Een architect die aan mensen dacht
Hij kreeg de Prix de Rome voor zijn ontwerp 'Een dorp als een huis', maar geniet zijn grootste bekendheid om de kubuswoningen in Rotterdam....
HET VOLKSTUINTJE aan de rand van Monnickendam moet het nu zonder zijn ontwerper stellen. Dat kleine laantje met aan weerszijden bonenstaken en zonnebloemen zal de komende maanden weer een intieme, begroeide ruimte worden die beschutting biedt tegen de onmetelijke weidsheid van het platte Noord-Hollandse land. Piet Blom zal daar niet meer op zijn bankje zitten. Dinsdag is hij plotseling gestorven tijdens een vakantie in Denemarken.
Dat volkstuintje was helemaal Piet Blom. Toen hij de kale staken in de grond stak, de zonnebloemzaadjes in de aarde wroette, wist hij al precies hoe over enkele maanden een groene ruimte zou ontstaan .
Blom (1934-1999) dacht bij alles op een ambachtelijke manier.
Als kind van een groenteboer in de Amsterdamse Jordaan leerde hij het volkse van de Amsterdamse buurten kennen: een opwindend theater. Maar als bouwvakker zag hij rond 1950 hoe in de nieuwe westelijke tuinsteden de straat werd ontzield, hoe de woningblokken er werden opgebouwd vanuit een liefdeloze repetitie die de mens vergat. Toen moet het idee zijn geboren iets met bouwen te doen. Om de wereld te behoeden voor het kille, schrale gedachtegoed van de moderne architecten.
Op de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst ontplooide Blom zich als een briljante leerling die de opvattingen van zijn leermeester Aldo van Eyck met bewonderenswaardig gemak vertaalde in frisse ontwerpen.
In 1962 won Blom de Prix de Rome met zijn ontwerp 'Een dorp als een huis': een dorp voor kinderen waarin de ruimten tussen de verblijven fungeerden als warme ontmoetingsplekken.
Dat Blom een groots architect was, bewees hij in 1964 met de magistrale verbouwing van een boerderij tot de voorlopige mensa van de toen nieuwe TH Twente. En hij bouwde een 'Kasbah' in Hengelo, waar 128 woningen op betonnen palen het 'wonen als stedelijk dak' gestalte gaven. Niet in het drukke stadscentrum, wat hij wilde, maar in een saaie buitenwijk waar het doodbloedde.
Zijn eerste drie 'boomwoningen' in Helmond werden in 1976 wereldberoemd. Het was een proef voor een veel grotere wijk met 180 woningen rond een theater. Dat Speelhuis is er gekomen, maar slechts omringd door achttien boomwoningen.
Gelukkig durfde Rotterdam wel een groots project aan Blom toe te vertrouwen: kubuswoningen boven en langs de Blaak, alsmede een stedelijke bebouwing langs de Spaanse Kade. Nog altijd drommen de toeristen door dit vrolijke stadsdeel.
Na 1984 (academie Minerva in Groningen) verdween Blom op de achtergrond. Maar hij kwam terug, met een gasbedrijf in Heemskerk en met het Russisch Paleisje in Amersfoort. Blom liet weer zien hoe je met ambachtelijke liefde de ruimten kunt laten tintelen.