De liederen van Joseph Jongen ontroeren door hun eerlijkheid
Een van de kleine misstanden in de klassieke muziek is de geringe bekendheid van de Belgische componist Joseph Jongen (1873-1953). De naoorlogse muziekhistorici zijn nu eenmaal vooral gericht geweest op de grote vernieuwers, en daar hoort Jongen inderdaad niet bij. Hij was een generatiegenoot van Maurice Ravel, maar zijn muziek schuurt eerder aan tegen die van Gabriel Fauré.
Dat geldt ook voor zijn liederen ('mélodies') voor sopraan en pianokwintet, die door het Brusselse ensemble Oxalys en Claire Lefilliâtre voor het eerst zijn vastgelegd. Het zijn liederen die volstrekt natuurlijk klinken, er is niets gekunstelds aan, ze ontroeren door hun eerlijkheid.
In de opener, de Chanson roumaine, lijkt het alsof Lefilliâtre (een wat nasale klank) zich niet op haar gemak voelt, maar luister vooral door. Het Tableau gothique (1906) is prachtig. Onder meer.
undefined
Oxalys & Claire Lefilliâtre, Klassiek, Liederen van Joseph Jongen, MEW