architectuur

‘De Grote Houtstraat omnibus’ toont de bijzonderheid van een een ‘doodgewone’ winkelstraat

Het rijk vormgegeven boekwerk bevat illustraties van 189 unieke gebouwen, elk met een eigen verhaal.

Kirsten Hannema
Het monumentale pand van de inmiddels failliete V&D in de Grote Houtstraat in Haarlem. Beeld Chiel Braat
Het monumentale pand van de inmiddels failliete V&D in de Grote Houtstraat in Haarlem.Beeld Chiel Braat

Het is decemberdruk in de Grote Houtstraat, dé straat waar Haarlemmers hun feestinkopen doen. De coronapijlen volgend schuifelen ze vanaf de Grote Markt, over de Gedempte Oude Gracht met het monumentale V&D-pand op de hoek, richting het Houtplein, hun tassen vullend bij winkelketens, hun monden bij fastfoodketen McDonald’s en de oliebollenkraam. Een heel gewone, om niet te zeggen platte winkelstraat lijkt het, vergelijkbaar met de Kalverstraat in Amsterdam en de Haarlemmerstraat in Leiden. Maar kijk omhoog en je ziet iets anders: 189 unieke gebouwen, verschillend van vorm, met hun eigen, karakteristieke details.

Met die blik begon de Haarlemse tekenaar Chiel Braat in 1991 de Grote Houtstraat pand voor pand, met fotografische precisie, na te tekenen. Als kind was hij al gefascineerd door de geveldetails, de neonreclames op de daken en de dakpannen die hij vanuit zijn kinderkamer zag. Braat maakte zich druk over de sloop en verminking van de woon-winkelpanden; zijn tekenwerk was zowel een kritiek daarop als een manier om het historische beeld te bewaren.

Chiel Braat Beeld
Chiel Braat

In 2016 rondde hij de monsterklus af. De Grote Houtstraat was op dat moment een treurige bedoening; door de economische crisis stond er veel leeg, V&D was net failliet, met de opmars van internetshoppen leek de winkelstraat afgeschreven. ‘De tekeningen van Chiel Braat waren juist daardoor een verademing. Hij laat zien dat de Grote Houtstraat méér is dan een winkelstraat. Vooral heeft hij zich uitgeleefd op de gevelstukken boven de winkelpuien. Baksteenmotieven, versieringen, beschadigingen, toevoegsels. Dat zijn sporen van de geschiedenis die vragen oproepen en nieuwsgierig maken.’

Dat schrijft voormalig Volkskrant-journalist Hilde de Haan (1949-2021) in De Grote Houtstraat omnibus, haar laatste (meester)werk, dat postuum is verschenen. Zij was het die, met de Haarlemse stichting Polyvista, het plan opvatte om een boek te maken van Braats tekeningen, waarin de verhalen achter de gebouwenportretten worden verteld. De Haan vroeg veertig auteurs ‘die iets met de straat hebben’ om in een pand te duiken. Hun bijdragen zijn met archief- en redactiewerk aangevuld tot een rijk vormgegeven en geïllustreerd boekwerk: een ‘spiegel van Haarlem door de eeuwen heen’.

Het boek begint – verrassend – bij het Houtplein, dat wordt gezien als het eind van de Grote Houtstraat. Wat blijkt? De huisnummering werd in 1877 omgedraaid. Dit is het oudste deel van de straat, waar in 1420 een ommuring rond het zuidelijke stadsdeel werd opgetrokken, met de – in 1825 gesloopte – Grote Houtpoort. Het is een van de vele interessante feiten en weetjes die de lezer op de weg van nummer 189 naar nummer 1 krijgt opgedist, afgewisseld met anekdotes en het nodige drama.

De gifblauwe pui van de (inmiddels verdwenen) Free Record Shop. Beeld Chiel Braat
De gifblauwe pui van de (inmiddels verdwenen) Free Record Shop.Beeld Chiel Braat

We zijn getuige van rampzalige branden en zien hoe in 1910 een Hoornse gemeenteambtenaar een moord pleegt met een met rattengif verrijkte taart, gekocht in de banketbakkerij op nummer 173. De man wilde wraak nemen op de collega die hem op diefstal had betrapt en had verklikt. Maar de taart, die hij verzond als verjaardagsgeschenk, werd opgegeten door de vrouw des huizes en haar dienstmeid; de laatste overleed. De moordenaar werd gepakt en kreeg levenslang. Het Hoornse Taartarrest is nog altijd relevant in de rechtspraak.

