Die gekke malle meid is slechts een deel van haar
Voor haar 'grote, krankzinnige projecten' ontving Adelheid Roosen zondag de Van Praagprijs van het Humanistisch Verbond. Een waardering van haar serieuze kant.
Ooit waren leven en werk van Adelheid Roosen (56) voor de toeschouwer nog betrekkelijk overzichtelijk. Zij zong en bedreef schertspoëzie als lid van het (voortdurend van samenstelling veranderende) ensemble Purper. Zij speelde incidenteel in een film, zoals in Schatjes! van regisseur Ruud van Hemert - die na een paar botsingen door Roosen als 'Bruut van Hemert' zou zijn aangesproken. In een televisiereclame prees ze op geëxalteerde wijze Venco drop aan ('Echte mannen, waar zijn ze gebleven?'). Zij speelde in kleine toneelvoorstellingen met George Groot (waaronder Tergend langzaam wakker worden en In de schaduw van de zon) maar ook in grote, als lid van de Toneelgroep Amsterdam: De Koopman van Venetië en Romeo en Julia. Zij bracht vrouwelijke musici uit dertien landen bijeen (Female Factory). Ze trad op in Zomergasten, lag live in de clinch met Boudewijn Büch en Freek de Jonge en hielp jong talent (cabaretière Sara Kroos) op weg. Ze bedacht en regisseerde televisieprogramma's (zoals VARA's Nachtshow, Ravotta Bizzarra, De familie Braaksma op vakantie en Ko de Boswachtershow) en speelde daarin.
Gekke, malle meid
In die tijd vestigde ze volgens haar levensgezel Titus Muizelaar een reputatie als 'die gekke, malle meid'. Dat wás ze weliswaar ook, maar het was slechts een onderdeel van een heel scala aan talenten en hoedanigheden. Roosen heeft ook altijd van een sterke, per definitie serieuze, maatschappelijke belangstelling blijk gegeven - met name in de culturele diversiteit van Nederland. Die ziet zij niet als een probleem. Als kind speelde zij met een zwarte pop, die haar vader - een sociaal voelend ondernemer - van een overzeese reis had meegenomen. Thuis in Breda dronk ze thee met zwervers. Ze wilde weten hoe hun bestaan er uitzag en waarom zij zwerver waren en zij niet. Later, in Amsterdam, sprak ze onbekenden aan in de tram. Dat doet ze nog steeds, zij het iets minder frequent en met wat minder aandrang dan vroeger. Ze doet dat vanuit de overtuiging dat mensen zich hooguit uiterlijk van elkaar onderscheiden. 'De klok is bij iedereen hetzelfde'. En ze gaat uit van 'de absolute gelijkwaardigheid' van mensen. Een multicultureel drama ziet zij dus niet. Hooguit wat multiculturele frictie, maar die lost zich wel op. We zijn tenslotte pas een paar decennia verwijderd van de lelieblanke samenleving die we ooit waren. Dat is niks, op een tijdschaal van eeuwen.
CV Adelheid Roosen
1958 Geboren
1982 Lid van Purper (tot 1987)
1987 Docent aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie (tot heden)
1988 Solovoorstelling: Van top tot teen trillen, daarna voorstellingen met onder anderen George Groot en Karin Bloemen
2001 Speelt in 'de Vagina Monologen' (met onder anderen Adèle Bloemendaal en Nelly Frijda)
2003 Gesluierde Monologen
2010-2012 Documentaire 'Mam' (over dementerende moeder), Speelt in Brozer, over het stervensproces van vriendin Leonoor Pauw
2012 Project Wijksafari (tot heden)
Geschenk
Van haar nieuwsgierigheid naar de leefwereld van die andere Nederlanders getuigden De Gesluierde Monologen (2003-2007), waarin actrices verhalen vertelden die Roosen uit de mond van moslima's had opgetekend. Bij Is. Man, geschreven en geregisseerd door Roosen, ging het om eerwraak in Turkse en Koerdische families. Onlangs regisseerde zij Niet meer zonder jou, een dialoog van schrijfster/actrice Nazmiye Oral met haar 67-jarige moeder. De jaren sinds 2012 staan in belangrijke mate in het teken van het project WijkSafari: ambulant theater in volkswijken waarbij het publiek per brommer of scooter langs 'huiskamerscènes' in particuliere woningen en voorstellingen op straat wordt vervoerd. Verschillende versies van WijkSafari waren te zien in de Utrechtse wijken Ondiep, Zuilen en Overvecht maar ook in Mexico City. Sinds half mei is de Amsterdamse Bijlmer het decor.
