Pop
‘Dit is pophistorie’, en dus is nu álle muziek van de Nederlandse jarentachtigband de Div te beluisteren
Sinds kort staat alle muziek van de Div op Spotify, in de jaren tachtig opgericht door studenten bouwkunde. Komt er nu ook een reünie van wat ooit een van de spannendste bands van Nederland was?
Leuk, zo’n streamingdienst als Spotify waarop je op ieder moment van de dag kunt kiezen uit miljoenen liedjes om naar te luisteren, maar je vangt nogal eens bot als je zoekt naar bands en artiesten uit bijvoorbeeld de jaren tachtig. Muziek die tegenwoordig onder de noemer postpunk weer een grote inspiratiebron voor gitaarbands is.
Neem de Div uit Delft. De band maakte tussen 1981 en 1990 een reeks spannende platen. Hoekige ritmes, funk-baslijnen, krassende gitaren en Nederlandstalige, vaak abstracte teksten. Enkele van de platen werden geproduceerd door de dankzij zijn werk voor TC Matic hipste producer van de lage landen, Jean-Marie Aerts, en de band had in 1988 een heuse dansvloerhit met Sex Sex Sex.
Maar de muziek van de Div leek welhaast verdwenen. De platen werden niet opnieuw uitgebracht en verschenen ook niet op Spotify. Tot 23 december vorig jaar, toen het ineens rondzong onder muziekliefhebbers met warme herinneringen aan de new wave-muziek uit de jaren tachtig: de Div stond op Spotify! Niet alleen de beste plaat (Open Zee uit 1984) van de band of het bekendste nummer (Sex Sex Sex). Nee, alles, tot aan zijn alleen op cassette uitgebrachte album Pasodoble uit 1986 toe.
Oudemannenpop
Hoe kwam dat zo ineens? Waren Art Zaaijer en Marc de Reus, destijds zanger en bassist van de band, tot inkeer gekomen? Lieten ze hun werkzaamheden in de architectuur even achter zich en kwam er toch een reünie, ook al waren ze altijd tegen wat Zaaijer nu ‘dat nostalgische gedoe en al die oudemannenpop’ noemt?
Nee, de Div-catalogus staat nu op Spotify omdat het hoofd van Spotify Benelux dat zelf initieerde. ‘Ik werk nu een jaar of zes bij Spotify en zoek wel eens naar muziek die ik vroeger zelf leuk vond’, aldus Wilbert Mutsaers. ‘Soms vergeefs, zoals naar de Div, die ik in de jaren tachtig graag draaide.’
Daar moest wat aan te doen zijn. Mutsaers kent nogal wat mensen in de muziekindustrie. Zo ook Michel Schoots, na Peter de Wolf de tweede en laatste drummer van de Div, nu a & r-manager bij Sony Music met onder meer Eefje de Visser in zijn portefeuille. Mutsaers: ‘Ik kom hem wel eens tegen. Ik zei eens: dit is wel pophistorie, je moet er iets mee doen. Michel vond mijn enthousiasme leuk. We appten nog zo nog een tijd lang heen en weer en een paar maanden geleden kwam het antwoord. Hij had de andere jongens gesproken en ze waren het eens geworden.’
Michel Schoots: ‘Wilbert begon er iedere keer weer over, maar ik vond het niet zo koosjer om als a & r-man bij Sony zelf de muziek van mijn oude band te pushen. Ik kon het wel aan de anderen voorleggen. De Div is altijd een autonoom clubje geweest. We zijn altijd goed met elkaar gebleven en komen zo om het jaar bij elkaar voor een etentje. Daar legde ik de laatste keer het idee op tafel.’
De rest van de band was enthousiast, maar het was bepaald niet zo dat al het materiaal klaarlag om met een strik erom naar Spotify te worden gebracht. Wél was de Div destijds al zo slim geweest zelf eigenaar van alle mastertapes te worden, en ook had de band altijd zelf zijn plaatopnamen gefinancierd. Art Zaaijer: ‘Het waren de hoogtijdagen van de doe-het-zelfcultuur. We wilden zo min mogelijk van anderen afhankelijk zijn en we wilden zeker geen bemoeienis van grote platenmaatschappijen.’
Er lag dus zo’n twee meter aan banden, vinyl, studio-cd’s en dattapes bij Marc de Reus thuis. Schoots: ‘Marc en ik hebben allebei lang als producer gewerkt. Het lag voor de hand dat een van ons alles zou digitaliseren.’
Dat werd Marc de Reus, die al eerder nog niet-gedraaide Div-lp’s vanaf een peperdure draaitafel in de studio had gedigitaliseerd. De Reus: ‘De bronnen waren allemaal verschillend. Niet alles had de tand des tijds doorstaan. Sommige dure Agfa-tapes bleken onbruikbaar. Sommige platen klonken digitaal overgezet juist geweldig. Wel moest alles qua sound een beetje worden gelijk getrokken. Het viel me verder op dat drums in de jaren tachtig bij dit soort muziek nogal anders klonken dan nu. Je hoort nauwelijks hihats of cymbalen, meer een knalsound van kick en snare.’
Jamsessies
Zo werkte De Reus de hele zomer aan het presentatieklaar maken van de hele Div-catalogus, die volgens Schoots het beste in één keer kon worden geüpload. ‘Ik stuurde alles per WeTransfer naar Michel voor een laatste controle, hij zorgde ervoor dat het op Spotify kwam.’
