BOEKENDe mensen leven niet allemaal op dezelfde manier
De Prix Goncourt-winnaar blijft te bedaagd, te netjes aangeharkt
Vorig jaar kreeg Jean-Paul Dubois (1950) de Prix Goncourt toegekend voor de roman die nu is vertaald als De mensen leven niet allemaal op dezelfde manier. Dubois is een vakman, en John Updike zijn grote voorbeeld. Hij schrijft zijn boeken in een maand tijd, altijd in maart. Ze zijn onmiskenbaar goed geschreven, maar het zou bondiger kunnen. Dubois lijkt op een overijverige leerling die wil pronken met elk detail dat hij is tegengekomen in zijn vooronderzoek.
Op de brave hoofdpersoon Paul Hansen – Franse moeder, Deense vader – is weinig aan te merken: een bedeesde, zorgzame domineeszoon met gouden handjes, kwaliteiten die hem goed van pas komen in zijn werk als beheerder van een appartementencomplex in Montreal. Vreemd dat hij op een kwade dag in de gevangenis is beland. Daarover gaat het boek. Met decors als het schilderachtige Jutland, de uitgestrekte natuur in Canada, een dorpje dat omgeven wordt door asbestmijnen en de vervallen gevangenis waar Paul een Hells Angel als celgenoot treft, kan Dubois als schrijver uitblinken. Toch hou je de hele tijd het gevoel dat het boek te bedaagd is, te netjes aangeharkt.
Jean-Paul Dubois: De mensen leven niet allemaal op dezelfde manier. Uit het Frans vertaald door Corine Kisling. Arbeiderspers; € 21,50