Oog voor detail
Een condoom, pizzadoos, Smirnoff, een beha – de tapijtkunst van Grayson Perry is een achtbaan
Veel van wat wij doen, voelen en vrezen, houdt kunstenaars al eeuwen bezig. Wieteke van Zeil verbindt kunstdetails aan de actualiteit. Deze week: beha’s kijken.
Dingen die ik nog nooit in een kunstdetail had gezien voor ik hiervoor stond: een opengedraaid blikje, een bh met spinnenwebmotief (zo te zien geïnspireerd op Marlies Dekkers’ spider bra), en de woorden Smirnoff, Volvo en McDonald’s. En het mannetje zelf is ook vrij uniek. Hanenkam, grote oorbellen, jasje met Britse ruit, broek met van die verticale strepen zoals punkers ze droegen in de jaren tachtig. Met een fles in de hand een bh inspecteren. En dan is het ook nog eens allemaal geweven. Waar zit ik naar te kijken? Dat gevoel werd er niet minder op toen ik verderop een pizzadoos en een gebruikte condoom aantrof tussen de bloemmotieven. En een fles wasmiddel, en een flatscreentelevisie. Wie zonder introductie voor het 7 meter lange tapijt van Grayson Perry in Maastricht staat: riemen om. Het is nogal een achtbaan.
Zoals het trouwens altijd geweest is bij tapijtkunst – maar dat zijn we een beetje vergeten omdat tapijtkunst heel lang niet erg hip was. Je kunt je ernaar kijken als naar een film, scène voor scène. Heen en weer bewegen is onvermijdelijk, zo’n groot werk laat zich niet in een blik zien. Maar wat moet ik met een ouwe bh-ruikende punker met het woord McDonald’s eronder? Hoe rijmt dit met elkaar? Na een tijdje ga je dat tapijt van Perry lezen zoals je de puzzel bij De slimste mens leest: associatief. Fles en bh; consumeren. Punkkleding en oorbellen: jong willen blijven. Blikje, condoom, lege popcorndoos: wegwerpcultuur. McDonald’s, Smirnoff: grote namen, veel geld. Man die vrouwelijk attribuut als een exoot bestudeert: onbegrip tussen de seksen. De woorden slaan zelden direct op de figuurtjes erbij (hoewel je dat dus wel steeds vanzelf denkt, zo werken je hersenen blijkbaar. Bijvoorbeeld, als je de naam van boekenuitgever Penguin ziet bij een bejaarde achter een rollator, of de naam van luchtvaartprijsvechter EasyJet bij een man die zich heeft opgehangen). Het is meer een cryptische stroom van beelden met heel veel merknamen.
Als je een beetje thuis bent in christelijke symboliek vind je er genoeg om aan te haken: een naakte man en vrouw onder een boom als Adam en Eva in het paradijs, maar dan met kids, die ze toen nog niet hadden natuurlijk. Er zit een geboorte in en een hellemond, een schip (geleid door energiebedrijf Enron) waardoor je aan het narrenschip van Hieronymus Bosch kunt denken, er zijn veel motorrijders en auto’s als een soort moderne kruisridders.
Dit werk is geen veldslag, maar toch is het in de verte geïnspireerd op het grootste waargebeurde evenement dat ooit in kleedvorm werd uitgebeeld: het 70 meter lange tapijt van Bayeux, dat de Slag bij Hastings in 1066 verbeeldt. Daarin zie je eindeloos veel ridders, wapens, mannen, maar soms ook iemand die iets heel alledaags doet, zoals barbecueën of het land ploegen. Het ligt voor de hand om bij dit moderne tapijt met al die merknamen te denken dat het een commentaar is op consumentisme. Shoppen als een nieuw heiligdom dat wordt vereerd, met dit tapijt als een soort altaarstuk voor de heilige McDonald’s, YouTube en Rolex – er wordt letterlijk gebeden bij Adidas. Veel figuren lijken in elk geval bezig met consumeren als levensinvulling en doel. Maar op een ander niveau is het gewoon een soort beschrijving van leven in deze tijd. Al die details van alledag, het gejengel van kinderen, het verkrampt tikken achter een laptop, het joggen met de iPhone om je bovenarm, het schrobben van een vloer. Links staat een enorme geboorte, rechts ligt een grote naakte man te sterven. Dit is het jachtige, lege leven van nu, lijkt het te zeggen. Daarbij hoort kopen, dansen, drinken, kotsen, struikelen, eten, bellen en dus ook heel voorzichtig tussen duim en wijsvinger een bh met een spinnenwebmotief bekijken. Laat daar de historici van het jaar 3021 maar op los gaan.
Grayson Perry, The Walthamstow Tapestry, 2009, 140 x 700 cm, wol, katoen, acryl, trevira en polyester, Bonnefanten Museum Maastricht.
Volg Wieteke van Zeil op Instagram: @artpophistory