KunstMuseum de Fundatie - Vrijheid

De kunstcanon passé? Niet volgens Museum de Fundatie dat vijftig Nederlandse kernkunstwerken ten toon stelt

Kunstcriticus Hans Den Hartog Jager stelt tentoonstelling samen over vijftig jaar vrijheid in de kunst.

Anna van Leeuwen
Viviane Sassen, D.N.A., 2007, foto, 45 x 35 cm, collectie van de kunstenaar © Viviane Sassen Beeld Viviane Sassen, D.N.A., 2007 © Viviane Sassen
Viviane Sassen, D.N.A., 2007, foto, 45 x 35 cm, collectie van de kunstenaar © Viviane SassenBeeld Viviane Sassen, D.N.A., 2007 © Viviane Sassen

‘Ik merk dat ik zenuwachtiger ben dan anders’, geeft Hans den Hartog Jager (51) toe voordat hij de verzamelde pers vertelt over de tentoonstelling die hij in Museum de Fundatie samenstelde. Volgens de schrijver, NRC-kunstcriticus en tentoonstellingsmaker is deze tentoonstelling ‘nadrukkelijker subjectief’.

Drie keer eerder maakte hij voor de Fundatie een groepstentoonstelling. Vaak waren die behoorlijk ambitieus, zo probeerde hij in 2016 een eeuw geschiedenis te laten zien via honderd portretten. Dit keer waagde hij zich aan een ‘eigen kunstgeschiedenis’, die wordt gepresenteerd onder de naam Vrijheid, de vijftig Nederlandse kernkunstwerken vanaf 1968.

Bijna alle museumzalen van de Fundatie zijn ingeruimd voor deze greep hoogtepunten uit de recente Nederlandse kunstgeschiedenis. Marlene Dumas is van de partij, net als werk van Viviane Sassen en Jan Dibbets. De jongste kunstwerken ­komen vers uit het atelier, sommige ­oudere werken hebben de afgelopen ­decennia in een museumdepot doorgebracht. Ze lopen totaal uiteen in hun omvang en materiaal. Het kleinste kunstwerk is een wit geschilderd blokje hout (Ger van Elk), er is ook een oneindig kunstwerk (Job Koelewijn) en een onzichtbaar geluidskunstwerk (Moniek Toebosch).

Dit monsterproject van Den Hartog ­Jager – die het alleen deed: ‘Ik hou niet van commissies, dan krijg je de middelmaat’ – druist in tegen de tijdsgeest. In de beeldende kunst is veel discussie over de gebreken van de kunstcanon, waarin weinig plek is voor vrouwen en niet-westerse kunstenaars. Vastomlijnde stromingen ontbreken in de kunst die nu wordt gemaakt. In Den Hartog Jagers woorden: ‘Er is geen houvast, er zijn geen ijkpunten meer.’

Met nostalgie memoreert hij de dikke kunstgeschiedenisbijbel van H.W. Janson, die hij tijdens zijn studie uit het hoofd moest leren: ‘Stom, maar heel erg nuttig.’ Zo kwam hij twee jaar geleden op het idee: ‘Ik wilde de kunst een zwiep geven door iets heel ouderwets te doen.’

Hij startte met 120 namen. ‘Ik probeerde voorbij mijn eigen smaak te kijken.’ Per kunstenaar zou hij één kunstwerk laten zien. Over twee videokunstwerken was hij meteen zeker. Nummer acht (2007) van Guido van der Werve, waarin de kunstenaar voor een ijsbreker uitloopt, ‘echt een klassieker’. En ook de huiveringwekkende korte zwart-witfilm Springtime van Jeroen Eisinga mocht niet ontbreken, waarin de kunstenaar zich laat bedekken door een bijenkolonie.

Jeroen Eisinga, Springtime, 2010-2011, 35 mm film loop, 19’5” collectie van de kunstenaar. Beeld Jeroen Eisinga
Jeroen Eisinga, Springtime, 2010-2011, 35 mm film loop, 19’5” collectie van de kunstenaar.Beeld Jeroen Eisinga

Een onverwachte ontdekking was het textielkunstwerk Woven Diary van Ria van Eyk. Zij maakte het kunstwerk in ­negen maanden, van september 1976 tot mei 1977. Elke dag weefde ze zo lang als ze kon aan haar weefgetouw, elke weekdag in een andere kleur, de zondagen in het wit. Het resultaat is een monumentaal dagboek in wol.

