AchtergrondToneelklassieker
De Scheepsramp in de toneelklassieker Op hoop van zegen wordt een vliegtuigcrash
Het stuk van Herman Heijermans heeft zo’n grote Nederlandse geschiedenis, dat de Australiër Stone de bewerking nauwelijks aandurfde. Hij veranderde de titel, en nu is er Flight 49.
Toen Herman Heijermans (1864-1924) een tijdje in de Noord-Hollandse kustplaats Wijk aan Zee woonde, ging hij elke ochtend naar de dorpskapper om zich te laten scheren. Met het scheergerei en de krant op schoot, luisterde hij naar de verhalen van de vissers die er woonden. Hij leerde wat een reepschieter deed en wat een schornet was. Maar hij hoorde ook de verhalen over het leven op zee. En over de dood die daar tijdens storm en noodweer soms genadeloos toesloeg. Hoe er soms lijken aanspoelden op het strand. En hoe vissersvolk uit Scheveningen en Katwijk dan naar Wijk aan Zee kwam om te kijken of de aangespoelde ongelukkige misschien een vermiste vader, zoon of echtgenoot was. Al die kappersverhalen leidden tot het toneelstuk Op hoop van zegen, zo staat te lezen in Geluk, de biografie die Hans Goedkoop in 1996 over Heijermans publiceerde.
Op Kerstavond 1900 ging het stuk bij Heijermans’ eigen gezelschap De Nederlandse Toneel Vereeniging in première. ‘Spel van de zee in vier bedrijven’, luidde de ondertitel en het speelde zich af in een niet nader omschreven Hollands kustplaatsje. Het zou Heijermans’ bekendste toneelstuk worden, dat soms jarenlang lag te versloffen in de boekenkast, maar dan ineens weer populair werd. 120 Jaar later zijn er films, tv-series, een musical en een opera van gemaakt. Door binnen- en buitenlandse regisseurs, die allemaal op een of andere manier gegrepen werden door dit noodlotsdrama over arme vissers versus rijke kapitalisten. Vissersweduwe Kniertje en de uitdrukking ‘De vis wordt duur betaald’ behoren tot ons nationaal cultureel erfgoed.
Komend weekend is bij Internationaal Theater Amsterdam (ITA) de première van Flight 49, een voorstelling die tot voor kort Op hoop van zegen heette. Regisseur is de Australische film- en theatermaker Simon Stone die bekendstaat om het rigoureus herschrijven van klassieke toneelteksten. Zo verplaatste hij de kindermoord in het Griekse drama Medea naar een modern gezin en voegde hij een aantal klassieke stukken van Henrik Ibsen samen tot Ibsen Huis. Toen ITA hem vroeg of hij een Nederlandse klassieker wilde bewerken, kwam al snel Op hoop van zegen ter sprake.
Stone: ‘O God nee, dacht ik eerst, daarmee begeef ik me op gevaarlijk terrein want iedereen in Nederland kent dat stuk. Maar tegelijkertijd ben ik er verliefd op: het is een hartverscheurend drama over een maatschappelijk trauma. Prachtig van taal, en qua opbouw zit het sterk en helder in elkaar. Voor een stuk uit 1900 over het uitbuiten van ploeterende arbeiders en de opkomst van het kapitalisme is het uitermate modern geconstrueerd. Op hoop van zegen is eigenlijk perfect, zoals La traviata dat in de opera is. Je kunt het elke keer opnieuw spelen, dus de vraag was: als je het gaat ontmantelen om het naar de wereld van nu te brengen, is dan alleen een simpele bewerking voldoende?’
Die vraag werd intussen met ‘nee’ beantwoord en vorige week besloten ITA en Stone de titel te veranderen in Flight 49. Want wat heeft Stone gedaan? Hij heeft het originele script opzij gelegd en is een geheel nieuw stuk gaan schrijven, waarin alleen de contouren en het staketsel van Op hoop van zegen nog herkenbaar zijn. Bij Heijermans wachten de vissersvrouwen op de mannen die door geldbeluste reders de zee zijn opgestuurd; Stone verplaatste de handelingen naar een modern vliegveld, waar mensen wachten op hun familie en geliefden. De uitkomst is in beide gevallen hetzelfde: het wachten is tevergeefs, niemand komt ooit nog terug.
Stone: ‘Dat we de titel hebben veranderd in Flight 49 is om verwarring bij het publiek te voorkomen. Verwacht dus niet dat er een levensechte Kniertje of Kobus komt opdraven. Op hoop van zegen gaat over een gemeenschap die in rouw is gedompeld, over de schok van het verlies en over mensen die elkaar steunen. Ik heb die collectieve rouw verplaatst naar nu. Vliegtuigpassagiers willen meestal het liefst anoniem voor elkaar blijven. Maar als het noodlot toeslaat, zijn al deze vreemden plotseling met elkaar verbonden. Er ontstaat een gemeenschap van al die duizenden mensen die hun dierbaren hebben verloren. Zij zoeken troost en steun bij elkaar. Dat was zo bij Heijermans, dat was zo bij 9/11, en dat was ook zo bij de ramp met de MH17. Mijn stuk gaat niet over MH17, maar is er deels door geïnspireerd, vooral vanwege de bijna mythische wijze waarop het land deze schok verwerkte. Zo’n ramp slaat diepe wonden, maar er ontstaat ook hoop. Het toont aan hoe een gemeenschap zich kan herstellen.’
In Stones voorstelling zijn het niet de reders die met hun ondeugdelijke schepen de vissers de dood injagen, het is de nalatigheid van een fictieve luchtvaartmaatschappij die kennis over onveilige besturingssoftware achterhoudt in de hoop om, midden in een financiële crisis, de vliegtuigen toch weer de lucht in te krijgen. In Op hoop van zegen worden de lichamen verzwolgen door de zee, in Flight 49 komen ze terug in bodybags.
Doorslaand succes
‘De armoedige woonkamer van Kniertje. Links twee beddesteden en deur. Rechts, een ladenkast met heiligenbeeldjes, pullen en portretjes. Een schouw. Achter, klinkdeur naar het kookhok, glazenkast, kooi met duif. Raam met bloempotten.’ Zo beschrijft Heijermans in Op hoop van zegen het huis van Kniertje. Haar man is lang geleden verdronken, evenals twee van haar vier zoons. De twee die ze nog over heeft, staan op het punt ingescheept te worden. Aan het eind van het stuk heeft ze niemand meer. De scène waarin de vissersvrouwen tijdens een stormnacht bij elkaar zitten en alsmaar praten om de angst te verdrijven, is een van de mooiste ooit in de Nederlandse toneelliteratuur.
Na de première in 1900 werd Op hoop van zegen meteen een doorslaand succes en het is tot in de jaren dertig oneindig vaak opgevoerd. Altijd met de legendarische actrice Esther de Boer-van Rijk in de rol van Kniertje. Al in 1901 volgen de eerste buitenlandse opvoeringen: in Berlijn, Hamburg en Praag, later gevolgd door steden als Londen, Wenen, Parijs en Moskou. In eigen land behoorde het stuk na de Tweede Wereldoorlog tot het vaste repertoire van het Amsterdams Volkstheater en speelde Beppie Nooij de hoofdrol. Die opvoeringen beantwoordden aan wat Heijermans voor ogen stond: warmbloedig, geëngageerd volkstoneel, maar niet sentimenteel.
Na 1974 werd het stil rond de Op hoop, totdat het Ro Theater het in 1989 weer onder het stof vandaan haalde. Daarna verscheen het met flinke tussenpozen op de affiches. Zo liet Johan Simons het stuk in 1995 spelen op een scheepswerf in IJmuiden. Op hoop van zegen is vijf keer verfilmd, de laatste keer in 1986 met Kitty Courbois als Kniertje, Danny de Munck als haar zoon Barendje en Rijk de Gooyer als Reder Bos.
In seizoen 2008/2009 gebeurde er iets bijzonders: er waren twee nieuwe opvoeringen van Op hoop van zegen – als toneelstuk bij Het Toneel Speelt en als mooie, bezonken musical van De Graaf & Cornelissen Entertainment. Meest recent is de versie van toneelgroep De Appel uit 2015, in regie van Arie de Mol. Bijzonder, omdat hij het stuk integraal en in het vissersdialect liet spelen. Geert de Jong speelde Kniertje en deed dat opzienbarend getergd. Geen zielig sloofje, maar een door de omstandigheden geknakte vrouw. Daarmee zette ze ook een streep door de manier waarop Kniertje vaak werd gespeeld: als zielig slachtoffer, terwijl deze moeder hardvochtig haar zonen de zee opstuurde omdat er geld moest worden verdiend.
Overigens is Simon Stone niet de enige regisseur die Op hoop van zegen totaal naar zijn hand zette. De beroemde Zwitserse theatermaker Christoph Marthaler was in 2004 te gast bij ZT Hollandia in Eindhoven en wilde daar ook iets met Heijermans vissersdrama doen. Uiteindelijk noemde hij zijn voorstelling Seemannslieder. In een decor dat leek op een oud zeemanshotel zongen de acteurs liedjes van André Hazes tot Wagner, en behalve Heijermans klonken er teksten van Slauerhoff, Marsman en Pessoa. ‘Seemannslieder is wachten op een beter leven. Dat beter leven komt er waarschijnlijk niet, maar er wordt tenminste met elkaar gewacht. Dat scheelt een hoop’, schreef deze krant destijds.
Actrice Chris Nietvelt, die in Flight 49 ‘een soort Kniertje’ speelt, was destijds ook in Seemannslieder te zien. Nietvelt: ‘Het was een geweldige ervaring. Iedere ochtend begonnen we de repetities met het zingen van Wagner en het improviseren op thema’s als zee en wind. Dan zag hij ineens een paraplu in het lokaal staan en daar moesten we dan iets bij verzinnen. Vervolgens ontstond een geweldige act van Frieda Pittoors, die Kniertje speelde, met een paraplu in de wind.’
Nietvelt werkt voor het eerst samen met Simon Stone en vindt dat fantastisch: ‘Het is ongelooflijk hoeveel die man weet, er zit een enorme denkruimte in dat hoofd van hem. Tijdens de repetities schreef hij elke dag nieuwe scènes en dat maakte het voor ons spannend. In de voorstelling zitten absoluut elementen die herkenbaar zijn uit Op hoop van zegen, maar we zijn intussen wel 120 jaar verder. Ik speel een moeder wier zoon op die vlucht zat en neerstortte, en dat zou je inderdaad kunnen zien als een soort van Kniertje.’
Geklos van klompen
Aan het eind van Op hoop van zegen krijgt Kniertje – ook haar laatste twee zonen zijn dan verdronken – van reder Bos een pannetje met koude koteletten mee. Troostvoer. Heijermans schrijft: ‘Kniertje zit onbewogen, smartelijk versuft, mumt met de lippen, staat moeilijk op, strompelt het kantoor uit. Het geklos van haar klompen klinkt na in de stilte.’
Flight 49 door Internationaal Theater Amsterdam gaat op 26/9 in ITA in première en is daar te zien t/m 28/2.
Kniertjes door de jaren heen
Esther de Boer-van Rijk – speelde Kniertje vanaf 1900 ruim 1.200 keer, en ook in twee verfilmingen (1918 en 1934) van het stuk.
Beppie Nooij sr. – speelde de rol veelvuldig bij het Amsterdams Volkstoneel; in 1972 nam ze afscheid van het toneel, met Kniertje.
Kitty Courbois – speelde Kniertje in de verfilming van Guido Pieters in 1986.
Ellen Pieters – Was Kniertje in de musicalversie, die uitkwam in 2008; in de herneming in 2019 werd de rol gespeeld door Mariska van Kolck.
Geert de Jong – een hardvochtige, getergde Kniertje bij Toneelgroep De Appel in 2015.
Chris Nietvelt – ‘een soort van Kniertje’ in de bewerking van Simon Stone bij ITA, met als titel Flight 49.
Simon Stone en Internationaal Theater Amsterdam
Het Nederlandse theaterpubliek maakte voor het eerst kennis met Simon Stone in het Holland Festival 2013, toen daar zijn regie van Ibsens De wilde eend te zien was. Na Medea, Husbands and Wives en Ibsen Huis is Flight 49 zijn vierde regie bij ITA. Stone regisseert theater, film en opera in tal van landen en steden. Af en toe wordt zijn naam genoemd als artistiek leider van ITA, mocht er ooit een tijdperk ná Ivo van Hove komen. Stone lacht die suggestie op dit moment weg. Maar: ‘In Amsterdam werken wel de beste acteurs en technici van de wereld. Mocht ik ooit een vaste standplaats zoeken, dan zou dat Amsterdam kunnen zijn. Of Londen. Of Wenen.’