Daarnaast liet ze mensen die nooit in het theater komen op het toneel van de Amsterdamse Stadsschouwburg overnachten, speelde ze met haar favoriete theatermaatje George Groot het zelf geschreven stuk Hetty & George, was ze betrokken bij de speelfilm (Brozer) over de laatste jaren uit het leven van haar terminaal zieke vriendin Leonoor Pauw en legde ze (op film) het dementieproces vast van haar moeder - tot haar dood in het voorjaar in 2014. Voordat de ziekte zich openbaarde, had Roosen altijd een nogal prikkelbare relatie gehad met haar strenge en bazige moeder, maar de laatste tien jaar van haar leven ervoer ze als een geschenk. 'Ik kroop bij haar in bed, we hebben zo vreselijk gelachen', zei ze in NRC Handelsblad. 'Toen ik merkte dat ze niet meer ademde, zei ik hardop: 'Mam! Je bent dood!'
Humanisme
Voor haar 'bijdragen aan het humanisme' ontving ze gisteren de Van Praagprijs van het Humanistisch Verbond. De jury, onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan, prees haar 'grote, krankzinnige projecten die een succes werden door haar onweerstaanbare energie, haar overdonderende enthousiasme en haar talent mensen bij elkaar te brengen.'
Nieuwsgierigheid is meer haar drijfveer dan de wens de wereld te verbeteren. 'Ik ben geen bewuste verspreider van het goede voorbeeld of zo', zei ze ooit in Het Parool. Haar partner Titus Muizelaar bevestigt dat. 'In het algemeen neem ik engagement met een korreltje zout. Albert Schweitzer ging niet alleen naar Lambaréné (stad in Gabon waar hij een ziekenhuis stichtte, red.) om mensen te helpen, hij ging er ook naartoe voor zichzelf.' En zo is het ook met Roosen. Zij is nieuwsgierig naar de wereld om haar heen maar ook nieuwsgierig naar wat ze daar zelf mee kan doen. Daarbij wordt zij allerminst gehinderd door angst of gêne, waar de gemiddelde 'spitsburger' nogal last van lijkt te hebben. 'Zij anticipeert niet op een mogelijke afwijzing. Dat is de kracht van haar kunstenaarschap.'
Van Praagprijs
De Van Praagprijs is vernoemd naar Jaap van Praag (1911-1981), een van de oprichters van het Humanistisch Verbond (1946). Tijdens de Tweede Wereldoorlog, die Van Praag als onderduiker overleefde, schreef hij Modern humanisme: een Renaissance, dat in 1947 werd gepubliceerd. Van Praag geloofde dat fascisme en racisme geen kans meer zouden krijgen als 'voldoende mensen een levensovertuiging hadden die geestelijk doordacht en zedelijk verantwoord was'. Eerdere gelauwerden waren onder anderen Anton Constandse, Simon Carmiggelt, Annie Romein-Verschoor, Geert van Oorschot, Hein Roethof en Hella Haasse.
Bazig
Haar vroegere docent taalexpressie George Groot - al jaren een bevriende collega - had het niet in haar gezien toen ze begin jaren tachtig, na een vreugdeloos verblijf van twee jaar op de lerarenopleiding, de Academie voor Expressie bezocht. 'Een opvallende verschijning was ze zeker, in die nogal vormloze tijd. 'Wat leuk, een lange vrouw', dacht ik toen ik haar op rode schoenen met hoge hakken heel parmantig door de gang zag lopen. Maar ik had niet in de gaten hoeveel talent in haar huisde. Er zijn mensen die talent meteen en in een vroeg stadium herkennen. Ik heb dat niet. En er liepen daar tenslotte nogal veel bijzondere mensen rond.'
Roosens oudere zus Marie-Colette, een voormalig advocaat vreemdelingenrecht, zag dat ze 'anders' was - heel energiek, beweeglijk en een beetje bazig. 'Maar ik vond haar vooral heel grappig. Ze riep geen competitieve gevoelens in mij op, want ik ben helemáál niet grappig. Ze deed voortdurend slapstickachtige dingen, waarna we over de grond rolden van het lachen. Als mijn moeder dan zei dat ze totáál niet snapte wat dáár leuk aan was, hielden we het helemaal niet droog.'
