Draagbaar, veilig en toegankelijk
Reportage..
Parijs Toegankelijkheid – daar lijkt het veel modehuizen nu om te doen. Op de shows in Parijs wordt meestal weinig moeite gedaan met iets totaal nieuws te komen. De klanten, die het het afgelopen jaar zo hebben laten afweten, moeten weer de winkels in, en dus zitten de zomercollecties vol kleren in frisse kleuren en met voor iedereen te begrijpen referenties: lingerie, sport, legerkleding, verre landen, mannengarderobe, de jaren zeventig.
Stella McCartney ging zelfs zo ver doorgeknoopte jeansrokken op de catwalk te laten zien, met daaronder niet al te hoge sandalen met een gemakkelijke sleehak. Laagdrempeliger kom je het bijna nooit tegen. Je ziet het zo in Zara hangen.
Ook Dries van Noten speelde op veilig. De afgelopen seizoenen had de Vlaamse ontwerper een paar verrassende, atypische collecties. Nu bleef hij op bekend terrein: exotische stoffen, fraaie kleurcombinaties en elegante, comfortabele kledingstukken.
Van kleurige zijde met batik-, ikat-, sari- en andere etnische dessins waren korte jasjes, ruime broeken en jurken gemaakt; vaak werden meerdere gedessineerde kledingstukken bij elkaar gedragen, ook een beproefd Van Noten-recept.
Zelfs Hussein Chalayan, de Brits-Cypriotische ontwerper die bekend staat om zijn zeer experimentele mode, kwam met een opmerkelijk draagbare collectie, die ook nog eens een bekend zomerthema had: Saint Tropez.
Een orkestje speelde een tango, en Chalayan praatte als een ouderwetse ladyspeaker in het Frans over wat er zoal te zien was: sluike, lange jurken met de dit seizoen zo populaire split aan de voorkant, jasjes met loshangende revers, eveneens loshangende voorpanden, driekwart- en korte broeken die hoog in de taille zaten.
De grootste verrassingen zaten in de details: sommige kledingstukken leken bij elkaar te worden gehouden door kleine handjes van keramiek. Zonnehoeden hadden in de rand een ingebouwd, rechthoekig scherm, dat als een bril naar beneden hing. Enkele ontwerpen waren gemaakt van een glimmend, geplooid materiaal dat het effect had van opspattend water.
Een van de hoogtepunten van het eerste gedeelte van de Parijse modeweek was de show van Haider Ackermann, een Franse ontwerper die werkt vanuit Antwerpen. Ackermann werkt veel met leer, waarvan hij uitgesproken, maar rustige vrouwenkleren maakt met een sluik silhouet en veel draperieën. In zijn voorjaarscollectie had hij voor het eerst kleur gebruikt: lila, okergeel, lichtblauw, diepblauw.
In elke outfit was wel iets speciaals te vinden: de manier waarop een militaire zak een stoer accent gaf aan een jurk, hoe hij meerdere lagen leer over elkaar liet dragen zonder dat het zwaar oogde. Over een haltertop werd een jasje met een weggesneden voorpand gedragen, waardoor een klein, driehoekig gebiedje tussen borst en schouder bloot bleef – op een bescheiden manier heel sexy.
Net zo bijzonder was de collectie van Lanvin. Ontwerper Alber Elbaz liet jumpsuits en jurken zien die gebaseerd waren op smokings, maar aan de achterkant gemaakt waren van flinterdunne, bijna transparante zijde, en jurken van een stevige zijde met asymmetrisch geplaatste, opstaande volants. Even mooi waren de gedrapeerde, asymmetrische jurken en jumpsuits van een dunne stof die oogde als zijde, maar polyester was, en daardoor veel gemakkelijker te onderhouden is. Elbaz lijkt in zijn eentje het taboe op het synthetische materiaal aan het beslechten te zijn.
Lanvin blijft kostbaar. Zo’n polyester jurk kost al gauw 1.500 euro. Maar aan kleren die zichtbaar met aandacht zijn gemaakt, is altijd behoefte. Aan tientallen tafels tegelijk werden de bestellingen genoteerd.
vk.nl/mode
Meer over de voorjaarshows in Parijs