InterviewAfstudeerders van de theateropleiding

De klas van ’21: ‘De toekomst is onzekerder geworden, maar door de crisis wordt het belang van kunst wel sterker gevoeld’

Ze staan op het punt om af te studeren, maar in minder dan een jaar tijd is de wereld – en hun werkveld – aangrijpend veranderd. Hoe denkt de nieuwe generatie podiumkunstenaars over de toekomst van het theater?

Herien Wensink
Ntianu Stuger, Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie. Beeld Hilde Harshagen
Ntianu Stuger, Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie.Beeld Hilde Harshagen

De een omarmt moeiteloos de Insta-monoloog, de ander klimt liever ouderwets op de zeepkist. Een online-alter ego, een eigen podcast, een korte film of toch terug naar die geliefde zaal – aan initiatieven en idealen geen gebrek. Vier makers die in 2021 afstuderen aan verschillende toneelscholen, vertellen over de inzichten die ze afgelopen jaar opdeden over hun vak, en onthullen hun plannen en dromen voor het komende jaar. Want één ding staat vast: het theater gaat door, in wat voor vorm dan ook.

Ntianu Stuger (23), acteur, Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie

Hoe heb je het afgelopen jaar ervaren?

‘Vorig jaar keek ik nog met afgrijzen en ontzag naar het jaar vóór mij. Zij stonden op het punt om af te studeren en moesten heel snel schakelen. De een is afgestudeerd met een Zoom-lezing, de ander met een film, weer anderen met een theatrale, interactieve website over seksfantasieën. Mooi om te zien hoe snel het hun lukte om nieuwe creatieve luikjes open te zetten. Ik was aangenaam verrast door de enorme vindingrijkheid.

‘En nu is mijn jaar aan de beurt. Ik had het geluk dat mijn vorige stage, bij Drie zusters van Eline Arbo, gewoon door kon gaan. Met horten en stoten, en helaas wel maar voor dertig man. Dat kan heel bijzonder en intiem voelen, maar als het dertig stille mensen zijn, is het soms wel een beetje: help! Als acteur teer je natuurlijk ook op de energie die je krijgt van het publiek.’

Hoe sta je tegenover onlinetheater?

‘Op een onlinetheaterfestival van school speelde ik voor het eerst voor een livestream. Dat is echt anders: veel technischer, en je hebt nauwelijks contact met het publiek. Live in een zaal voel je sneller: hoe valt deze zin, of deze grap? Bij een livestream moet je meer op je eigen intuïtie vertrouwen. Het spelen voor de camera is ook anders dan bij films en series. Het zou goed zijn als scholen ‘camera-acteren voor de livestream’ nu al opnemen in het curriculum.

‘Wat mijn afstudeervoorstelling betreft sta ik op een kruispunt: gok ik op de zaal, of doe ik toch iets online? Ik heb een muzikaal alter ego ontwikkeld, Queen Angelito, met haar eigen Instagram-profiel. Zij is een soort zingende zelfhulpgoeroe die sessies leidt over chakra’s en ‘self-love’, en dat kan ze natuurlijk ook heel goed online doen. Ik heb dit jaar heel vette voorbeelden gezien van echt gave onlineshows, zoals die van Chloe x Halle bij de Billboard Music Awards.’

Is er toekomst voor het theater?

‘Absoluut! Zo denk ik dat de zelfhulpsessies van Queen Angelito toch het best tot hun recht komen in een fysieke ruimte. Het is misschien naïef, maar ik denk dat de behoefte om samen in één ruimte live kunst te ervaren nooit zal verdwijnen. Noem me een romanticus, maar het zintuiglijke, onvoorspelbare, oermenselijke ervan, daar verlangen we volgens mij meer naar dan ooit.’

Annabelle Hinam, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Beeld Hilde Harshagen
Annabelle Hinam, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.Beeld Hilde Harshagen

Annabelle Hinam (23), acteur, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Hoe heb je het afgelopen jaar ervaren?

‘Ik vind het interessant hoe ons vak opnieuw ter discussie staat. Alles wordt onderzocht en scherpgesteld: wanneer is iets theater? Wat heb je daarvoor nodig? Ik ben daarbij zelf het meest geïnteresseerd in publieksopstellingen: hoe verspreid je het publiek over een ruimte? En: hoe kunnen schouwburgen anders worden ingericht?

‘Voor mij is bij theater een live-interactie tussen fysiek aanwezige spelers en het publiek essentieel. De reacties uit de zaal, een lach of een zucht, het applaus en het gesprek achteraf, maken wezenlijk onderdeel uit van het kunstwerk.’

Hoe sta je tegenover onlinetheater?

‘Ik luister liever in een dikke winterjas naar een acteur in een grote winderige loods, dan dat ik Zoom-theater kijk. Ook omdat de ervaring dan weer voorbij is zodra je je laptop dichtklapt. Bovendien kun je echt maar maximaal anderhalf uur geconcentreerd naar je scherm staren.

‘Wel heb ik dit jaar voor school een podcast gemaakt. Ik wandelde door mijn buurt in Amsterdam-Oost en vertelde over bijzondere plekken. Die anekdotes wisselde ik af met gedichten, zoals dat van Dylan Thomas: Do not go gentle into that good night.

‘Dat was klassieke voordrachtskunst. Ik heb me wel afgevraagd of dat nog theater is. Maar theater gaat ook over de beleving van ruimte, en hoe je toeschouwers daarvan bewust maakt. Dat deed ik met mijn podcast ook.’

Is er toekomst voor het theater?

‘Ja, al is die toekomst is wel onzekerder geworden. Als acteur weet je natuurlijk dat je een onzeker vak kiest – dat wordt je elke dag op school ingepeperd, maar nu is het nog ietsje erger. Aan de andere kant wordt door de crisis het belang van kunst wel sterker gevoeld.

‘Ik zie vooral mogelijkheden in nieuwe soorten locaties en ruimtes, zoals Peepshow Palace van De Warme Winkel. Daar heb ik een hiphopconcert gezien van rapper Winne, waarbij iedereen losging in z’n eigen hokje – geweldig.

‘En ik verwacht een opleving van het locatietheater: desnoods met één acteur op een open plek in het bos. Dat is een oervorm van theater die altijd, overal, mogelijk is. Zelf ga ik afstuderen met een solo waarin ik de teksten van Lady Macbeth koppel aan heksenvervolgingen en feminisme. Online of in een zaal, of ergens buiten, dat weet ik nog niet. Maar mensen zullen altijd willen blijven samenkomen voor kunst, dat weet ik zeker.’

Mees Hilhorst, Toneelschool Arnhem. Beeld Hilde Harshagen
Mees Hilhorst, Toneelschool Arnhem.Beeld Hilde Harshagen

Mees Hilhorst (25), acteur, Toneelschool Arnhem

Hoe heb je het afgelopen jaar ervaren?

‘Op onze school doe je traditioneel in het derde jaar het ‘Oostpool’-project, een ambitieuze samenwerking met Toneelgroep Oostpool – het hoogtepunt van je opleiding. Dat hebben we dit keer volledig online gedaan. Via Zoom speelden we Boccaccio’s Decamerone, omdat de thematiek, over een groep geïsoleerde jongeren tijdens een pandemie, zo goed aansluit bij deze tijd. Toen dacht ik nog: o, maar volgend jaar is dit weer voorbij. Dat viel natuurlijk tegen, en daar heb ik me flink zorgen over gemaakt. Mijn stage, bij Drie zusters van Eline Arbo, heb ik gewoon kunnen spelen, gelukkig.’

Hoe sta je tegenover onlinetheater?

‘Er worden heel toffe dingen gemaakt. Zo zag ik laatst De stille kracht bij ITALive, een voorstelling die ik ook al écht, fysiek, live had gezien, en ik vond ze allebei op hun eigen manier heel mooi. Bij de livestream werd slim gewerkt met close-ups. Het wordt natuurlijk veel filmischer, en dat vond ik hier een mooie aanvulling. En omdat het wel live is, ervaar je toch iets van de sensatie van fysiek theater: kunst die ter plekke, voor je ogen wordt gemaakt en het bijzondere, exclusieve voorrecht dat je daarbij kunt zijn.

‘Maar als ik eerlijk ben is onlinetheater niks voor mij. Ik ben als speler erg gericht op de toeschouwers: wat voor vlees heb ik hier in de kuip? Ik anticipeer op hun energie, en online kan dat gewoon niet goed. Met twee bevriende acteurs maak ik nu een afstudeervoorstelling, over ijdelheid en egocentrisme, en die willen we per se in een zaal spelen, want dat is voor mij echt wel de kern van theater. Hij staat gepland voor eind maart, en ik heb heel bewust géén plan B.’

Is er toekomst voor het theater?

‘Dat moet. Ik ben daar heel compromisloos in: dit wil ik, en daar ga ik voor. En in dit stadium wil ik dus ook niet nadenken over alternatieven. Desnoods speel ik gewoon ergens in het bos, of in de tuin van mensen thuis. Als een soort moderne troubadour die door het land trekt om zo veel mogelijk publiek te vermaken en inspireren.

‘Ooit is dit allemaal weer voorbij; het is maar een tijdelijke aberratie, terwijl het theater blijft bestaan. En mijn carrière hangt natuurlijk niet af van dit ene jaar, maar gaat hopelijk wel een jaartje of veertig duren.’

Zorba Huisman, Toneelacademie Maastricht. Beeld Hilde Harshagen
Zorba Huisman, Toneelacademie Maastricht.Beeld Hilde Harshagen

Zorba Huisman (24), regisseur, Toneelacademie Maastricht

Hoe heb je het afgelopen jaar ervaren?

‘Het klinkt gek, maar qua werk is de hele coronaperiode voor mij een soort droom geweest: ik heb geweldige projecten kunnen realiseren. Ik heb een korte documentaire gemaakt, Brieven aan de hemel, over mijn opa, de beeldend kunstenaar Aad de Haas. Daarvoor heb ik, in m’n eentje, samen met de cameraman, mijn zeven ooms en tantes geïnterviewd. En ik denk dat die kleinschalige opzet het intieme karakter van de film alleen maar heeft vergroot. De film is te zien op 2Doc.nl en is genomineerd voor Beste korte documentaire op het Limburgs Film Festival. Nu al mijn andere werk stilstond, kon dit project eindelijk de ruimte krijgen.

‘Tegelijk kreeg ik door de pandemie ook meer tijd voor een ander droomproject: een solo van Ariane Schluter, geschreven door Peer Wittenbols: Bloedmaan. Die gaan we op locatie spelen in het Maankwartier in Heerlen, voor zo’n negentig goed verspreide toeschouwers met koptelefoons. We hadden laatst een eerste lezing via Zoom, en zelfs dan is Ariane schitterend: alsof je in een soort luisterboekdrijfzand belandt: het is onmogelijk om aan haar te ontsnappen. Overigens is dit wel echt typisch het soort voorstelling dat live gespeeld moet worden. Als het goed is, lukt dat in de zomer van 2021 op festival Cultura Nova.’

Hoe sta je tegenover onlinetheater?

‘Ik vind het geweldig dat er zo veel nieuwe vormen worden uitgevonden. Ik volg ook alles: van de livestreams van Internationaal Theater Amsterdam tot de Zoom-voorstellingen van Toneelgroep Maastricht. Het fijne daarvan is dat het publiek elkaar kan zien, en zo ervaar je de voorstelling toch als groep. Wij zijn dit jaar opeens gestimuleerd om die nieuwe vormen versneld te ontwikkelen en integreren.’

Is er toekomst voor het theater?

‘Natuurlijk! Maar we gaan wel anders werken; meer interdisciplinair. Zelf begin ik in januari aan een project bij TG Maastricht, waarbij ik korte solo’s ga regisseren voor hun Instagram-tijdlijn. Gewoon met één acteur, die een korte monoloog voordraagt, of een gedicht, bijvoorbeeld van Fernando Pessoa. Want ik dacht: iedereen zit de hele dag op Insta, dan is het toch mooi als je af en toe met een bijzondere voordracht wordt verrast? Voor mezelf zie ik in de toekomst een hybride makerspraktijk voor me, waarbij films, documentaires, online- en offlinetheater elkaar afwisselen. We kunnen nu op verschillende borden schaken en meerdere platforms bespelen. En dat is precies wat ik wil.’

ITS Festival

Afstudeervoorstellingen van theaterstudenten zijn normaliter te zien op het ITS Festival in juni. Dat moment vormt hun visitekaartje voor de sector. Vorig jaar was er enkel een kleinschalige ‘Best of ITS on tour’, in samenwerking met Theaterzaken Via Rudolphi. Ook dit jaar zoekt zakelijk directeur Wouter Goedheer naar een nieuwe vorm. De pandemie zit de planning dwars, en bovendien is de structurele subsidie stopgezet. Goedheer hoopt nu op een samenwerking met een of meerdere grotere gezelschappen, als brug naar de beroepspraktijk.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden