Dummer sterft al pierewaaiend een zachte dood
'Nou, dat was het dan, de laatste Wereld volgens Dummer. Ik had er ook nooit aan moeten beginnen, natuurlijk.'..
J.C.Th. Dummer, de fictieve hoofdredacteur van VPRO's actualiteitenprogramma De wereld volgens Dummer, blies zondag zijn laatste adem uit. Slechts negen maanden klopte Dummers hart. Soms zo onstuimig als een turbomotor, maar meestal als een waterpomp, ergens in een dorp op het Franse platteland.
Dummer probeerde het nieuws op televisie te vernieuwen. Van de traditionele opzet - een filmpje en een studiogesprek - wilde hij niets weten. De hoofdredacteur sprak liever over 'een keuze uit de actualiteit' dan over 'een actualiteitenrubriek'. Opmerkelijke gasten en oorspronkelijke opinies, daaruit moest Dummer bestaan.
Of dat niet genoeg was, sleutelden de programmamakers ook aan de vertelwijze. Dummer keek naar het detail. De andere keer bracht hij het verhaal geserreerd. Dan weer hanteerde Dummer de camera's alsof hij een maker van een Hollywood-film was; een telefoongesprek tussen Maarten van Traa en een Noord-Franse burgemeester, over het Nederlandse drugsbeleid, werd als een onvervalste, spannende filmdialoog in beeld gebracht.
Wie Dummer volgde, kreeg gaandeweg het seizoen echter de indruk dat eindredacteuren Roel van Broekhoven en Lex Runderkamp, en met hen de stal van medewerkers, onder wie Geert Mak, Jan Donkers, John Jansen van Galen en Ed van Westerloo, hinder ondervonden van de wens anders te zijn dan andere nieuwsrubrieken. Ook tijdens de laatste uitzending, zondagavond, drukte de vorm de inhoud naar de marge.
Britta Hosman en Rob Smits maakten een fraai gefilmde reportage van het reilen en zeilen rond de Tweede Kamer, maar inhoudelijk bleef het portret van de wandelgangen en de verloren hoekjes onder de maat.
Wat kreeg de kijker precies te zien? Koffiejuffrouw Bep Kwant liep in slow motion langs de vergaderkamers. Ook mopperde zij op de kamerleden, die zoveel troep achterlieten.
Henk Mulder, hoofd voorlichting van de Tweede Kamer, kwam eveneens in beeld. Mulder nam de filmploeg mee naar een kelder, waar zowel cadeaus ('deze boekensteunen zijn door Suriname aangeboden') als oude spandoeken lagen opgeborgen.
Dergelijke triviale, geestige wetenswaardigheden werden gecontrasteerd met de beslommeringen van enkele hongerstakers, die gelegen tegen de achterkant van het Tweede Kamergebouw dreigden weg te kwijnen.
Na de op sfeer leunende reportage volgde in de tweede helft van het programma het harde deel, althans, dat was de bedoeling. Leonard Ornstein ondervroeg enkele lobbyisten over hun vak, en al snel werd duidelijk waarom lobbyisten lobbyist zijn geworden, en geen journalist: in plaats van heldere woorden zochten zij keer op keer naar gemaskerde antwoorden.
De wereld volgens Dummer eindigde Dummeriaans: er waren mooie ideeën en fraaie beelden, maar meer dan sierlijk pierewaaien met het nieuws werd het niet.
Ronald Ockhuysen