Dit is de nieuwe lichting van kunstwerkplaats De Ateliers
De Volkskrant portretteert vier jonge kunstenaars van het postacademische instituut.
Always Hallways heet de tentoonstelling van kunstinstituut De Ateliers in Amsterdam: altijd gangen. De gangen van het monumentale gebouw aan de Stadhouderskade kregen bijzondere betekenis voor de kunstenaars die er werkten, zegt curator Fadwa Naamna, die de tentoonstelling samenstelde.
Twee jaar lang werkten hier tien jonge kunstenaars in de eenzaamheid van hun ateliers. Meer dan in eerdere lichtingen waren ze op elkaar aangewezen. Hun werkperiode aan het postacademische instituut viel samen met de lockdowns van de coronapandemie. Contact met de buitenwereld was schaars. In de gangen kwamen ze elkaar tegen en zo ontstond een hechte groep.
Inmiddels is het land van het slot en mogen we komen kijken naar de presentatie waarmee lichting 2020-21 afzwaait. De route van de tentoonstelling loopt door het hele gebouw. Er is kunst te zien en te horen in de mooie, hoge ateliers, maar ook, jawel, in de gangen, in de tuin, op de wc en zelfs in de Jumbo verderop in de straat.
‘Normaal gesproken bestaat zo’n eindpresentatie uit tien kleine solo’s’, zegt Fadwa Naamna. ‘Dit jaar kwam een duidelijk thema bovendrijven, misschien omdat de kunstenaars zo veel tijd samen doorbrachten. Ze zijn allemaal geïnteresseerd in tussenruimtes en processen van transformatie.’ Vandaar die gang uit de titel: de gang is in een gebouw de tussenruimte bij uitstek.
Die interesse delen ze dan misschien, de kunstenaars doen er ieder iets totaal anders mee. We zien video’s, schilderijen, sculpturen, textielkunst en installaties. Ook geur komt aan bod: bij Nolwenn Vuillier prikt het aroma van mest in je neus, bij Kokou Ferdinand Makouvia ruiken we klei.
Deze vier kunstenaars vielen de Volkskrant op:
Vita Soul Wilmering
Is het een roadmovie, een opera of een gedramatiseerd levensverhaal? Het steengoede Spiegl van Vita Soul Wilmering is al die dingen en meer. In deze film volgt de kunstenaar Yitschak Spiegl, een Joodse man die in de jaren tachtig vluchtte uit communistisch Tsjechoslowakije en in Oostenrijk terecht kwam. Samen bezoeken ze de dorpen waar hij in vluchtelingenkampen verbleef en spelen ze belangrijke momenten uit Spiegls leven na, van zijn asielaanvraag tot zijn eerste verliefdheid. Tussendoor bezingt een operazangeres zijn verhaal. De film boeit vanaf het eerste moment dankzij de originele vertelvorm, de charismatische hoofdpersoon en de openhartige vriendschap tussen hem en de filmmaker.
Sarah Naqvi
Midden in een van de hoge ateliers, met een groot raam dat uitkijkt over de Stadshouderskade, hangt een donkerblauwe lap stof. In verschillende kleuren en handschriften staan er teksten en tekeningen op. De tekst ‘Het witte instituut’ springt op verschillende plekken in het oog. Het kunstwerk komt voort uit gesprekken die Naqvi voerde met kunstenaars van verschillende culturele achtergronden over de ‘witte’ kunstwereld in Nederland. Dat leidde niet alleen tot kritiek op wat er niet goed gaat maar ook tot talloze voorstellen voor hoe het beter kan. Kritiek op ‘witte instituten’ zag je de afgelopen jaren vaker op eindpresentaties van kunstinstellingen en academies. Zelden leidde dat tot zulke constructieve voorstellen en zo’n mooi beeld.
Brianna Leatherbury
Welk voorwerp zou je willen meenemen als je doodgaat? Dat vroeg Brianna Leatherbury aan mensen die werken in de financiële wereld. De gekozen objecten zijn even banaal als raadselachtig: een koffer, een sleutelbos, een digitale weegschaal en een harp. Leatherbury maakte op basis daarvan fragiele koperen sculpturen. Het koper is geschilferd en geoxideerd, alsof het om door de tijd aangevreten archeologische opgravingen gaat. Mooi hoe ze in deze sculpturen verschillende ideeën over waarde samenbrengt: de eeuwigheidswaarde van iets wat je in je graf zou willen meenemen, de persoonlijke waarde van de objecten en de waarde van geld en aandelen.
Pedram Sazesh
De tekst bij de kunstwerken van Pedram Sazesh blinkt uit in vaagheid, met abstracte begrippen als de ‘aerodynamica van een monument’. In zijn schilderijen pakt die vaagheid dan weer goed uit. Hij schilderde op gipsplaten, waardoor de tinten zacht en krijtachtig ogen. Op het eerste gezicht doen de schilderijen denken aan die van de Catalaanse schilder Antoni Tàpies. Maar waar zijn kunst sterk expressionistisch is, lijkt Sazesh vooral iets af te breken. De vele lagen in zijn schilderijen lijken sporen van iets wat uit elkaar valt. Een monument, als we de tekst mogen geloven? Duidelijk is het niet, wel intrigerend.
Offspring 2021: Always Hallways, De Ateliers, Amsterdam, t/m 24/10.
Balkonnetje: De Ateliers
De Ateliers werd in 1963 in Haarlem opgericht door een groep kunstenaars onder de naam Ateliers ’63. Inmiddels huist het instituut in Amsterdam en is het een van de vijf postacademische kunstinstituten in Nederland. Uit de hele wereld komen ambitieuze kunstenaars hierheen om zich verder te ontwikkelen. Uit honderden aanmeldingen werden voor de lichting 2020-21 tien kunstenaars geselecteerd.