BOEKRECENSIEWillem Schinkel
De hamsteraar is een beukende kritiek op het kapitalisme ★★★★☆
Filosoof Willem Schinkel grijpt het recente gehamster aan om in een beukend boek te laten zien hoe rot ons kapitalistische systeem is. Zijn woede werkt aanstekelijk.
Bezoek de drie dwaze dagen! Kom hamsteren! En plundra! Met een olijke knipoog spelen grootwinkelbedrijven in op onze kooplust. Maar toen het menens werd en consumenten aan het begin van de covid-19-crisis massaal wc-papier gingen hamsteren, veranderde de toon. Dit was niet de bedoeling! Voor hamsteren was geen goede reden (‘We kunnen tien jaar poepen!’, verzekerde Rutte ons) en bovendien is het gewoon asociaal om het wc-papier voor de neus van je buren weg te grissen.
De Rotterdamse socioloog en filosoof Willem Schinkel heeft ons recente gehamster aangegrepen om brede kritiek te leveren op wat hij ‘logistiek kapitalisme’ noemt. De laatste jaren heeft Schinkel zich ontpopt tot een van de felste academische criticasters van de macht, getuige titels als De nieuwe democratie – Naar andere vormen van politiek en Theorie van de kraal – Kapitaal, ras, fascisme. Ook De hamsteraar is een beukend boek geworden. Over zijn inzet doet Schinkel niet geheimzinnig: die is revolutionair. Het kapitalistische systeem is volgens hem door en door rot, en hamsteraars fascineren hem omdat zij dit (onbedoeld) tot expressie brengen.
Hamsteren is een soort collectieve paniekaanval, analyseert Schinkel. Op basis van een niet-pluisgevoel haasten gewone mensen zich naar de winkel, omdat ze vrezen anders aan het kortste eind te trekken. Hun onbesuisde koopgedrag verstoort echter de aanvoerlijnen van het kapitalisme, dat werkt vanuit het just in time-principe; er moet op elk moment ‘net genoeg’ zijn. Op basis van de vuistregel ‘houd de voorraad minimaal, want voorraad aanhouden kost geld’ berekenen ingewikkelde algoritmen waar op aarde de goederen steeds het goedkoopst kunnen verkeren.
De intrinsieke waarde van die opgeslagen producten doet er daarbij weinig toe; de berekeningen kunnen er zelfs toe leiden dat voorraden worden doorgedraaid. En of die afknijptactiek zo verstandig is, valt ook te betwijfelen, getuige de fatale tekorten aan medische mondkapjes en testcapaciteit tijdens de coronacrisis. Hamsteraars voelen in feite goed aan hoe precair dat logistiek kapitalisme eigenlijk is.
Onderbelichte figuur
De hamsteraar is volgens Schinkel een onderbelichte figuur in de economische theorie. Vreemd vindt hij dat niet, want de klassieke economie ziet consumenten als koele rekenaars, en dat uitgangspunt vloekt met die paniekerige hamsteraars. Economie verschijnt in De hamsteraar sowieso als een ‘vulgaire’ wetenschap, die wordt geschraagd door ‘kinderlijk simpele’ aannamen – waarop de econometrie vervolgens een waterhoofd van complexe wiskundige modellen bouwt.
Neem het basisidee dat goederen schaars zijn. Schaarste is juist negen van de tien keer het effect van economisch handelen, aldus Schinkel. Het aanhouden van krappe voorraden creëert schaarste en kapitalisten spinnen garen bij dat constante afknijpen. Doorsnee-economen die schaarste als uitgangspunt nemen, zijn voor Schinkel dan ook ‘raadsheren van de maffia’.
Voor de hamsteraar heeft Schinkel trouwens ook niet veel sympathie. Die is voor hem ‘een karikaturale expressie’ van wat de burger ‘onder liberaal-kapitalistische condities’ nu eenmaal is: iemand die zich uit vermeend eigenbelang een leven bij elkaar koopt. Je kunt aan dat gehamster alleen zo mooi zien hoe krom het systeem is. Ons hele leven hebben wij ingepeperd gekregen dat schaarste regeert. Maar zodra een hamsteraar dat te serieus neemt en een beetje zekerheid probeert te kopen in deze onveilige wereld, krijgt hij te horen dat hij niet zo egoïstisch moet zijn.
Voor Schinkel is dit een gotspe. Alsof de hele neoliberale logica niet is gebaseerd op egoïsme. Alsof we niet constant aangespoord worden om achter koopjes aan te rennen. En een hamsteraar – dus iemand die op een onvoorzien moment te hard rent – zou opeens moreel verderfelijk zijn? De hamsteraar is juist keurig aan het consumeren, alleen niet op het moment dat het de kapitalist uitkomt. En hoezo mogen zij trouwens geen levensmiddelen bij elkaar harken, terwijl de rijken niets anders doen dan geld oppotten? ‘De rijkste één procent bezit ruim de helft van de welvaart op aarde – me dunkt dat dat hamsteren is!’, sneert Schinkel. Voor hem is het duidelijk: consumenten moeten ‘fatsoenlijk’ (lees: voorspelbaar) blijven, opdat machthebbers het systeem niet hoeven te veranderen.
Aanstekelijk
Schinkel weet waarover hij spreekt, getuige het imposante corpus aan literatuur in de voetnoten. Zijn betoog zou aan kracht hebben gewonnen als hij een kort pamflet had geschreven, in plaats van al zijn invallen over de lezer uit te gieten. Nu herhaalt hij zichzelf geregeld, zijn de woorden vaak onnodig groot (en daarmee weinig precies) en rammelen de zinnen nogal eens. De vorm van het boek had dus (een stuk) beter gekund. Toch is Schinkels woede over wat er nu gebeurt aanstekelijk. Inderdaad, al dat geld dat opeens beschikbaar komt! En niet voor een waardig basisinkomen voor iedereen, niet om de opwarming van de aarde te stoppen – nee: om bestaande belangen te stutten. Schinkel weet genoeg en haalt zijn held Walter Benjamin erbij: ‘Als het systeem op de oude voet verder gaat, dan is dat de catastrofe.’
Willem Schinkel: De hamsteraar – Kritiek van het logistiek kapitalisme. Boom; 256 pagina’s; € 22,50.