interview
‘De trots waarmee mensen verkondigen dat ze geen kranten of boeken lezen, vind ik bizar’
Wat zijn dit voor vragen? Naar aanleiding van de Boekenweek, negen dilemma’s voor journalist Kitty Herweijer (32) van Eus’ boekenclub.
Boeken lezen of tv-kijken?
‘Lezen. Tv-kijken en uit eten gaan zijn mijn andere hobby’s. Op jonge leeftijd heb ik gigantisch veel tv gekeken, naar programma’s als Barend & Van Dorp. Mijn moeder had de tv altijd aan staan. Mede omdat ik mediajournalist bij De Telegraaf ben, heb ik zelf ook die neiging. ‘Jeetje, wat heb jij een grote tv’, zeggen mensen die over de vloer komen. Meestal zijn dat kinderen van hoogopgeleide ouders die te koop lopen met hun kleine tv.
‘Ik vind het lastig om het plezier van lezen te beschrijven. Het krijgt al snel zoiets van (zet zalvende stem op): ‘Het is goed voor je, je wordt er empathisch van.’ Terwijl het ook gewoon lekker is, een vorm van entertainment. Het achtste leven, van de Georgische schrijfster Nino Haratischwili, leert je aan de hand van een superboeiende familiekroniek over honderd jaar geschiedenis in Rusland, Georgië en de Sovjet-Unie.
‘Ik ben opgegroeid in een achterstandswijk in Den Haag. In de bibliotheek, waar de hele wereld op de planken stond, kon ik mezelf dankzij de boeken van Carry Slee en Roald Dahl ontwikkelen. Nu lees ik dat een kwart van de 15-jarigen een bijsluiter niet meer begrijpt en dat het leesplezier bij kinderen in Nederland vergeleken met andere landen heel laag is. Het leesoffensief bestaat eruit dat Pabo-studenten drie boeken per jaar moeten gaan lezen.
‘De Nederlandse leeshaat kent geen grenzen, schreef ik daarom eens in mijn Telegraaf-column, waarin ontlezing vaker een onderwerp is. Onder meer naar aanleiding daarvan heeft Özcan Akyol me gevraagd om zijn sidekick te worden bij Eus’ boekenclub op NPO 2. We proberen daarin onze liefde voor lezen over te dragen en interviewen schrijvers als Susan Smit, P.F. Thomése, Philip Huff, Jaap Robben en Judith Koelemeijer.’
Leon de Winter of Wierd Duk?
‘Ik wist dat je dit ging vragen. Ik kies Leon de Winter, een heel goede schrijver. Ik heb bijna al zijn boeken gelezen en daardoor veel geleerd over het jodendom. Wat ik van zijn Telegraaf-columns vind? (Lacht.) Wisselend.
‘Met Wierd Duk (islamkritische verslaggever van De Telegraaf, red.) ben ik een tijd goed bevriend geweest. Maar door een paar felle inhoudelijke discussies is onze relatie redelijk bekoeld.
‘In mijn column schrijf ik weleens over klimaatverandering en sociaal-economische ongelijkheid. Ik word daardoor als de linkse stem van De Telegraaf gezien. Maar de achterban stuurt me over die columns veel positieve berichten. Het is te beperkt om de krant alleen maar rechts te noemen.
‘Ik denk dat De Telegraaf een brede krant is en moet zijn. Een volkskrant, maar dan echt. Ik heb nooit zo nagedacht over voor welke krant ik wilde schrijven, ik heb ook ooit bij de Volkskrant gesolliciteerd. Maar ik voel me thuis bij De Telegraaf. Misschien komt dat ook omdat ik uit een ander milieu kom dan de meeste mensen die hiernaar vragen. Wij lazen thuis De Telegraaf.’
Morgenstond of Jordaan?
‘Jordaan. Ik hou van het goede leven aan de grachten. Mijn leven is nu een stuk beter dan toen ik in de Haagse wijk Morgenstond woonde, niet ver van de Schilderswijk.
