Dit zijn de topdocumentaires tijdens IDFA
Al aan het agendaworstelen voor het komende documentaire festival IDFA? Onze filmredactie selecteerde met het oog op de voorverkoop alvast 23 hoogtepunten uit de 303 films die er te zien zullen zijn.
Kaartverkoop
De voorverkoop voor het 29ste International Documentary Film Festival Amsterdam, dat van 16 t/m 27/11 wordt gehouden, begint getrapt.
Eerst zijn de vrienden van het festival aan de beurt. Die kunnen vanaf vandaag 12.00 uur online bestellen. Anderen kunnen dit weekend nog rustig puzzelen; voor hen begint de voorverkoop aanstaande maandag om 19.00 uur.
undefined
Miss Kiet's Children
(Petra Lataster-Czisch, Peter Lataster, NL, 115 min.)
Op een basisschool in het Brabantse Hapert worden vluchtelingenkinderen opgevangen in een speciale instroomklas. Juf Kiet, streng maar invoelend, leert hun Nederlands en rekenen terwijl ze terloops het sociale verkeer in goede banen leidt. Een prachtig observerend document waarin oorlogstrauma's en kleuterverliefdheid evenveel gewicht krijgen. Ontroerend, geestig en hoopvol.
Life, Animated
(Roger Ross Williams, VS, 89 min.)
Alsof hun kind werd ontvoerd, zo voelde het voor Ron en Cornelia Suskind toen hun zoon Owen op 3-jarige leeftijd door een progressieve autismespectrumstoornis werd overspoeld. Alle contact met Owen bleek opeens onmogelijk, tot de Suskinds in de door Owen zo geliefde Disney-films een wonderlijk communicatiemiddel ontdekten, en Aladdin en Peter Pan weer licht in Owens leven brachten. Een curieuze, ontroerende geschiedenis, in de film aangevuld met dromerige animaties van Owens binnenwereld.
Shadow World
(Johan Grimonprez, BE/DK, 94 min.)
Ontluisterende blik, naar een boek van onderzoeksjournalist Andrew Feinstein, op de internationale wapenindustrie en wurgreep ervan op de internationale politiek. Het is maar de vraag wat tijdens het kijken het meeste afgrijzen oproept: de op zijn sigaar kauwende wapendealer ('In deze branche draait alles om geld en seks'), de smerige politieke spelletjes die regisseur Grimonprez en Feinstein onthullen, of de verschrikkelijke archiefbeelden van drone-aanvallen, vuurgevechten en bombardementen.
Tower
(Keith Maitland, VS, 96 min.)
Op 1 augustus 1966 opende een sluipschutter het vuur vanuit de toren van de Universiteit van Texas: het eerste schoolbloedbad uit de Amerikaanse geschiedenis. Regisseur Maitland maakt in zijn zenuwslopende documentaire perfect gebruik van animatie: terwijl de overlevenden en agenten van weleer hun verhaal doen, zien we hen in getekende reconstructies van de gebeurtenis zoals ze toen waren; een effectief visueel equivalent voor hun nog steeds niet volledig verwerkte trauma.
Rats
(Morgan Spurlock, VS, 84 min.)
Laat je niet foppen door dat zachte vachtje en die onschuldige kraaloogjes: ratten zijn intelligente monsters die wereldwijd dood en verderf zaaien. In elk geval in Morgan Spurlocks (Supersize Me) Rats, een horror-documentaire compleet met schrikeffecten en griezelige muziek, waarin ratten worden opengesneden, in stukjes gehakt en luid piepend uit elkaar gescheurd door honden. Fascinerend - voor de bezitters van een sterke maag en zelfs dan nog niet direct na het eten.
Zero Days
(Alex Gibney, VS, 116 min.)
Na deze urgente en verontrustende film kijk je nooit meer hetzelfde naar het nieuws. Oscarwinnaar Alex Gibney (Scientology, Taxi to the Dark Side) onderzoekt het computervirus Stuxnet, dat in 2010 werd ontdekt, en belandde in een geheime wereld van cyberoorlog en -wapens. Hij vertelt het verhaal als een thriller, waardoor alle computerpraat toegankelijk blijft en tegelijkertijd de kijker de stuipen op het lijf jaagt.
How to Meet a Mermaid
(Coco Schrijber, NL/BE/DK, 90 min.)
De broer van Coco Schrijber (Bloody Sundays and Strawberry Pies) verdween in 2000 in de Rode Zee. Dat inspireerde haar tot deze film, die geen egodocumentaire is, maar een poëtisch essay over de zee. Via drie personages laat ze zien hoe beangstigend en tegelijkertijd aantrekkelijk de zee kan zijn, in een poging om het ongrijpbare te pakken te krijgen.
