tv-recensiearno haijtema
Drijft het imago van Superdrent Harry Muskee nu nog op méér dan nostalgie?
Tien jaar is ‘Superdrent’ Harry ‘Cuby’ Muskee dood, en daarom ondernam muziekjournalist Jan Douwe Kroeske een zoektocht naar de nalatenschap van de legendarische blueszanger uit Grolloo. Is die nalatenschap er wel, vraagt Kroeske zich af in de zondag op NPO 2 Extra uitgezonden documentaire Talkin’ Blues. Een terechte vraag, die na een uur kijken niet helemaal overtuigend bevestigend kan worden beantwoord.
Een fenomeen was de op 70-jarige leeftijd gestorven Muskee zeker, omringd door geweldige muzikanten (zoals Herman Brood, Daniel Lohues, bassist Herman Deinum en gitarist Erwin Java). Maar drijft het imago van de reus die zijn zielepijn uitschreeuwde in de muziek nu nog op méér dan nostalgie?
‘Het zijn vooral 70-plussers zoals ik’, zegt vriend en manager Johan Derksen. ‘Oudere jongeren die Muskee nog op handen dragen. Ze fietsen door Drenthe, ze romantiseren en idealiseren Cuby & the Blizzards. Elk jaar wordt de band beter dan-ie was.’ Voetbaljournalist Derksen is een van de bewonderaars die met Kroeske – ook fan, sinds 1988 – terugblikken op leven en verdiensten van Muskee. Anderen, zoals Java, Golden Earring-zanger Barry Hay en Muskees weduwe Douwina Oosterhof, kleuren het portret verder in met anekdotes.
Derksen loopt met Kroeske in de regen naar een zwerfkei in het bos, die inspiratie zou hebben gevormd voor het album Desolation. Nog jaarlijks maken fans hier een bedevaart, vertelt Derksen, ‘terwijl ik zeker weet dat Harry die steen nooit heeft gezien, hij kwam nooit zo diep in het bos’. Hij herinnert zich de bron van Muskees blues: enig kind, afwezige vader, zieke moeder. Later liefdesverdriet om Miep. ‘Mus was een sentimentele man, vol medelijden met zichzelf.’
Barry Hay, geïnterviewd op Curaçao, waar Muskee in diens laatste jaren zijn buurman was, prijst de verdiensten van de zanger voor de provincie. ‘Door hem werd er niet meer op Drenthe neergekeken. Als je hem hoorde praten, verwachtte je als westerling een boer. Maar hij was heel erudiet. Drenthes finest.’ Een gevoelige man ook, tot tranen toe geroerd toen hij zag hoe een vogeltje zich tegen een raam te pletter vloog. Het kadavertje werd begraven, Muskee schonk glaasjes wodka.
Zo stapelen de aandoenlijke verhalen zich op. Van een festival waar Muskee – gage 10 duizend gulden – weigerde te spelen omdat ook The Sweet zou optreden: ‘Ik speel niet met clowns.’ Van katers die moesten worden uitgeslapen op zondag, terwijl een middagconcert wachtte. Dan werd Harry uit bed geschopt, want de zaaleigenaar had vijfhonderd kaarten verkocht.
Kleurrijk was-ie, zoveel maakt Kroeske duidelijk in de docu, waarbij niet op de kosten is beknibbeld. In elk geval zijn de provincie Drenthe, Assen en gemeente Aa en Hunze (waaronder Grolloo) overtuigd van Muskees blijvende nalatenschap: zij maakten Kroeskes docu mede mogelijk. Er zijn daar een standbeeld, een museum, levensgrote billboards en er is een pad naar hem vernoemd. Derksen: ‘De mensen hier vinden het wel genoeg zo.’