Kinderen
In Het Parool zei Roosen in 2012: 'Ik zag vriendinnen een beetje gedomineerd worden door hun schattige dictatortjes. Als kinderloze vriendin is het leuk om te experimenteren met de grenzen van het territorium moeder/vriendin, in plaats van te denken: jammer van mijn tijd, deze afspraak waarin het kind de hoofdmoot is. Ik vind het fascinerend om het krachtenveld spelenderwijs bloot te leggen door tegen een kind te zeggen: 'Nu ben ik aan de beurt bij mama. En als je gaat huilen, ga ik ook huilen.' De hoeder van de moeders zijn, dat is een rol die me wel past.'
Roet
Marie-Colette had het gevoel vaak voor haar zusje, die ze naar de kleur van heur haar 'Roet' noemde, op de bres te moeten springen. 'Veel mensen ervoeren haar vooral als lastig, maar daarmee deden ze haar geen recht, vond ik.' Ze voorvoelde wel dat Roet, die meer werd geraakt door strips dan door boeken zonder plaatjes, 'geen advocaat zou worden'. Maar dat ze furore zou maken in het theater had ze niet voorzien. Totdat Marie-Colette haar op het toneel zag staan. 'Dit ís zij', dacht ze. 'Hier voelt zij zich thuis.' Ze is de gangen van haar zusje sindsdien met aandacht en instemming blijven volgen. Van de recente producties raakte Hetty & George haar nog het meest, omdat de vrouwelijke rol verwees naar haar moeder - Henriëtte - op leeftijd. 'Ik was ontroerd toen ik Adelheid tussen het publiek door zag lopen. Voor mij liep daar zowel mijn zus als mijn moeder.'
Voor George Groot is Roosen de ideale tegenspeler. 'In Hetty & George wist ze ons leeftijdsverschil - ik ben 17 jaar ouder dan zij - optimaal uit te buiten. Ze laat altijd merken hoeveel respect ze voor me heeft en dat geeft me bij onze improvisaties heel veel ruimte. Maar buiten het toneel zijn de rollen omgekeerd: dan is zij verstandiger en origineler dan ik.' Buiten hun duoproducties laat zij zich niet door haar oude mentor souffleren. 'Laat ik zeggen dat ik niet meteen aan zo'n WijkSafari had gedacht. Maar er zijn genoeg mensen die het wél mooi vinden.'
Coach
Voor de 34-jarige cabaretière Sara Kroos is Roosen de mentor die Groot ooit voor haar was. 'Op mijn 17de, toen ik de gedachte tot mijzelf had toegelaten dat ik het vak in wilde, heb ik haar per fax gevraagd of ze een keer koffie met me wilde drinken. Ze liet bijna per omgaande weten dat ze graag op die uitnodiging inging, zij het dat het daar pas veel later van is gekomen - nadat ik het Leids Cabaret-festival had gewonnen. Ik was toen een verwarde persoon, maar zo heeft zij me nooit gezien. Zij nam me serieus op het moment dat ik er het meest behoefte aan had serieus genomen te worden.' Roosen regisseerde Kroos' eerste voorstelling en is haar nadien vanaf een grotere afstand blijven coachen. 'Als ze in de zaal zit, ben ik toch een beetje zenuwachtiger dan normaal. Maar als ik haar hoor lachen, weet ik dat ik met de betreffende grap goed zat. Ze zegt ook wat ze minder goed vindt. Bijvoorbeeld: 'Als je gaat zingen, ga je zo zíngen.' Ik wist meteen wat ze bedoelde.'
Stil is Roosen vooral tijdens de reizen met Titus Muizelaar in haar oude Saab of zijn Peugeot 309 - 'de natte droom van een drogist' in haar omschrijving. 'Dan kan ze zwijgend van landschappen genieten die niet eens mooi hoeven te zijn. Soms geeft ze 200 kilometer tevoren aan dat we naar links moeten omdat zich daar een ruïne zou bevinden.' De zoektocht naar een hotel leidt telkens weer tot een onvermoede ontknoping die - buiten het zicht van Muizelaar, die in de auto achterblijft - door haar wordt gearrangeerd. In Boedapest schreed ze triomfantelijk uit het grand hotel dat hun twintig minuten eerder nog nul op het rekest had gegeven - met een kamersleutel als trofee. In Kroatië kreeg ze na een doorwaakte nacht de kosten voor logies en ontbijt geresitueerd. 'Dus we hebben voor niets geslapen?' vroeg Muizelaar verbouwereerd. 'Nee', antwoordde zijn reisgenote. 'We hebben níet geslapen, dat is het 'm juist.'