'Dehumanisering Palestijnen is de kern van het conflict'
Ze wil niet als pro-Palestijns of anti-Israëlisch gezien worden. Over Israël is al zo veel gepubliceerd dat journaliste WILLY WERKMAN een bevlogen boek over de Palestijnen en hun leed schreef....
DE FEITEN geven, dat wilde ze. De feiten over de Palestijnse gebieden, waarover ze dertig jaar verslag deed. Over onderdrukking, over de 'dehumanisering' van een volk. Onthutsende feiten die slecht zullen vallen bij de Israëli's. 'Ik ben niet geheel gerust over mijn terugkomst in Tel Aviv', zegt Willy Werkman, auteur van Op weg naar Palestina (Van Reemst, 1999), het boek waarin die feiten zijn genoteerd.
In de inleiding haalt Werkman de Amerikaanse oorlogsverslaggeefster Martha Gellhorn aan, die 'objectivity shit' verafschuwde. Werkman ook. 'Go, be, see, watch', luidt haar credo.
'Ik zit er al zo lang. Ik weet zo veel en heb zo veel gezien. Het is te gek om je dan het zwijgen te laten opleggen...' Kort daarvoor heeft ze uitgelegd hoe de Israëlische geheime dienst en de militaire censor de pers tot zelfcensuur dwingen.
Werkman zoekt naar de leugens achter de Israëlische propaganda. Ze bezoekt ziekenhuizen waar de slachtoffers worden binnengebracht van de intifada, de Palestijnse opstand die op 9 december 1987 begon. Twee gewonden, een rustige dag, meldt het Israëlische leger. Tientallen gewonden, heeft Werkman die dag gezien.
Haar participerende journalistiek leidt naast de in cijfers verpakte feiten tot plastische beschrijvingen van gruwelen. Oogkassen waaruit het bloed gutst. Lijken die worden binnengebracht. Huilende ouders, rouwende geliefden.
Ondanks die nadruk op het Palestijnse leed wil de auteur niet als pro-Palestijns of anti-Israëlisch te boek staan. 'Ik ben pro-mens', betoogt ze. 'Als ik zie dat iemand in elkaar wordt geslagen, word ik daar ziedend van. Mijn boek is een protest tegen het onrecht en het gebrek aan eerlijkheid. Het gaat over de dehumanisering van de Palestijnen. Dat is de kern van het conflict dat honderd jaar geleden begon met het zionisme. Men sprak toen over ''een land zonder volk en een volk zonder land''. Terwijl ze donders goed wisten dat er daar een volk was.'
In haar typering van de Israëlische onderdrukking gebruikt Werkman beladen termen als 'etnische zuivering' en 'apartheid'. 'In '48 alleen al zijn vierhonderd Palestijnse dorpen verdwenen. Het verschil met Kosovo is dat in Israël de zuiveringen een lokaal initiatief waren, dat te maken had met het zionistische ideaal. Het is achteraf door de autoriteiten goedgekeurd. Bijna vier miljoen Palestijnen wonen buiten Israël of Palestina.'
Over apartheid: 'Die bestaat in Israël vanaf '67. Een Palestijn is er nooit veilig. Hij moet altijd Israëlische toestemming hebben om wat ook te doen, een pasje. Zelfs als kankerpatiënt ben je ''een gevaar'' en moet je dagen wachten op toestemming om in een Israëlisch ziekenhuis te kunnen worden behandeld. En krijg je na drie dagen je pasje, dan mag je vrouw niet mee.'
Willy Werkman (1940) werd in 1967, kort na de Zesdaagse Oorlog, correspondente voor de KRO in Israël. Net als haar collega's had zij de eerste jaren slechts oog voor dat dappere, kleine Israël dat net de Arabieren had verslagen. 'Net als die anderen had ik niet in de gaten dat er ook nog een ander volk was. Ruim 300 duizend Palestijnen moesten in '67 vluchten of werden verdreven. Nu zeg ik: ongelooflijk dat je dat toen niet hebt gezien.'
Ze wijt de journalistieke blinde vlek aan het collectieve schuldgevoel over de holocaust. 'Daar maken Israëlische joden dankbaar gebruik van. Maar het heeft ook te maken met onze politieke houding, waardoor we gemakkelijker omgaan met een westers georiënteerd volk dan met Arabieren. En met strategische belangen. Het Westen heeft het zionisme altijd gesteund, niet omdat we destijds zo van de joden hielden, maar omdat we het Suez-kanaal wilden controleren.'
Niet alleen de Israëlische joden moeten het ontgelden, ook de Palestijnse Autoriteit van Yasser Arafat krijgt ervan langs. Werkman beschrijft de intocht van Arafat en de deceptie die daarop volgde: onderdrukking, corruptie, censuur. Waar Zuid-Afrika in Mandela een verzoeningsgezinde staatsman kreeg, zitten de Palestijnen opgescheept met een paranoïde guerrillaleider. Hij vreest de fundamentalisten, de leiders van de intifada, en zelfs zijn eigen Fatah-beweging. Arafat, schrijft Werkman, heeft last van ongecontroleerde woedeaanvallen en zware depressies.
Over de toekomst is ze, na dertig jaar ervaring, somber. 'Iedere Israëli zal het liefst 's ochtends opstaan en merken dat er geen Palestijn meer is. En andersom.'
Maar de Palestijnse staat komt er, zegt ze. 'Ook al zal het met veel bloedvergieten gepaard gaan.' De Palestijnen zijn dankzij hun bijna vijftigduizend man sterke politiemacht het stenengooien ontgroeid. Het slechtste scenario is dat Netanyahu de verkiezingen wint en een deel van de Westoever terugvordert. 'Dan zullen de Palestijnen zich daartegen verzetten. Als er veel Israëlische slachtoffers vallen, kunnen de Israëi's beslissen tot bombardementen.'
En het beste scenario? 'Dat de Israëli's verstandig zijn en inzien dat er onrecht is gepleegd.'