De herhaling! De horror!

Als correspondent in Jeruzalem zou je zomaar een verhaal van vorige maand kunnen insturen, of van vorig jaar. Wie zou het verschil opmerken?...

Door Alex Burghoorn

Wie goed depressief wil raken van het Midden-Oostenconflict moet eens niet naar het nieuws van de dag kijken, maar een boek van twintig of dertig jaar geleden opslaan.

In Palestine # 1 stuit tekenaar-journalist Joe Sacco op een demonstratie in Silwan, een Palestijnse wijk aan de voet van de Oude Stad van Jeruzalem. Het is de winter van 1992. Linkse Israëli’s lopen ertegen te hoop dat Joodse kolonisten in Silwan voor het eerst enkele huizen van de Arabische bewoners hebben ingenomen. ‘Stop de nederzettingen, onderhandel nu’, is er in de gedetailleerde zwart-witstrip van Sacco te lezen. In de berm staan rechtse demonstranten met Israëlische vlaggen en hun eigen leuzen: ‘Vrede Nu, Verraders Nu’.

Pas liet ik deze passage in Jeruzalem zien aan L., een jonge Israëlische activiste die zich tegenwoordig inzet voor het lot van de Palestijnen in datzelfde Silwan. Ze was even stil, verzuchtte dat ze daar ‘wel heel somber’ van werd, en stak nog maar eens een sigaret op.

De Palestijnen en hun kleine groep Israëlische supporters hebben de slag om Silwan namelijk verloren. Nadat Sacco er met zijn tekenschrift een kijkje had genomen, hebben de kolonisten een archeologisch themapark over de ‘Stad van David’ ingericht en zich tussen de Palestijnen ingegraven in meerderde compounds met Israëlische vlaggen en gewapende privébeveiligers. Met hun aanwezigheid maken ze opzettelijk de deling van Jeruzalem onmogelijk, die nodig is om ooit tot een Israëlisch-Palestijnse vrede te komen.

Maar dat is nog niet eens de somberste gewaarwording bij het herlezen van het oude werk van Sacco – zijn serie Palestine #1-#9 (1993-’96) is gebundeld heruitgegeven.

Als de Amerikaan in de winter van 2010 weer in Jeruzalem was neergestreken, had hij dezelfde protestscène kunnen optekenen in Sheikh Jarrah, een andere wijk in Arabisch Oost-Jeruzalem.

Daar winnen Joodse kolonisten nu huis voor huis terrein, terwijl linkse demonstranten er elke vrijdag liederen tegen de bezetting zingen. Als de activisten met hun spandoeken door Joods West-Jeruzalem trekken, krijgen ze, jawel, de verwensing ‘verraders’ naar het hoofd geslingerd.

De herhaling! De herhaling! Mocht het Israëlisch-Palestijnse conflict ooit aan zijn einde komen, dan wel met die uitroep. Als een echo van de laatste woorden van Mr. Kurtz in Heart of Darkness: ‘De horror! De horror!’

De herhaling is het thema van Sacco’s pas verschenen strip-epos Footnotes in Gaza. Als verbaasde toeschouwer schuift hij op de eerste bladzijden aan bij een drinkavond van correspondenten tijdens de tweede intifada. ‘Ze zouden vandaag zo het verhaal van afgelopen maand kunnen insturen – of zelfs dat van vorig jaar – en wie zou het verschil merken? Ze hebben elk woord uit de tweede intifada geperst, ze hebben elke huilende moeder gefotografeerd, elke liegende woordvoerder aan het woord gelaten, elke vernedering belicht – en wat dan nog? Twee doden! Vijf doden! Twintig doden! Vorige week! Vorige maand! Vorig jaar!’

Al die uitroeptekens gaan vergezeld van scherp en strak getekende beelden die iedereen van de televisie kent: een huilende Palestijnse moslimmoeder, een huilende Joods-orthodoxe moeder, een begrafenis met gemaskerde strijders, een ambulancebroeder met een keppeltje op. Ze zijn levensecht getekend en tegelijkertijd in zwart-wit geabstraheerd tot een essentie die de overbekende kleurenfoto’s in de krant zijn gaan ontberen.

Meteen is de kracht duidelijk van de journalistieke strip die Joe Sacco vrijwel eigenhandig heeft uitgedokterd. In de jaren negentig deed hij verslag van de burgeroorlog in Bosnië in het met de Will Eisner Prijs bekroonde Safe Area Gorazde (2000). Het zette zijn even originele als arbeidsintensieve genre op de kaart.

En passant inspireerde hij de Israëlische filmmaker Ari Folman tot zijn getekende documentaire Waltz with Bashir (2007) over de Libanon-oorlog en het bloedbad in Sabra en Shatilla van 1982 – ook zo’n verhaal dat met de traditionele middelen van krant en televisie is stukverteld.

Maar Footnotes in Gaza is meer dan oude wijn in nieuwe zakken. Want na die kleine teruggang door de tijd – vorige week, vorige maand, vorig jaar – maakt Sacco een dramatische sprong die zijn verhaal inluidt: ‘Vijftig jaar geleden.’ Hij herontdekt twee ‘voetnoten’ bij de Suez-oorlog van 1956, die zelden in de geschiedenisoverzichten voorkomen.

In een oud verslag van de Verenigde Naties las hij dat het Israëlische leger op 2 november 275 Palestijnen heeft doodgeschoten in Khan Younis, en op 12 november nog eens 111 in Rafah. Als die cijfers kloppen, schrijft Sacco in het voorwoord, is dat ‘het grootste bloedbad dat op Palestijns grondgebied is aangericht onder Palestijnen’.

Hij keert in de winter van 2002 terug om ooggetuigen van de gebeurtenissen op te sporen. In Israël heeft hij weinig succes: het spoor in de archieven loopt dood bij een debat in de Knesset. De toenmalige stafchef van het leger, Moshe Dayan, sprak van een ‘ongelukkige samenloop van omstandigheden’ waarbij ‘ongeveer veertig mensen zijn gedood’.

Het leeuwendeel van Footnotes in Gaza bestaat uit weelderig geïllustreerde gesprekken met bejaarde Palestijnen en de strip laat zich dan ook lezen als een portrettengallerij van een generatie. Langzaam doemt een beeld op van rücksichtslose executierondes in Khan Younis en een uit de hand gelopen razzia in Rafah.

Om een en ander in een historische context te plaatsen, vertelt Sacco dat na de stichting van Israël in 1948 Arabische strijders – de fedayeen – vanuit de Gazastrook aanvallen uitvoerden op omringende kibboetsen. Het leidde tot wraakaanvallen van Israëlische commando’s. Het is goed mogelijk dat de soldaten ook met die instelling in 1956 Khan Younis en Rafah introkken.

Of het oude VN-rapport of stafchef Dayan gelijk had met de dodentallen, doet er in zekere zin niet toe. Over precieze slachtofferaantallen onder Palestijnen bestaat na vrijwel iedere gevechtsronde onduidelijkheid en ook Sacco kan geen uitsluitsel geven. Footnotes in Gaza is ook geen aanklacht wegens een oorlogsmisdaad.

Zijn zoektocht speelt zich nadrukkelijk af tegen de achtergrond van de tweede intifada. Jongeren vragen hem waarom hij in hemelsnaam is geïnteresseerd in 1956, terwijl in het hier en nu Israëlische gevechtshelikopters boven hen cirkelen. Als hij in Khan Younis op CNN ziet dat er weer een zelfmoordaanslag in Jeruzalem is gepleegd, schrijft hij: ‘Een volgende voetnoot, een volgende bladzijde. Hier waar de inkt nooit droogt.’

De herhaling – iedere jaargang van Palestijnen en Israëli’s zijn eigen voetnoot. Want zolang er voetnoten zijn, is er leven, hebben ze hun existentiële strijd nog niet verloren – bestáán ze nog.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden