omslag
De willekeurige woordafbreking is een klassieker in de typografie
Prikkelend, verrassend, of gewoon lastig leesbaar? Wat gebeurt er als de boekomslagontwerper besluit het Groene Boekje, de spatiebalk en zijn automatische afbrekingsprogramma aan de kant te zetten en met zo’n cover komt:
ROBSCHOU
TENDITMO
ETDUSDEW
ERKELIJKH
EIDZIJNGE
DICHTEN
Er is makkelijk een serie van te maken: de onverhoedse afbreking op het boekomslag. Zeker als je kijkt naar het rijke grafische werk van typograaf en kunstenaar Steven van der Gaauw, die regelmatig covers maakt voor De Arbeiderspers. Het is geen gimmick, zegt hij beslist. ‘Ik schilder met letters, dat is doorgaans een zeer intuïtief proces.’ Daarbij zoekt hij aansluiting bij de inhoud. Schoutens recente gedichtenbundel (beoordeeld door de Volkskrant met slechts 2 sterren) zit bovenop de actualiteit: Trump, klimaat, corona. ‘Voor mij is dat poëzie van vervreemding, over hoe de werkelijkheid met je op de loop gaat’, zegt Van der Gaauw. Dat gevoel zit in zijn spatieloze typografie verwerkt.
Hij probeert zijn covers ‘bijna kinderlijk eenvoudig’ te laten communiceren, niet te hermetisch, niet te opgelegd, zodat de lezer er zelf iets in kan lezen. Dus kreeg het omslag van Wereld, Wereld! van Régis Jauffret – volgens recensies een ‘bruisend feest van verbeeldingskracht’ – een dansend letterbeeld. Of deze:
Ho
llan
d
van de Iraaks-Nederlandse schrijver Rodaan Al Galidi. ‘Holland is zo’n algemeen en bijna plat woord. Als titel wordt het lullig wanneer je er niet iets mee doet.’ Dan blijft het niet op het netvlies hangen. ‘Overigens een prachtig boek.’
Terwijl het voor Van der Gaauw puur gaat om typografische inspiratie, ziet Marc Vleugels, van de uitgeverij die zijn naam draagt, het pragmatischer. Voor hem is willekeurige woordafbreking een klassiek verschijnsel in de typografische historie. ‘In de Renaissance waren letters in een beperkt aantal korpsmaten beschikbaar.’ Als het niet op een regel paste, zag het zetsel er doodleuk zo uit:
OPER
A
‘En niemand vroeg zich af waarom, zolang het maar leesbaar was.’ Dat is ook de regel die Vleugels hanteert bij alle omslagen (inmiddels bijna 200) die hij voor zijn eigen fonds maakte. Daarbij gebruikt hij ook regelmatig de onverhoedse afbreking, als het uitkomt. Zoals bij Een zwijnenboel van Robert Desnos of Het geheugen van de lucht van de Waalse schrijfster
C A R O
L I N E
L A M A
R C H E
Hier zit de afbreking in de naam, om de letters een mooi vierkant te laten vormen. Dat kan niet verkeerd worden gelezen, vindt Vleugels. Maar hij ziet het soms ook misgaan. Bijvoorbeeld bij de onlangs verschenen vertaling van Elders, van de Belgisch-Franse dichter Henri Michaux (uitgeverij IJzer), ‘Mooi werk, uitstekende vertaling, maar de titel is op dit omslag niet te lezen.’
Caroline Lamarche: Het geheugen van de lucht. Ontwerp Marc Vleugels. Vleugels; € 23,95.