De eeuwigheidswaarde van de klassieken

Vanaf 2000 jaar vóór Christus zijn legio Griekse en Latijnse verhalen, verzen, historische en filosofische beschouwingen bewaard gebleven. Op zichzelf al een wonder....

Piet Gerbrandy

HOEWEL U behoorlijk wat onderricht hebt genoten en over een algemene ontwikkeling beschikt die u in staat stelt wekelijks ten minste de helft van de artikelen in Cicero op waarde te schatten, is er een terrein waarop u steeds een leek bent gebleven: de klassieke Oudheid. Zeker, u hebt op school het verhaal van het paard van Troje gehoord, u weet dat de Romeinen rare jongens waren en u kunt de uitdrukking 'mutatis mutandis' op correcte wijze gebruiken, maar als Kees Fens weer eens een boek over Augustinus bespreekt, voelt u zich een buitenstaander.

U neemt u ieder jaar voor in de zomervakantie een vertaling uit het Grieks of Latijn te gaan lezen, maar u weet niet wat u moet kiezen. Nu de boekhandels ter gelegenheid van de Boekenweek stapels publicaties over de Oudheid in huis hebben gehaald, weet u helemaal niet meer wat u moet kopen. Tegelijkertijd beseft u maar al te goed dat het deze week vrij raar is om geen klassieke titel aan te schaffen. Wat u nodig hebt is een gids, die u, zoals Vergilius Dante in diens midlifecrisis door de hel loodste, wegwijs maakt in de catacomben van onze beschaving. Welnu, vandaag staat Cicero geheel tot uw beschikking.

Het spreekt vanzelf dat de geschiedenis een continuüm vormt, maar om het verleden hanteerbaar te maken onderscheidt men graag verschillende perioden. Waar het Griekenland betreft is het gebruikelijk onderscheid te maken tussen de Mykeense beschaving in het tweede millennium voor Christus, de donkere eeuwen en de archaïsche periode (1200-500), de klassieke tijd (500-330) en de Hellenistische periode, die begint met de veroveringen van Alexander de Grote en duurt tot aan het moment waarop de Griekse wereld deel uitmaakt van het Romeinse rijk.

Volgens de traditie is Rome in 753 voor Christus gesticht. Van een zompig gehucht groeide het in vijf eeuwen uit tot een belangrijke mogendheid en in de eerste eeuw van onze jaartelling omvatte het een gebied dat zich uitstrekte van Schotland tot Egypte. Na de grote volksverhuizingen in de vierde eeuw was het met Rome gedaan.

Zodra de Romeinen, tamelijk onbehouwen boeren en soldaten, in de tweede eeuw voor Christus met de Grieken in contact kwamen, ontdekten ze dat er tot dan toe nogal wat aan hun aandacht ontsnapt was. Ze begonnen Grieks te leren, namen de Griekse mythologie over, gingen in het Latijn Griekse literaire genres beoefenen, haalden Griekse beeldhouwers en architecten naar Rome en sloten zich aan bij deze of gene richting van de Griekse filosofie.

Het gevolg van deze enorme culturele impuls was het ontstaan van een Grieks-Romeinse beschaving, die door de veroveringen van de Romeinen werd verspreid tot in Roemenië, Marokko en de Alblasserwaard. Sindsdien wordt er in geheel Europa Latijn onderwezen.

Wie een eerste indruk van de antieke cultuur wil krijgen, kan het best een schoolboek voor het recent ingevoerde vak Klassieke Culturele Vorming aanschaffen. Het door uitgeverij Hermaion ontwikkelde Forum biedt een beknopt maar voortreffelijk overzicht van de Griekse en Romeinse geschiedenis, kunst, architectuur, filosofie en de doorwerking ervan tot in deze tijd. Je hoeft geen woord Grieks of Latijn te kennen om dit boek te kunnen lezen. Waar het om bekende historische of mythologische figuren gaat, zoals je die in het Rijksmuseum of romans van Cees Nooteboom kunt tegenkomen, zijn de alfabetisch geordende overzichten Van Achilleus tot Zeus en Van Alexandros tot Zenobia van uitgeverij SUN nog altijd onovertroffen.

Verder heeft het Leidse Rijksmuseum van Oudheden vorig jaar een niet al te uitvoerige, maar doeltreffende encyclopedie op cd-rom uitgebracht, uitgegeven door Het Spectrum. Bouwkundig geïnteresseerden kunnen hun hart ophalen aan Vitruvius' handboek uit de eerste eeuw voor Christus, dat in de Baskerville serie van Athenaeum-Polak & Van Gennep beschikbaar is. En wil je weten waar begrippen als Pyrrhusoverwinning, sardonische lach, deus ex machina en het zwaard van Damokles vandaan komen, dan vind je in Van alfa tot omega niet alleen de uitleg, maar ook een relevante passage uit de klassieke letterkunde.

Het zwaartepunt ligt in deze Boekenweek uiteraard op de Griekse en Latijnse literatuur. Daarvan is niet alleen heel veel overgeleverd, er is inmiddels ook flink wat vertaald. Dat behoeft u echt niet allemaal te lezen om een beetje te kunnen meepraten, maar er zijn wel een paar boeken die ieder ontwikkeld mens op zijn minst in zijn boekenkast moet hebben staan.

Het bekendst, en meteen ook het meest indrukwekkend zijn de epische gedichten die aan Homeros zijn toegeschreven, de Ilias en de Odysseia (achtste eeuw voor Christus), die in tal van vertalingen en bewerkingen verkrijgbaar zijn. De prozavertaling van Schwartz is prima, de versie in hexameters van H.J. de Roy van Zuijdewijn ook, al leest die iets stroever. Ook de Aeneis van de Romein Vergilius (70-19 voor Christus) kunt u rustig aanschaffen, maar de kans is groot dat u na ongeveer een derde van het boek afhaakt. Uitstekend om voor te lezen is de bewerking van Paul Biegel, maar voor serieuze letterlievenden zijn er ook vier vertalingen in verzen in de handel.

Bijzonder bruikbaar als mythologisch compendium, maar bij tijd en wijle ook werkelijk amusant zijn Ovidius' Metamorphosen (geschreven omstreeks het begin van onze jaartelling). Ook lyrische poëzie uit de Oudheid is niet te versmaden. Van de Grieken leze men Sappho en Pindaros, van de Romeinen Catullus en Horatius.

Invloedrijk en in vele opzichten nog steeds niet achterhaald is de antieke filosofie. Deze begint met een aantal zogeheten natuurfilosofen uit de zesde en vijfde eeuw voor Christus, onder wie vooral Pythagoras en Herakleitos enige bekendheid genieten.

Voor ons wordt het pas echt interessant bij Sokrates en zijn volgeling Plato; Sokrates werd in 469 geboren, Plato stierf in 347. De eerste heeft nooit een letter op papier gezet, de laatste daarentegen zoveel dat je bij voorbaat moedeloos wordt. De beste manier om in hun denken thuis te geraken is de verhalenbundel Sokrates' leven en dood te lezen, vijf door Gerard Koolschijn vertaalde dialogen van Plato, die men zonder enige voorkennis kan verslinden.

Een leerling van Plato was Aristoteles, wiens werk bij de Historische Uitgeverij in vertaling verschijnt. Voor beginners is Aristoteles echter niet aan te raden. Als u wilt weten hoe u moet leven, dient u onverwijld het uiterst toegankelijke werk van Epikouros (of: Epicurus; ongeveer 300 voor Christus) tot u te nemen. Wie wel wil weten hoe hij moet leven, maar niet van plan is zich aan de gegeven voorschriften te houden, wende zich tot de Romeinse filosoof en multimiljonair Seneca, die prachtig kan schrijven over eenvoud en armoede. Seneca pleegde op last van keizer Nero in 65 na Christus zelfmoord.

Het fraaiste overzicht van alle problemen waarmee denkers zich in de Oudheid hebben beziggehouden, vindt men in de zwanenzang van Boëthius, De vertroosting van de filosofie, een wijsgerig-therapeutisch gesprek dat steeds door gedichten wordt onderbroken. Boëthius schreef het in de gevangenis, vlak voordat hij in 525 ter dood werd gebracht.

Een toegankelijke, maar hier en daar wat melige inleiding in de filosofie van de Oudheid is De geschiedenis van de Griekse filosofie van Luciano de Crescenzo. Degelijker en prachtig geïllustreerd is De verbeelding van het denken, waarin op een vijftigtal bladzijden aandacht wordt besteed aan de Oudheid. Verhalend proza is er vooral van auteurs die als geschiedschrijvers bekend staan. In de Oudheid werd echter minder rigide onderscheid gemaakt tussen feit en fictie dan wij tegenwoordig doen. De Griekse schrijver Herodotos schreef halverwege de vijfde eeuw voor Christus een grandioos boek dat de lezer van de eerste tot en met de laatste bladzijde in zijn greep houdt.

Van de Romeinse geschiedschrijvers moet u vooral Caesar, Tacitus en Suetonius lezen. Caesar doet op onderkoelde wijze verslag van zijn eigen veroveringen, Tacitus, die over de keizers Tiberius, Claudius en Nero schrijft, is een cynicus zonder weerga, Suetonius biedt smakelijke en vooral ook onsmakelijke anekdotes over twaalf Romeinse keizers. Echt fictie en ongelooflijk geil, grappig en spannend is de roman De gouden ezel van Apuleius (tweede eeuw na Christus).

Dat de Griekse tragedies van Aischylos, Sophokles en Euripides altijd actueel blijven, blijkt uit het feit dat er nog ieder jaar een paar gespeeld worden. Misschien is het om te beginnen ook beter er eerst een te zien voordat men er een gaat lezen. Deze maand kunt u de Oresteia van Aischylos nog zien in uitvoeringen van theatergroep Aluin en van het Ro-theater. Wilt u beslist een paar van deze stukken lezen, dan kunt u terecht bij Eén familie - Acht tragedies, een bundel vertalingen van Gerard Koolschijn.

Onlangs verscheen De Antieken, een korte literatuurgeschiedenis van Ilja Leonard Pfeijffer. Als naslagwerk is het goed bruikbaar, maar het lijkt geen boek om achter elkaar uit te lezen: daarvoor is het, hoe geestig Pfeijffer hier en daar ook schrijft, te zeer een opsomming van feiten.

Informatief maar vrij braaf is De klassieke canon van Hein L. van Dolen. Dat Van Dolen de gelegenheid niet heeft aangegrepen ook enkele minder voor de hand liggende schrijvers te behandelen, is jammer. Kees Fens is in zijn nawoord optimistisch gestemd over het voortleven van de klassieken.

Nu wij aan het eind van onze queeste zijn gekomen, zit u nog steeds met de vraag welk boek u morgen moet kopen. Het is het veiligst om te beginnen met een deeltje uit de Kleine Bellettrie Serie van Athenaeum-Polak & Van Gennep of een van de Salamanders Klassiek. Mocht dat goed bevallen, dan kunt u altijd volgende week of volgend jaar terugkomen voor een meer substantiële uitgave. De klassieken lopen niet weg. Men beweert wel dat ze eeuwigheidswaarde bezitten.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden