Droefenis met uitzicht
Zijn dikke grijze lokken golfden over de capuchon van het religieuze uniform, een lang donker habijt, amper in vorm gehouden door een brede zwarte riem....
Soms hield hij een attribuut omhoog voor de camera, een opgezette duif bijvoorbeeld. Dan sprak hij minutenlang over dit symbool van de vrede alsof we nog nooit van die vogel hadden gehoord en dankzij hem dit wonderlijke dier voor het eerst zagen in het juiste perspectief, dat van de schepping.
De pater Augustijn Verhagen gaf ook godsdienstlessen op de hbs in mijn geboorteplaats. Jongetjes in wie hij om onduidelijke redenen meer zag dan in een doorsnee leerling vroeg hij soms op zijn kamer om te praten over zaken die in de les niet aan de orde kwamen. Later verdacht ik mijn ouders ervan dat ze mijn zelfbenoemde mentor hadden verzocht met mij onderwerpen te bespreken die ze zelf niet durfden aan te snijden.
De televisiepater hield van muziek. Op de sobere kloosterkamer hoorde ik voor het eerst een opname van het tweede pianoconcert van Sergei Rachmaninov (1873-1943), een stuk dat thuis niet werd gedraaid omdat het 'te sentimenteel' zou zijn. Er stond ook een toegift op de plaat, korte stukjes die ik zou onthouden. De weergave door de koffergrammofoon was niet best maar dat deed aan het effect niets af.
Ik was op slag verliefd. Niet op de pater, zelfs niet op de pianiste die op de hoes naast een vaas met rode rozen was afgebeeld, maar op de muziek van Rachmaninov. 13 Jaar oud, in de absurde ambiance van een priestercel, ontdekte ik de Russische romantiek, die een niet eerder gevoelde weemoed losmaakte. Droefenis met uitzicht.
Rachmaninov stormde met muzikaal geweld mijn leven binnen. Met, na het tweede, natuurlijk dat schitterende derde pianoconcert, de prelude in cis, de vespers, de cellosonate, de liederen, de romances, al die stukken die je meevoeren naar Russische landhuizen in de avondzon. Terug naar de tijd dat de oude adel het voor het zeggen had en de Revolutie nog niet alles wat mooi was, had vernietigd.
Dat was de tijd waar de naar de VS geëmigreerde componist zijn hele leven naar terugverlangde. Hij vertaalde de heimwee in muziek waarmee wij onze eigen kleine nostalgie kunnen koesteren.
Niemand kon Rachmaninov beter spelen dan Rachmaninov zelf, de beste pianist ter wereld. Virtuoos en kwetsbaar. Kleine nootjes met grote gebaren, zoals godzijdank op bewaarde opnamen is te horen. Op 18-jarige leeftijd schreef hij de tamelijk simpele Morceaux de Fantaisie die de aanloop vormen voor het grote werk.
In die kleine, warme stukjes herken ik de gevoelens van de jongen die na schooltijd wordt gevraagd om in een kloosterkamer te praten over dingen die hij niet begrijpt maar wel hoort.