‘Mijn ouders – ze zijn allebei op mijn 17de overleden – scheidden toen ik anderhalf was. Ik ben alleen opgegroeid met mijn moeder. Nadat zij bij mijn vader was weggegaan, belandden we vrij snel in de bijstand.
‘Het was lastig om met mijn moeder te leven, ze had een bipolaire stoornis. Op mijn 14de ben ik bij mijn oom en tante gaan wonen in Benoordenhout, een kakwijk bij Wassenaar. Dat was een andere omgeving. ‘Je moet naar huis, we gaan eten’, zeiden ouders van vriendinnetjes tegen me. Dat had ik nooit eerder gehoord.’
Édouard Louis of Barbara Ehrenreich?
‘Dat zijn voorbeelden van me. Barbara Ehrenreich was een journalist met een gigantische bullshitdetector. Smile Or Die is een goed boek over de tenenkrommende gelukscultuur, waardoor mensen altijd maar positief moeten zijn, op het giftige af.
‘Ik kies Édouard Louis. Hij groeide op in een arme, gewelddadige en homofobe omgeving in Noord-Frankrijk en ging daarna tot de Parijse elite behoren. In Veranderen: methode, zijn laatste boek, schrijft hij hoe moeilijk het is om aan je sociale klasse te ontsnappen.
‘Ook in Nederland is dat zo. Op de VU zag ik veel ambitieuze studenten met een migratieachtergrond die aan de Zuidas wilden werken. Maar de Zuidas blijft een wit bolwerk. Niet omdat die advocatenkantoren dat willen, ik geloof best dat ze diverser willen worden, maar omdat bepaalde minuscule sociale codes er zo diep in zitten.
‘Als je als student met migratieachtergrond of uit een andere klasse die codes niet van huis uit hebt meegekregen en je doet naar je sollicitatiegesprek te veel gel in je haren en glimmende schoenen aan, of je bestelt zoete witte wijn of cola bij een diner, word je gewoon afgewezen. Terwijl mensen zeggen: wees gewoon jezelf. Maar die baan gaat toch weer naar de jongen die bij het corps heeft gezeten en wél kan meepraten over skivakanties. Dit is geen verwijt aan de Zuidas, zo werkt het gewoon. Maar dat klassebewustzijn bestaat in Nederland veel minder dan in Frankrijk.
‘Ik denk dat het goed is om mensen die sociale codes te leren. Gister was ik ergens waar een meisje ‘hun’ zei in plaats van ‘zij’. Haar collega wees haar erop, gevolgd door een excuus dat hij er iets van zei. Nee, dacht ik, het is juist goed om haar te verbeteren. Anders blijft ze die fout maken en blijven deuren voor haar gesloten.’
Small talk of big talk?
‘Big talk. Small talk zuigt energie uit mijn lichaam. Van gesprekken die me een nieuw perspectief bieden word ik blij. Ik was laatst op een borrel waar een zestiger vertelde dat hij op zijn 28ste lang was opgenomen in een psychiatrische inrichting. Dat vind ik boeiend.
‘Bij goede manieren hoort volgens mij dat je goed gezelschap bent. Een aanzienlijk deel van de mensen luistert niet, maar zendt alleen maar en betrekt alles op zichzelf, waardoor ik in een soort interviewrol beland. Vooral mannen zijn op die manier dominant, maar vrouwen hebben er ook last van. Ik vind dat extreem asociaal en spreek nooit meer met die mensen af.’
Film- of boekenclub?
‘De Joodse boekenclub, dat is een van de leukste dingen die ik ooit heb opgezet. We lezen alleen boeken van Joodse auteurs. Alles behalve ’40-’45, geen oorlogsliteratuur. Aan de hand van een boek zijn mensen geneigd persoonlijkere dingen te vertellen.