Veel panden zijn inmiddels alweer anders dan hoe Braat ze vastlegde. De geliefde bioscoop Cinema Palace werd na bijna honderd jaar in 2011 opgedoekt; daar vind je nu kledingwinkel Esprit. Waar Braat de gifblauwe pui van de Free Record Shop aantrof, zit tegenwoordig Zara. De komst van de Spaanse modeketen is aangegrepen om het pand in oude glorie te herstellen, net zoals bij de Apple Store gebeurd is – op de futuristische etalage na dan.

De Apple Store, met zijn futuristische etalage. Beeld Chiel Braat
De Apple Store, met zijn futuristische etalage.Beeld Chiel Braat

Tussen alle nieuwigheid en fast fashion vind je gelukkig ook een aantal oude, vertrouwde familiebedrijven waarop de tijd geen vat lijkt te hebben. Zoals Federmann, ’s lands oudste optiekzaak, die de familie Uilenbroek sinds 1850 runt. Bij ijssalon Garrone (sedert 1949), waar Haarlemmers al generaties in de rij staan voor het fameuze Italiaanse ijs, betaal je nog steeds aan een ouderwets rinkelende kassa.

Geïnspireerd door de decoratieve vleermuizen en leeuwen in het dubbelpand op nummer 48-50 schreef illustrator Nicole de Cock een verhaal vanuit het perspectief van een bruine rat die in de kelder van de voormalige apotheek leeft, samen met een muizenfamilie en op zolder vleermuizen en een kerkuil. Net zo knap verzonnen blijkt het jaartal 1685 op de gevelsteen met bijbehorende pruikenkop van het in 1900 gebouwde neorenaissancistische pand waarin nu textielsuper Zeeman zit. Zoals we vandaag foto’s op Instagram verjongen, zag architect A. van der Steur jr. ‘veroudering’ als een middel om zijn ontwerp cachet te geven.

Jack & Jones, Telfort en Intertoys. Beeld Chiel Braat
Jack & Jones, Telfort en Intertoys.Beeld Chiel Braat

Naast mijmeringen over die goeie ouwe tijd – je eerste bh passen bij de Hunkemöller, het studentenbaantje in café De Houten Eend – biedt het boek ruimte om te dromen over wat er nog allemaal mogelijk is in de Grote Houtstraat. Bijvoorbeeld op de platte daken die achter de topgevels verborgen liggen: een geweldige kans om de stad te vergroenen en extra woningen te realiseren.

Het moment van inzicht waar De Haan je naartoe leidt, hebben we tijdens de lockdowns in de afgelopen twee jaar kunnen ervaren. Wandelend door de verlaten winkelstraat met zijn gesloten rolluiken (her)ontdekten we de schoonheid van de gebouwen en de stedelijke compositie. Tegelijk was duidelijk dat er iets ontbrak in dit ‘levende schilderij’: het leven! Meer nog dan het winkelen misten we het praatje met de winkelier, de rondhangende pubers, kussende stelletjes, de geur van de poffertjeskraam, het geluid van het draaiorgel, de stadsduiven die op frietjes azen.

Zoals De Haan het zegt: ‘Het zijn niet zozeer de gebouwen, de gevels die de sfeer, het karakter van de Grote Houtstraat bepalen. Het is de ruimte tussen de gevelwanden die de straat maakt.’ Die ruimte, en de bijzonderheid van de alledaagse gebeurtenissen die zich daar afspelen, heeft ze in 368 tintelende bladzijden subliem weten te vatten.

De Grote Houtstraat omnibus – een spiegel van Haarlem door de eeuwen heen. Gearrangeerd door Hilde de Haan; alle gebouwen geportretteerd door Chiel Braat.
Architext; 368 pagina’s; € 37,50.

De McDonald’s op de hoek van de Grote Houtstraat. Beeld Chiel Braat
De McDonald’s op de hoek van de Grote Houtstraat.Beeld Chiel Braat

Koninklijke onderscheiding voor Chiel Braat

De Haarlemse kunstenaar Chiel Braat (59), wiens tekeningen het vertrekpunt vormen voor De Grote Houtstraat omnibus, is op 23 november 2021 in het Noord-Hollands Archief benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Hij krijgt de koninklijke onderscheiding vanwege zijn staat van dienst van meer dan veertig jaar als ‘visueel chroniqueur’ van het Haarlemse straatbeeld. Braats originele portretten van de gevels in de Grote Houtstraat zijn op dezelfde dag overgedragen aan het Noord-Hollands Archief.

De charme van fysiek winkelen

In de concurrentie met het onlineshoppen zie je in steeds meer winkelgebieden dat architectuur wordt ingezet om belevingswaarde toe te voegen, waarbij grote ketens zich proberen te onderscheiden met flagshipstores in bijzondere panden. Drie voorbeelden.

Beurspassage in Amsterdam, door ontwerpbureau Rijnboutt. Beeld Kees Hummel
Beurspassage in Amsterdam, door ontwerpbureau Rijnboutt.Beeld Kees Hummel

1. Beurspassage, Amsterdam

Aan het Amsterdamse Damrak werd in 2016 de Beurspassage geopend, een hedendaagse variant op de 19de-eeuwse Parijse galerij. Aanleiding was de vraag van kledingwinkelketen Primark naar een zo groot mogelijk winkeloppervlak in het voormalige C&A-gebouw. Het Amsterdamse ontwerpbureau Rijnboutt vatte het plan op de troosteloze passage naast het pand te verplaatsten richting het noorden. Om meer publiek te trekken is de doorgang verrijkt met het kunstwerk Oersoep van Arno Coenen en Iris Roskam, die eerder de kleurrijke binnenwereld van de Rotterdamse Markthal vormgaven. In de terrazzo-vloeren, mozaïekwanden en glas-in-loodverlichting zie je objecten die in de grachten te vinden zijn, van vissen tot fietsen.

Catharinasteeg in Leiden, door ontwerpbureau Rijnboutt. Beeld Kees Hummel
Catharinasteeg in Leiden, door ontwerpbureau Rijnboutt.Beeld Kees Hummel

2. Catharinasteeg, Leiden

Eerder werkte Rijnboutt aan de verbetering van het bestaande winkelrondje door de Leidse binnenstad. De toegangsbrug naar het gebied werd verlegd en er werd een stadsblok doorbroken, waarin een nieuwe winkelstraat werd gemaakt: de Catharinasteeg. In deze steeg, die oogt alsof hij er altijd al was, zijn veertien rijksmonumentale panden opgenomen, met beneden modewinkels en boven woningen. Anders dan gebruikelijk hebben de winkelketens niet overal een standaard interieur met systeemplafond; zo zie je in de H&M de historische houten kap boven je en hebben de pashokjes afgebikte bakstenen muren.

Project Anklaar in Apeldoorn, door De Nijl Architecten Rotterdam. Beeld Jannes Linders
Project Anklaar in Apeldoorn, door De Nijl Architecten Rotterdam.Beeld Jannes Linders

3. Stadsdeelhart Nieuw Anklaar, Apeldoorn

Het ontwerpen van een winkelcentrum draait volgens architect Endry van Velzen om twee dingen: logistiek en sfeer. Je moet je fiets kunnen stallen of je auto parkeren, en er moet een plek zijn waar vrachtauto’s kunnen laden en lossen, maar de ambiance is minstens zo belangrijk, zeker met de concurrentie van onlinewinkels. Voor de herontwikkeling van het naoorlogse winkelcentrum Anklaar in Apeldoorn liet Van Velzen zich inspireren door de sfeer in Le Havre, in Noordwest-Frankrijk, dat na het bombardement in de Tweede Wereldoorlog in de jaren vijftig en zestig werd herbouwd door architect Auguste Perret. Net als Perret combineert Van Velzen moderne betonarchitectuur met klassieke elementen als baksteen en het Franse balkon. Met de arcade op het plein wil hij de commerciële uitstraling van de winkelketens met hun grote glazen puien en ledverlichting ‘temperen’. Desondanks, of juist daardoor, draait het winkelcentrum als een tierelier. Het project is genomineerd voor de Abe Bonnema Prijs 2021, een architectuurprijs ter waarde van 50 duizend euro.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden