VoorpublicatieExtreemrechts

De ironie is gekaapt door extreemrechts

null Beeld Deborah van der Schaaf
Beeld Deborah van der Schaaf

Over bepaalde zaken mag je geen grappen maken, vindt politiek correct links. Daar spelen extreemrechtse lieden handig op in, ziet schrijver Ilja Leonard Pfeijffer, door elke onoorbare uitspraak als ‘ironisch’ af te doen.

Ilja Leonard Pfeijffer

Ironie kan schitterend van pas komen om barsten te slaan in de algemeen geldende opvattingen en om een verstikkende moraal open te breken. Daarom houden we van ironie. Wij staan aan de kant van de ironicus die het met dodelijke lichtvoetigheid opneemt tegen de macht, de bourgeoisie en de duffe kortzichtigheid.

Maar er is een probleem. Wij zijn zelf de bourgeoisie geworden. De superieure moraal die de ironicus op de korrel neemt, is onze moraal. De algemeen geldende en politiek wenselijke opvattingen waartegen de ironicus ageert, zijn onze opvattingen. Als de ironicus vrijheid voor zichzelf en anderen wil scheppen door te trekken aan de verstikkende deken van taboes, dan rukt hij thans met beide handen aan het dekbed van politieke correctheid. Als er bepaalde dingen zijn die echt niet gezegd mogen worden, dan moet je net de ironicus hebben. Hij fleurt op en laat zich van zijn beste kant zien.

En datgene wat je vandaag de dag echt niet mag zeggen, is samengevat in het concept van political correctness. Dat negers, vrouwen en homo’s inferieur zijn, dat is wat je echt niet mag zeggen. Je mag niet eens het woord ‘neger’ gebruiken. Dus daar slaat de ironicus op aan. Maar nu vinden we ironie opeens niet meer zo leuk, want wij zijn zelf grote voorstanders van die politieke correctheid. We hebben de politieke correctheid zelf verzonnen, ingevoerd en algemeen geldig verklaard. Het satirische wapen van de ironie wordt tegen ons gebruikt. De ironie is in handen gevallen van alt-right en extreemrechts.

Internettrol

De eenvoudigste manier om hiervan een afschrikwekkend beeld te schetsen, is een kort moment stil te staan bij een trol. Zijn naam is Milo Yiannopoulos. Hij is een held van de alt-rightbeweging. Hij is een voormalig redacteur van Breitbart News, de beruchte extreemrechtse nieuwssite, een provocateur met bewezen sympathieën voor neonazi’s en de White Supremacy-beweging, een internettrol die herhaaldelijk verbannen is van Twitter en in 2019 voorgoed van Facebook, een aanhanger van Donald Trump. ‘Feminisme is kanker’ is een van zijn favoriete slogans. ‘Het bestaan van het vrouwelijk orgasme wordt nog altijd verdedigd door sommige aanhangers van samenzweringstheorieën en biologische extremisten’ (Breitbart, 16 september 2015).

Over moslims is hij niet minder welbespraakt. ‘Moslims komen overal mee weg. Ze mogen prominente ex-moslims intimideren en elimineren. Ze mogen zich te buiten gaan aan de meest uitgesproken vormen van antisemitisme, met name wanneer ze zich verkiesbaar stellen uit naam van linkse politieke partijen in Europa. En natuurlijk doen politici en de media geroutineerd net alsof ze hun seksisme en de homofobie niet zien, terwijl die onmiddellijk een einde zouden maken aan de carrière van een willekeurige conservatief die geen moslim is. Die zouden ze misschien zelfs arresteren voor het zaaien van haat als hij het in zijn hoofd zou halen tegen zijn ontslag te protesteren’ (Breitbart, 12 juni 2016). Yiannopoulos is als persoon, of beter gezegd als personage, een wandelend zinnebeeld van ironie. Hij is een katholieke, homofiele Brit, die opkomt voor de vrijheid in de voormalige Britse kolonie die zich thans tooit met de trotse, onafhankelijke naam van de US of A.

Omgekeerde ironie

Extreemrechtse politici hebben hiervan geleerd. Ook zij verbergen zich graag achter ironie. Ze zeggen iets onoorbaars en als er shit van komt, zeggen ze gauw dat ze het ironisch hadden bedoeld. Toen de extreemrechtse Italiaanse politicus Matteo Salvini werd bekritiseerd door de populaire en invloedrijke schrijver Roberto Saviano, die al jaren wordt beveiligd vanwege dreigingen van de maffia, postte Salvini een filmpje waarin hij zei: ‘Grote kus voor Saviano. Trouwens, ik werk op het moment aan een revisie van de criteria voor staatsbeveiliging, die in Italië dagelijks tweeduizend man van de ordediensten bezet houdt.’ Toen er een storm van kritiek losbarstte op dit onverhulde dreigement van de minister van Binnenlandse Zaken, zei Salvini dat zijn filmpje uiteraard ironisch was bedoeld. Wanneer Thierry Baudet in een interview weer eens zegt ‘dat vrouwen over het algemeen minder excelleren in een heleboel beroepen en minder ambitie hebben’ of woorden van gelijke strekking, lacht hij de storm van protest de volgende ochtend in een radioprogramma weg door te zeggen dat hij uiteraard ironisch was. Soms voegt hij daar zuchtend aan toe: ‘Maar ik weet dat mijn ironie en zelfspot niet altijd overkomen. Daaraan moet ik werken.’

Toen Donald Trump in 2017 zei dat politieagenten zwarte verdachten van geweldsdelicten in elkaar moesten rammen, was dat natuurlijk ironisch. Toen hij de parlementariërs van de oppositie beschuldigde van hoogverraad omdat ze niet hadden geapplaudisseerd voor zijn State of the Union, was dat eveneens ironie. Toen hij de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson aanraadde een IQ-test te ondergaan, was dat opnieuw ironie. Zijn toenmalige woordvoerder Sarah Sanders zei tegen de journalisten die verhaal waren komen halen, dat ze misschien een keer gevoel voor humor zouden moeten ontwikkelen. Een extreemrechts politicus die zich van deze strategie van omgekeerde ironie bedient, zal daar vaak nog glimlachend aan toevoegen dat het zo jammer is dat zijn linkse tegenstanders geen gevoel voor humor hebben.

De reden waarom dit werkt, is dat het waar is. Links heeft geen gevoel voor humor. Degenen die betrokken zijn bij de zwakkeren in de samenleving, die opkomen voor de rechten van vrouwen, homo’s en etnische minderheden en die geloven in het fatsoen en de noodzaak van political correctness, hebben besloten dat je over bepaalde onderwerpen eigenlijk geen grappen mag maken. Als rechtse politici, provocateurs of reaguurders spreken over ‘dobbernegers’ en hun lot ironiseren, dan kunnen wij, linkse Gutmenschen, daar inderdaad niet om lachen. Ons gebrek aan gevoel voor humor met betrekking tot dit onderwerp komt voort uit onze betrokkenheid bij dit onderwerp. Ironie verstaat zich slecht met oprecht engagement. De tegenstanders van deze serieuze betrokkenheid kiezen derhalve vrijwel automatisch de kant van de ironie en ze ridiculiseren en vernietigen het engagement door het te ironiseren.

null Beeld Deborah van der Schaaf
Beeld Deborah van der Schaaf

Dit is een voorpublicatie uit Ondraaglijke lichtheid – Over het nut en nadeel van de ironie voor het leven van Ilja Leonard Pfeijffer (Prometheus, in de serie Nieuw Licht), dat deze week verschijnt. Pfeijffer gaat erover in debat met Thijs Lijster, Coen Simon en Frank Meester (1 oktober om 20.00 uur in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen) en met Niña Weijers en Theodor Holman (2 oktober om 20.00 uur in de Balie in Amsterdam).

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden