RecensieSex and Violence in Tibetan Buddhism
De eerste ongeautoriseerde biografie van lama Sogyal Rinpoche laat weinig van hem heel ★★★★☆
De eerste ongeautoriseerde biografie van Tibetaans boeddhist Sogyal Rinpoche laat weinig van hem heel. Met fysiek en seksueel geweld maakte hij wereldwijd honderden slachtoffers. Al wil nog steeds niet iedereen dat inzien.
Het verhaal blijft ongelooflijk. Een jonge Tibetaan uit een zakenfamilie belandt in de vroege jaren zeventig in Europa. Hij heeft snel door dat de hippies die hij ontmoet alles wat met Tibet te maken heeft idealiseren, zijn kennis niet kunnen toetsen en dat hij een groeimarkt aanboort als hij zichzelf lanceert als lama, als boeddhistisch leraar.
Onwetendheid speelt de Europeanen parten. Vaak denken ze dat de celibataire contemplatie van de dalai lama door alle Tibetaanse boeddhisten wordt voorgestaan. Geenszins, deze leraar komt uit een onhervormde stroming waarin vrouwen seksueel dienstbaar zijn aan lama’s. En dus gaan in zijn gevolg de losse seksuele mores van de jaren zeventig al snel samen met die van het middeleeuwse Tibet.
Al in 1975 zijn er volgelingen die constateren dat er seksueel misbruik plaatsvindt: deze lama maakt vrouwelijke leerlingen wijs dat seks met hem de verkorte route is naar Shangri-La. Al in 1979 stellen mensen die zelf Tibetaans lezen zijn kennis ter discussie. Maar deze leraar is dan al aan het uitgroeien tot een ster. Hij heeft een uitmuntende podiumpresentatie, heeft een antenne voor wat een westers publiek wil horen en invloedrijke volgelingen die alles voor hem doen. Twee Britse academici drukken een zwaar stempel op het boek dat hem wereldberoemd zal maken: The Tibetan Book of Living and Dying. Er gaan drie miljoen exemplaren over de toonbank. Het bezorgt hem fans van John Cleese tot Carla Bruni. Met de opbrengst kan hij meteen een strafzaak wegens verkrachting schikken in de VS.
In de decennia die volgen wordt zijn publiek almaar groter en zijn spoor van misbruik almaar langer. Maar pas in 2017, het jaar van #MeToo, stellen acht volgelingen in een open brief én zijn seksverslaving én de harde klappen die hij uitdeelt én zijn publieke vernedering van leerlingen én zijn luxueuze levensstijl aan de kaak. Hij wijkt uit naar Thailand. Vele honderden volgelingen (v/m) blijven met trauma’s achter in Europa, Amerika en Australië.
Eerste ongeautoriseerde biografie
Op 28 augustus overleed Sogyal Lakar alias Sogyal Rinpoche (‘de kostbare’) op 71-jarige leeftijd in een Thais ziekenhuis aan darmkanker. Van Sogyals levensloop circuleerden decennialang geautoriseerde versies, de een nog fraaier dan de ander. Sex and Violence in Tibetan Buddhism – The Rise and Fall of Sogyal Rinpoche verscheen vlak voor zijn dood en is de eerste ongeautoriseerde biografie. De auteurs hebben een kennisvoorsprong op voorgangers die hun hoofdpersoon bewierookten. De Britse schrijver en journalist Mary Finnigan praktiseert het Tibetaans-boeddhisme inmiddels een halve eeuw en introduceerde Sogyal in 1973 zelf in haar thuisland. De Nederlandse jurist en onderzoeker Rob Hogendoorn bestudeerde de Tibetaanse diaspora in India en leidt de organisatie Open Buddhism.
De eerste hoofdstukken zijn en passant een korte autobiografie van Finnigan. Dankzij haar kreeg Sogyal een podium in Londen. Finnigan was een van de eersten die hem bezig zag én een van de eersten die tegen hem begon te waarschuwen. Het werd een strijd van decennia waarin ze momenten van moedeloosheid kende. Sogyal werd almaar beroemder. Haar waarschuwingen legden het af tegen aanprijzingen van Hollywood-sterren. Telkens opnieuw stapten vrouwen die van niets wisten in dezelfde val, al was het maar omdat fans van Het Tibetaanse boek van leven en sterven geenszins op Sogyals gedrag anticipeerden.
Sogyal Rinpoche is de Harvey Weinstein van het Tibetaans boeddhisme genoemd, maar Weinstein onderwees zijn slachtoffers geen compassie en onbaatzuchtigheid. Er zijn mensen die parallellen zien met misbruikzaken in de katholieke kerk, maar de slachtoffers daarvan stonden van jongs af bloot aan kerkelijk gezag en zochten de plaats van het misbruik niet zelf op. Slachtoffers van Sogyal waren veelal hoogopgeleide westerse vrouwen en mannen die van heinde en ver naar hem toe kwamen, en zichzelf daarna het zwijgen oplegden. En behalve honderden slachtoffers waren er honderden omstanders die zwegen. Tot in 2017 de bom barstte en de dalai lama officieel stelde dat Sogyal Rinpoche zich ‘te schande had gemaakt’, had zijn organisatie Rigpa wereldwijd 130 vestigingen.
Wat beroofde aanvankelijk zelfstandige en intelligente mensen van hun kritische vermogens? Sogyal schuwde intimidatiepraktijken niet: mensen die weigerden zijn wensen in te willigen, kregen te horen dat dit nare karmische gevolgen zou hebben voor henzelf en hun dierbaren. Rigpa’s westerse bestuurders gedroegen zich vaak als spiritueel stalinisten. Wie de vuile was buiten wilde hangen, kon rekenen op dreigende telefoontjes.
Cognitieve dissonantie
Maar de grootste rol speelde vermoedelijk het typische verschijnsel waaraan meerdere generaties Sogyal-volgelingen ten prooi vielen, bekend als cognitieve dissonantie: ‘Ik wil niet dat het zo is en dus is het niet zo.’ Deze Tibetaanse wijze leert ons over liefde en compassie, maar hij slaat zijn assistenten verrot: dat moet wel in het belang zijn van die assistenten, een speciale vorm van liefde.
De kans op cognitieve dissonantie was extra groot bij volgelingen van Sogyal, omdat hij zijn lessen doorspekte met inzichten uit het Tibetaans boeddhisme waarbij mensen baat konden hebben – en waarbij veel mensen nog steeds baat kunnen hebben, op voorwaarde dat ze niet in een ‘vereringsmodus’ vervallen en dat ze hun leraren toetsen. Flink wat van zijn volgelingen, zo leek het, hadden zichzelf zo wijsgemaakt dat de behandeling helend was dat ze voor lief namen dat het medicijn soms naar rattenkruid smaakte.
Cognitieve dissonantie, kun je beweren, speelt ex-volgelingen nog steeds parten. Op YouTube is een interessant vraaggesprek te zien met schrijver en meditatieleraar Jan Geurtz, een lucide man die vaak zinnige dingen zegt, ook in deze krant, in de serie ‘De zin van het leven’. Geurtz kreeg een keer klappen van Sogyal ten overstaan van een zaal van vijfhonderd mensen. Die klappen, zegt hij, bevrijdden hem van ‘een ego dat bang was door de mand te vallen’, van een gehechtheid aan zijn eigen weldoordachte gelijk: het was een supracognitieve ervaring. Zijn angst voor Sogyal was ‘angst van het ego om aan de kaak gesteld te worden’. Over misbruik zegt Geurtz: ‘In feite wordt er gewoon diepe oude pijn geraakt in zo’n misbruiksituatie.’
Iedereen kan zijn voordeel doen met een biografie die Sogyal niet autoriseerde.
Mary Finnigan en Rob Hogendoorn: Sex and Violence in Tibetan Buddhism – The Rise and Fall of Sogyal Rinpoche. Jorvik Press; 192 pagina’s; € 17,95.