Schoots: ‘De digitale distributie is via Laser gegaan, een label binnen Sony waar artiesten en bands hun muziek en materiaal kunnen uploaden zonder inbreng van buitenaf.’ Heel prettig voor een band die autonomie altijd hoog in het vaandel had staan, alleen moest de Div alles dus wel zelf perfect aanleveren. Hoezen en metadata moesten allemaal kloppen. De Reus: ‘Gelukkig had ik nog oude agenda’s liggen waarin ik alles precies had bijgehouden.’ Dus staat er onder het album Open Zee keurig de releasedatum: 20 januari 1984.
En de platenhoezen? De Reus: ‘Die heb ik jaren geleden al eens onder een A4-scanner gelegd, maar ze pasten daar niet helemaal onder, dus maakte ik vier scans die ik in elkaar schoof, zo zag het er goed uit. Het originele beeldmateriaal is destijds bij de drukker blijven liggen. Dat hebben we, denk ik, nooit teruggevraagd.’
De Div deed alles zo op zijn eigen manier, ook muziek maken. De Reus: ‘Alle nummers ontstonden eigenlijk uit jamsessies. Art, onze zanger, had geen echte liedjes, maar improviseerde eerst wat op zijn saxofoon. Hij had allemaal A4’tjes om zich heen liggen met flarden van teksten erop.’
Demonstratie
Art Zaaijer: ‘Dat zingen in het Nederlands waarmee de Div begon, was geen bewuste keus, het ging gewoon vanzelf. Het was niet zo dat we aansluiting zochten bij de mode van in je moerstaal zingen die in de jaren tachtig opkwam.’
Dat Nederlands zou, zegt Zaaijer, best eens onbedoeld een gevolg kunnen zijn geweest van hun eerste optreden, op een demonstratie, waarmee de band ontstond.
‘Gitarist Niek van Slobbe, Marc en ik studeerden in 1978 bouwkunde in Delft. Er was gedoe met bezuinigingen en er kwam op de faculteit een grote demonstratie tegen de toenmalige minister van Onderwijs, Arie Pais. Marc vroeg of ik in een bandje mee wilde spelen en we maakten op Denis van Blondie een eigen tekst: Pais Pais. Uit dat bandje met vier gitaristen kwam de Div voort.’
Muziekmaken combineren met studeren was nog wel eens lastig, herinnert Zaaijer zich. Want het was bepaald niet zo dat ze de muziek ‘erbij’ deden, of studeerden voor spek en bonen. ‘Ik heb me twee keer een jaar uitgeschreven om muziek te kunnen maken. Een plaat maken, repeteren, twee of drie keer in de week optreden, daar kon ik geen studie naast doen.’
Uiteindelijk zou hij wel voor de architectuur kiezen. ‘In de tweede helft van de jaren tachtig begon de Div wat te verwateren. Michel kwam bij ons drummen en we werden deels Engelstalig. Ik kreeg de kans om bij architectenbureau OMA van Rem Koolhaas stage te lopen en kreeg daar een vaste baan aangeboden. Daar heb ik van 1986 tot 1989 heel intensief gewerkt. Dat liet zich moeilijk combineren met spelen in een band.’
Michel Schoots: ‘Ik was fan van de Div, speelde zelf in een bandje, Baron, en had Art een keer aangesproken. Die belde me in 1984 op: drummer Peter de Wolf wilde stoppen, de band had twee grote shows met The Cure staan. Of ik niet wilde komen drummen?’
Voor de mensheid
Schoots bleef in de Div, ook toen vanaf 1986 in zijn woonplaats Utrecht de eerste contouren van wat later de Urban Dance Squad werd opdoemden. Schoots was ook daar drummer, en na een paar jaar zou die band wat je noemt ontploffen. Urban Dance Squad kreeg een internationaal contract bij een grote platenmaatschappij, bracht in 1989 een debuutalbum uit en ging in Amerika op tournee.
Zo had ook Schoots steeds minder tijd voor de Div, die eigenlijk nooit officieel is opgeheven. De Reus: ‘Art zat bij Rem Koolhaas, Michel bij de Squad. Ik ben nog wat op zoek gegaan naar gelijkgestemde muzikanten, maar was zelf ook druk aan het werk, zowel als producer als in de architectuur waar ik nog steeds werk.’
Zestigers zijn ze inmiddels. Van de bandleden heeft alleen Michel Schoots van muziek zijn leven gemaakt. Maar nu ze horen wat de Div heeft achtergelaten, is er toch trots. Zaaijer: ‘Ik had me neergelegd bij een klein hoekje op YouTube, maar nu zie ik alles op Spotify voorbijkomen en dat vind ik toch wel mooi.’
De Reus: ‘Veel mensen hebben hun lp’s weggedaan. Deze muziek was bijna verdwenen. We moesten het echt doen, alles digitaal beschikbaar stellen. Al was het maar om de mensheid ter wille te zijn, zeg maar.’
Een echte reünie, met liveoptredens, zit er echter niet in. De mannen stonden al nooit te popelen om zich over te geven aan gevoelens van nostalgie, en nu lijdt zanger Art Zaaijer ook aan tinnitus. ‘Dus dat is geen optie meer. Ik heb een stevige fluittoon in mijn oren en zet nooit meer een koptelefoon op.’
Hoofdletters of niet?
Door de jaren zijn verschillende schrijfwijzen door de band gehanteerd. ‘DIV’ is altijd in kapitalen geschreven, maar ‘de’ was nooit met een hoofdletter, zo weet zanger Art Zaaijer zeker. Toen de band in 1986 in het Engels ging zingen werd DIV de bandnaam, zonder lidwoord. Op Spotify is de band nu te vinden als ‘de DIV’. Om overmatig gebruik van hoofdletters te vermijden schrijft de Volkskrant ‘de Div’.