‘Ik zit ook bij een filmclub, die organiseert elk jaar het het Zwijnsbergen International Film Festival, waarvoor we met tien vrienden naar een landgoed gaan om tijdens een weekend de obscuurste films te kijken. De afgelopen keer was het thema ‘natuur’. Ik houd van arthouse, maar ben bij alle films in slaap gevallen.’
Özcan Akyol of Sander Schimmelpenninck?
‘Daar wil ik niet tussen kiezen. Sander ken ik veel langer, via Twitter, toen hij nog maar 300 volgers had en redacteur was bij Quote.
‘Op zevenvinkers is veel kritiek, maar ik heb veel aan ze gehad. Toen Sander hoofdredacteur was van Quote en een religieus nummer maakte, vroeg hij of ik Joodse ondernemers wilde interviewen. Zo ben ik de journalistiek ingerold. Een andere zevenvinker, Telegraaf-hoofdredacteur Paul Jansen, moedigde me aan een column te gaan schrijven toen ik op de onlineredactie werkte.’
Krant of podcast?
‘Podcast. In deze tijd, waarin alles sneller, sneller, sneller moet, vind ik het grappig dat mensen zo uitgebreid de tijd nemen voor een podcast. Ongefilterd, dat ik met journalist Elif Isitman maak, is een soort journalistieke podcast over ergernissen. We proberen iets serieuzer te zijn dan een babbelpodcast, maar deels is het wel gewoon een babbelpodcast.
‘Ik houd van kranten. De trots waarmee mensen verkondigen dat ze geen kranten of boeken lezen, vind ik bizar. Iemand die zich niet met nieuws bezighoudt, suggereert eigenlijk dat niets diegene kan raken. Maar ook ouders die klagen over ontlezing hebben vaak zelf een lege boekenkast met alleen Yuval Noah Harari en een half gelezen Rutger Bregman.
‘In coronatijd werden mensen hysterisch van verveling. Grow up, dacht ik, lees een boek of kijk een serie. We zijn een kinderachtige samenleving geworden.’
Amsterdam of Tel Aviv?
‘Amsterdam. Tel Aviv, waar ik op mijn 25ste even heb gewoond, vind ik een coole stad, maar te intens. De mensen zijn er hard. Ik had het idee dat ze, misschien door de oorlogsdreiging, permanent in een soort overlevingsstand stonden. Er heerst, ook door het verleden, wel het besef dat nieuws je leven kan beïnvloeden.
‘Ik ben niet religieus opgevoed: na de oorlog heeft mijn familie afstand van het geloof genomen. Als tiener ontwikkelde ik meer interesse voor het Jodendom en tijdens mijn studie ben ik me gaan mengen in de gemeenschap in Amsterdam. Aanvankelijk had het meer een culturele component, later is daar een religieuze bijgekomen, al ga ik niet vaak naar de synagoge.
‘Naar aanleiding van de islamitische aanslagen in Europa ben ik meer over antisemitisme gaan schrijven. De dreiging daarvan was toen ook voelbaar in Amsterdam. Bij elke Joodse gelegenheid waar ik heenging stond voor de deur een zwaarbewapende man, terwijl daarachter een paar onschuldige mensen een feestdag zaten te vieren. Dat is natuurlijk totaal krankzinnig.’
In podcast van de Volkskrant Met Groenteman in de kast was Kitty Herweijer te gast
Cv Kitty Herweijer
1990 Geboren in Den Haag
2009 VWO-diploma aan Haags Montessori Lyceum
2011-2015 Bachelor Politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit
2016-2019 Master Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Amsterdam
2016-2019 Freelance-journalist, onder meer voor Quote en NIW
2019-nu Journalist De Telegraaf
2021-nu Podcast Ongefilterd met Elif Isitman
2023 Sidekick Eus’ Boekenclub
Kitty Herweijer heeft een vriend en woont in Amsterdam.
Eus’ Boekenclub (NTR) is tijdens de Boekenweek van maandag tot en met vrijdag te zien om 19.55 op NPO 2.