Machines
(Rahul Jain, IN/DE/FI, 71 min.)
Dat het werk in een Indiase textielfabriek loodzwaar en schandalig onderbetaald is, is geen verrassing. Het gaat beginnend filmmaker Rahul Jain dan ook niet om het aan de kaak stellen van misstanden, al laat hij geen twijfel bestaan over de mensonterende omstandigheden in de fabriek waar hij het dagelijkse ritme vastlegde. Een meeslepend, meedogenloos ritme is het, de stuwende basis van een mooi maar droevig filmessay over de band tussen mens en machine.
Mapplethorpe: Look at the Pictures
(Fenton Bailey, Randy Barbato, VS, 108 min.)
Gedegen profiel van de ambitieuze fotograaf Robert Mapplethorpe (1946-1989), die succes boekte met bloemstillevens en portretten van beroemdheden en vooral bekend werd vanwege zijn al even esthetisch verantwoorde, niets verhullende homo-erotische en sadomasochistische taferelen. De boeiende HBO-documentaire blinkt uit in gedegen research, al is het jammer dat ex-vriendin Patti Smith geen medewerking verleende.
China's Van Goghs
(Haibo Yu, Kiki Tianqi Yu, CN/NL, 81 min.)
Xiaoyong Zhao schildert de ene Van Gogh na de andere. Hij werkt in een atelier in China dat reproducties maakt voor de wereldmarkt. Haibo Yu en Kiki Tianqi Yu volgen hem tijdens zijn droomreis naar Europa, om het werk van de meester zelf te zien: het wordt een even ontluisterende als inspirerende ervaring.
Gringo: the Dangerous Life of John McAfee
(Nanette Burnstein, VS, 98 min.)
Hoe zit het nou met multimiljonair John McAfee - die van de antivirussoftware, ja - die in Belize zijn buurman zou hebben vermoord? Nanette Burnstein schetst in deze documentaire het krankzinnige levensverhaal van een man die steeds genialer, gekker, aandachtsgeiler en meer paranoïde blijkt: ruim anderhalf uur zit je verbijsterd op het puntje van de stoel.
O.J.: Made in America
(Ezra Edelman, VS, 468 min.)
Welbekend, maar onverminderd verbijsterend; pakkend verteld verslag van de opkomst, val en vrijspraak van de legendarische football-ster O.J. Simpson. De bijna acht uur lange film koppelt de moderne geschiedenis van een ontwricht en raciaal verdeeld Amerika aan een intrigerende studie naar opgelegde identiteit. Hoe die ene zwarte held van wit Amerika zich na zijn val omvormt - en wordt omgevormd - tot zwarte held van zwart Amerika.
Those Who Jump
(Estephan Wagner, Moritz Sibert, 72 min.)
Het is nét die jungle van Calais: zo'n niemandsland en laatste horde voor vluchtelingen van divers pluimage. Maar dan in de heuvels van Marokko, met uitzicht op de hoge muren rond de Spaanse exclave Melilla. Eén vluchteling filmt zijn leven, een jaar lang. Van de onderlinge voetbalinterland tot de eigenrichting, en het voortdurende kat-en-muisspel met de lokale politie.
Mogadishu Soldier
(Torstein Grude, NO/FI/DK, 88 min.)
Waar is die vrede dan, die ze moeten bewaken? Het is een terugkerende vraag in dit indringende verslag-van-binnenuit over de door de VN gesteunde Afrikaanse vredesmissie in Somalië. Twee Burundese soldaten filmden een jaar lang wat ze meemaakten. Uit de 523 tapes die ze inleverden, werd Mogadishu Soldier samengesteld. Van alledaagse gezelligheid in het basiskamp tot de meest gruwelijke slagveldscènes: zo ziet oorlog eruit.
Cameraperson
(Kirsten Johnson, VS, 102 min.)
Een boze bokser in Brooklyn, een verloskundige in Nigeria die provisorisch baby's redt, een Bosnische peuter met een bijl. Ze delen niks, zo op het eerste gezicht. Behalve dat ze ooit gefilmd werden door Kirsten Johnson, cameravrouw van klassiekers als Fahrenheit 9/11 en Citizenfour. Voor haar eerste soloregie vlocht ze divers, uit uithoeken van de wereld en haar privéarchief opgediept materiaal aaneen tot een indringende collage over haar vak. De camera draait, altijd. De kijker houdt zijn adem in.
The Challenge
(Yuri Ancarani, IT/FR, 69 min.)
Voer voor antropologen: ontwaar de hedendaagse mens in de woestijn. Nee, niet die in documentaires al vaker gevolgde eenvoudige bedoeïenen, maar de schatrijke, zich verpozende Qatari. Mannen - altijd mannen - die lusteloos bieden op peperdure valken, kroelen met hun gedomesticeerde jachtluipaard of doelloos racen door de zandduinen. Een hemels gefilmd, commentaarloos verslag van de hobby's van de woestijnelite.
Robinù
(Michele Santoro, IT, 97 min.)
Indrukwekkende schets van wat het voorportaal kan worden genoemd van de Camorra, de Napolitaanse maffia, mijlenver verwijderd van misdaadfilmromantiek. De documentaire zoomt in op de beruchte 'paranza dei bambini'-clan, bestaande uit kinderen die veelal rond hun 13de hun eerste overval plegen en inmiddels lange straffen uitzitten voor zware geweldsdelicten en zelfs moord. Angstaanjagend droogjes vertellen ze voor de camera over onontkoombaarheid van hun daden - op de achtergrond worstelen hun ouders met verdriet en schuld.
Homo Sapiens
(Nikolaus Geyrhalter, AT, 94 min.)
Streng en conceptueel, maar bovenal indringend en visueel uitmuntend, deze wereldwijde rondgang langs overwoekerde treinsporen, verlaten kerncentrales, zelfs het leeggelopen Rotterdams zwemparadijs Tropicana. Vastgelegd in bewegingloos filmbeeld - alleen een verdwaalde kikker of opdwarrelend stofbolletje zorgt voor beweging. Zelden schitterde de mens zo fraai door afwezigheid. Briljante zet van Nikolaus Geyrhalter (Our Daily Bread) om op de geluidsband de elementen (regen, wind) vrij spel te geven: zo voelt de toeschouwer zich live getuige van het verval.
Still Tomorrow
(Jian Fan, CN, 88 min.)
Door een aangeboren hersenbeschadiging is ze spastisch. Haar moeder huwelijkte haar uit aan een lomperik die haar minacht. Liefde leek voor haar nooit weggelegd dus schreef ze er maar gedichten over, waarvan er één plotseling een gigantische internethit werd. Van zwoegende boerderijknecht naar literaire sensatie: het leven van Yu Xiuhua maakt een enorme omwenteling door, knap vastgelegd in dit rauwe, eerlijke portret.
Austerlitz
(Sergei Loznitsa, DE, 94 min.)
De hoofdgast van IDFA 2016 plantte zijn camera rondom en binnen de muren van twee WOII-concentratiekampen, en registreert zonder verder commentaar hoe de massaal toestromende dagjesmensen zich in dat macabere decor gedragen. Dankzij de statische totaalshots blijft je blik vrij om te gaan en staan waar hij wil, en toch is het architectonisch uiterst precieze Austerlitz een dwingende, verpletterende ervaring.
God Knows Where I Am
(Jedd en Todd Wider, VS, 97 min.)
De gebroeders Wider, producers van succesvolle documentaires, duiken in hun regiedebuut in de laatste maanden van een geruisloos gestorven vrouw. De dakloze, psychotische Linda Bishop verschanste zich eind 2007 in een leegstaand huis, doodsbang voor de buitenwereld. Terwijl ze enkel appels uit de tuin at, hield ze een dagboek bij, wat de (door actrice Lori Singer voorgedragen) basis van dit melancholieke portret vormt, dat indirect flinke kanttekeningen plaatst bij het Amerikaanse zorgsysteem.
Zaatari Djinn
(Catherine van Campen, NL, 90 min.)
In het noorden van Jordanië, vlak bij de grens met Syrië, ligt Zaatari, een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld. Catherine van Campen volgt in haar fraaie, schrijnende maar poëtische film vier kinderen die in deze geïmproviseerde stad van 80 duizend inwoners een leven moeten opbouwen, terwijl ze verlangen naar hun vroegere thuis of dromen van een toekomst elders.
Invention
(Mark Lewis, CA/GB, 87 min.)
De Canadese kunstenaar Mark Lewis (1958), befaamd om zijn video-installaties, compileerde eerder werk tot een hypnotiserende stadssymfonie. Terwijl de camera zweeft en kantelt door de gangen van het Louvre, in Toronto wolkenkrabber-façades aftast en kleine verhalen vindt in het gewoel van São Paolo, blijft de soundtrack vrijwel de hele tijd doodstil. Alsof je in een cocon zit en traag door een Escher-achtige wereld glijdt.