Den Hartog Jager zag afbeeldingen van de installatie in de bibliotheek van het ­Stedelijk Museum Amsterdam en viel er meteen voor. ‘Dit zou iedereen moeten kennen’, zegt hij nu.

Zaaloverzicht Vrijheid, met werken van Henk Visch en Ria van Eyk. Beeld Peter Tijhuis
Zaaloverzicht Vrijheid, met werken van Henk Visch en Ria van Eyk.Beeld Peter Tijhuis

Dan waren er de dilemma’s. Wanneer is een kunstwerk eigenlijk Nederlands? ‘Om paspoorten heb ik niet gevraagd’, zegt Den Hartog Jager. Vorig jaar nog werkte hij mee aan een top-50 levende ­Nederlandse kunstenaars. Op de tweede plaats stond kunstenaar en regisseur Steve McQueen. Zijn werk ontbreekt in de Fundatie. ‘Steve McQueen woont weliswaar in Nederland, maar het is niet zijn werkterrein, dat is internationaal’, verklaart de samensteller.

Een lastige kwestie was Stanley Brouwn (1935-2017), de maker van conceptuele kunst die liever niet aan groepstentoonstelling deelnam, liever geen foto’s van zijn werk zag afgebeeld en ook geen foto’s van zichzelf. Bijna had Brouwn met twee andere kunstenaars Nederland vertegenwoordigd bij de Biënnale van Venetië dit jaar, maar na bezwaar van zijn weduwe is dat tentoonstellingsplan aangepast. Brouwn mocht eigenlijk niet in dit overzicht ontbreken, vond Den Hartog Jager, maar de wensen van de kunstenaar wilde hij respecteren. In de uitgebreide catalogus wijdt hij daarom een kolom aan de kunstenaar waarin hij schrijft over diens ­‘mythische proporties’ met ernaast een lege pagina.

Marijke van Warmerdam, Lichte Stelle, 2000, 16 mm film loop, 2’53”, collectie van de kunstenaar © Marijke van Warmerdam Beeld Marijke van Warmerdam
Marijke van Warmerdam, Lichte Stelle, 2000, 16 mm film loop, 2’53”, collectie van de kunstenaar © Marijke van WarmerdamBeeld Marijke van Warmerdam

Die catalogus, die ook in het Engels is uitgegeven, gaat de tentoonstelling als ­naslagwerk overleven. Voelt Den Hartog Jager zich inmiddels verwant aan kunstgeschiedenisschrijver Janson? ‘Het verschil is dat Janson écht dacht dat hij de waarheid sprak.’

Zijn eigen project noemt hij ‘een zeer betwistbaar voorstel’. Iedereen zal in deze vijftig namen kunstenaars missen, en ­bekende namen als Ulay en Abramovic, ­Erwin Olaf en Wim T. Schippers hebben de selectie niet gehaald. Tien jaar geleden zou hij een andere lijst hebben gemaakt, weet Den Hartog Jager, en over tien jaar ook: ‘Je kijkt altijd vanuit het heden.’ Als voorbeeld van hoe relatief de kunst­geschiedenis is, noemt hij Vermeers ­wereldberoemde Meisje met de parel: dat werd eind 19de eeuw nog voor 2,30 gulden geveild.

Aanvulling: bij het artikel ‘De kunstcanon passé? Niet volgens Museum de Fundatie’ (Kunst, 19 januari, pag. 21) was de naam van de auteur weggevallen: Anna van Leeuwen.

Vrijheid is t/m 12/5 te zien in Museum de Fundatie in Zwolle.

Vrijheid?

Als thema voor vijf decennia Nederlandse kunst koos Hans den Hartog Jager ‘vrijheid’: ‘In 1968 stond vrijheid voor het breken met burgerlijke normen. En kunst is vrij, het is de plek waar dingen kunnen worden uitgeprobeerd: nieuwe vormen en nieuwe normen.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden