Zomermuziek

Deze vijf songschrijvers inspireerden het geluid van de fantastische zomerplaat van Bertolf Lentink

Bertolf Lentink maakte met Happy in Hindsight zijn ultieme zomerplaat, zo een die je in de auto naar Frankrijk opzet. De singer-songwriter benoemt graag welke muzikanten het geluksgevoel in elk nummer beïnvloedden.

Menno Pot
Bertolf Lentink in zijn fietsenschuurstudio in Zwolle.  Beeld Daniel Cohen
Bertolf Lentink in zijn fietsenschuurstudio in Zwolle.Beeld Daniel Cohen

Daar staat het dan: het onder fans beroemde tuinhuisje van Bertolf Lentink (40), in de achtertuin van zijn knusse jarendertigwoning in Zwolle. Hier trok hij zich tijdens de lockdown terug om in alle rust te werken aan zijn zesde album onder eigen naam: de verslavende zomerplaat Happy in Hindsight.

‘Bike Shed Studio’, lezen we op de albumhoes. ‘En je ziet het’, zegt Bertolf, ‘het is ook echt niet meer dan een verbouwd fietsenhok, maar zowat alles waarvan ik als muzikant gelukkig wordt, staat er.’

De deur zwaait open. Hij heeft het hok geluiddicht gemaakt. Keurig afgetimmerd. Liggend in het rek tegen de achterwand: zijn gitaren. In de nok: een plank vol boeken, allemaal Beatles. Hij werkt graag alleen. Gelukkig maar, want hier kan het niet anders.

De sleutelwoorden waren, meer dan ooit, ‘plezier’ en ‘speelsheid’. Ze komen vanzelf voorbij in een gesprek over Happy in Hindsight. ‘Mijn vorige album Big Shadows of Small Things was een beetje somber. Tijdens de theatertournee had het publiek zin in een leuke avond, maar soms stuurde ik ze sip naar huis. En mezelf ook.’

Hij zat destijds wat minder lekker in zijn vel, maar ongelukkig? Welnee. De titel Happy in Hindsight verwijst naar die vaststelling. ‘Dat geluksbesef moest mijn nieuwe album kleuren’, zegt hij. ‘Ik wilde een plaat maken die ik zelf zou opzetten in de auto, op zomervakantie.’

Zo’n duiding, daar krijg je bij Bertolf meteen albumtitels bij. Zo associeert en illustreert hij: zomer, vakantie, Sunflower van The Beach Boys, alsof er een lade openspringt. Wanneer hij zijn album ter hand neemt en met de wijsvinger langs de songtitels gaat, lepelt hij losjes de muzikale referenties op. Niet dat hij imiteert. Het draait om een gevoel, een sfeer, of een muzikaal detail waarvan hij denkt: laat ik dát eens doen.

Welcome Time Travellers? ‘Die springerige melodie: Skylarking van XTC. Of The Shins.’

Happy in Hindsight? ‘Something, Anything van Todd Rundgren.’

Everywhere I Go (There I Am)? ‘Beetje Tom Petty. En Bob Dylan.’

Start Somewhere? ‘Dat is in de basis een Neil Young-liedje.’

Hij heeft herontdekt hoe machtig het wapen van de gitaarsolo kan zijn. Op eerdere Bertolf-albums kom je ze amper tegen. Hij noemt het de erfenis van Her Majesty, de band waarmee hij de laatste jaren met groot succes het werk van Crosby, Stills, Nash & Young (en aanverwanten) uitvoerde in de theaters.

‘Ik heb gitaar gestudeerd aan het conservatorium. Dan bestaat het gevaar dat je te rationeel wordt: dat je net iets te bewust een octotonische toonladder staat te spelen. In Her Majesty merkte ik hoe spannend een rocksolo kan zijn: alles in een liedje ligt vast, maar de solo is improvisatie, dan is het speelveld vrij. Dat avontuur wilde ik graag meenemen.’

Bertolf kan het allemaal aanwijzen, benoemen, met referenties die blijk geven van zijn ‘beluisterdheid’. Het is zijn eigen woord: de muziektegenhanger van ‘belezenheid’.

En zo omschrijft hij, al associërend, precies wat het luisteren naar Happy in Hindsight tot zo’n feest maakt.

1. The Beach Boys: Sunflower/Surf’s Up (1970/1971)

Sinds jaar en dag samen op een cd (en vanaf volgende maand ook in een box): de albums waarmee The Beach Boys de jaren zeventig binnenstapten. Brian Wilson schittert als meesterarrangeur.

‘Deze dubbel-cd is sinds jaar en dag onze favoriete vakantie-cd, op weg naar Frankrijk of Italië. De arrangementen, de koortjes, de pure muzikale creativiteit, op Happy in Hindight streefde ik naar dát gevoel.

Pet Sounds heet hét Beach Boys-meesterwerk te zijn, maar eigenlijk klinken deze albums veel beter en ik vind ook dat Brian Wilson zichzelf qua speelsheid overtreft op deze albums.’

2. Paul McCartney: RAM (1971)

Paul Mc Cartney Beeld
Paul Mc Cartney
The Beach Boys Beeld
The Beach Boys

Paul McCartneys tweede soloalbum werd gekraakt door de critici én zijn oude maat John Lennon, die het ‘muzak’ noemde. Het deed Paul pijn. RAM is zijn afwisselendste soloplaat.

‘The Beatles leerde ik kennen via verzamelalbums: liedjes uit heel verschillende fasen. Zo voelt RAM ook aan.

‘Met mijn gitaarleraar nam ik alle Beatles-albums én hun soloplaten door. Toen al viel me op dat RAM vol rare intermezzo’s en ritmewisselingen zit. Ik dacht: waarom doe ik dat eigenlijk nooit meer, zoals vroeger? In Back to the Garden en Sunday Child zitten van die RAM-tempowisselingen, zoals ik ze maar even noem.’

3. Tony Rice: Church Street Blues (1983)

Tony Rice Beeld
Tony Rice

Op Church Street Blues kiest Tony Rice (1951-2020), gitaarvirtuoos van de bluegrass, voor de kale aanpak: dierbare liedjes van anderen, in intieme setting solo uitgevoerd.

‘Als ik muzikanten moet noemen die mij gevormd hebben, noem ik direct Tony Rice. Tot mijn veertiende speelde ik alleen bluegrass, vaak met mijn vader. Ik was er bezeten van.

‘In You’re Not Gonna Get It Everyday hoor je Tony Rice. Ik worstelde met dat liedje, maakte er een bluegrass- en een The Band-achtige versie van, tot ik dacht: het moet helemaal solo, zoals Tony Rice op Church Street Blues, een album waarvan ik merk dat ik er vaak op teruggrijp. Ooit maak ik mijn eigen Church Street Blues.’

4. Daryll-Ann: Happy Traum (1999)

Daryll Ann, Happy Traum Beeld
Daryll Ann, Happy Traum

Een generatie Nederlandse indiefans draagt gitaarband Daryll-Ann op handen. Hun beste album? Bertolf zweert bij Happy Traum, het vierde van de zes.

Weeps uit 1996 zit in het collectieve geheugen als het beste album van Daryll-Ann, maar Happy Traum is me nog dierbaarder. Ten eerste klinkt het beter: minder galm, meer pop. Ten tweede is het compacter. En ten derde is het de meest speelse collectie liedjes die Daryll-Ann schreef: Surely Justice, Desmond Don’t Go, je vóelt het plezier. Dat heeft me bij het maken van Happy in Hindsight erg geïnspireerd.’

5. Rufus Wainwright: Poses (2001)

Rufus Wainwright Beeld
Rufus Wainwright

Je hóórt een man en een piano, maar wie diep in de songs op Rufus Wainwrights tweede album duikt, ontdekt de rijkdom onder de soberheid: ‘van triphop tot Gershwin’, zegt de maker.

‘Toen ik er lang geleden op werd gewezen dat ik zing als Rufus Wainwright had ik nog nooit van de man gehoord. Nu is hij de artiest die ik het vaakst live zag. Qua nasaliteit en klankkleur zit ik inderdaad vrij dicht tegen hem, al kan hij lager én hoger dan ik. Neem What Have I Dragged You Into?, dat lange melodielijnen à la Rufus heeft.

‘Hij heeft iets Brian Wilson-achtigs: de arrangementen, de koortjes, wat hij kán op de piano. Dat hoor je het best wanneer hij het sober houdt. Later werk is me soms te flamboyant. Ik heb een haat-liefdeverhouding met Rufus’ oeuvre, maar voor Poses voel ik niets dan liefde.’

Bertolf: Happy in Hindsight, Excelsior/V2.

Her Majesty

Als Her Majesty brachten Jelle Paulusma, Diederik Nomden, Bauke Bakker, Dirk Schreuders en Bertolf Lentink de voorbije jaren de muziek van Crosby, Stills, Nash & Young (en aanverwanten) naar de theaters. Bertolfs terugkeer op de podia zal met Her Majesty zijn, vanaf 3 juli in Steenwijk. Bertolfs eigen tournee begint in zijn woonplaats Zwolle (24 september) en eindigt in zijn geboorteplaats Dronten (17 oktober).

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden