op operaforward.nl.
Die sieben Todsünden
Het online Opera Forward Festival duurt tot en met zondag. Donderdag om 20 uur is een nieuwe versie te zien van Die sieben Todsünden, het ‘ballet chanté’ van Kurt Weill en Bertolt Brecht uit 1933. De twee Anna’s in het satirische verhaal worden gespeeld door stersopraan Eva-Maria Westbroek en actrice Anna Drijver, de regie is in handen van Ola Mafaalani.